Mavo 2 - Ecologie

Wat afspraken voor deze les
  • We beginnen de les met camera en microfoon aan
  • Als de docent het aan geeft kan je de camera uitdoen
  • Als je naam genoemd wordt zet je de camera en microfoon weer aan
  • Reageer je niet? Dan sta je afwezig in Magister
  • Heb je een vraag? Klik het handje aan!
1 / 16
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Wat afspraken voor deze les
  • We beginnen de les met camera en microfoon aan
  • Als de docent het aan geeft kan je de camera uitdoen
  • Als je naam genoemd wordt zet je de camera en microfoon weer aan
  • Reageer je niet? Dan sta je afwezig in Magister
  • Heb je een vraag? Klik het handje aan!

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Organismen en hun omgeving
  • Waar gaat deze basisstof over?
  • Milieu
  • De niveaus van de ecologie
  • Voedselketen
  • Biomassa
  • Accumulatie

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
1 Je kunt de invloeden op organismen indelen in biotische en abiotische factoren.
2 Je kunt de niveaus van de ecologie beschrijven.
3 Je kunt een voedselketen en een voedselweb maken.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Slide 4 - Slide

Het milieu (de leefomgeving) heeft invloed op organismen. Maar organismen beïnvloeden ook hun milieu. Planten geven bijvoorbeeld zuurstof af aan het milieu en regenwormen maken gangen waardoor de bodem luchtiger wordt. Het deel van de biologie dat de relaties (betrekkingen) tussen organismen en hun milieu onderzoekt, heet ecologie.

Invloeden van de levende natuur noem je biotische factoren. Deze invloeden zijn afkomstig van andere organismen. Invloeden die afkomstig zijn van de levenloze natuur noem je abiotische factoren. In afbeelding 1 zie je biotische en abiotische factoren die van invloed zijn op een roodborstje.
Wat is milieu?
A
studie van relaties tussen organismen en hun milieu
B
invloeden van de levende natuur
C
invloeden van de levenloze natuur
D
leefomgeving van een organisme

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Wat is ecologie?
A
studie van relaties tussen organismen en hun milieu
B
invloeden van de levende natuur
C
invloeden van de levenloze natuur
D
leefomgeving van een organisme

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Wat zijn biotische factoren?
A
studie van relaties tussen organismen en hun milieu
B
invloeden van de levende natuur
C
invloeden van de levenloze natuur
D
leefomgeving van een organisme

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Wat zijn abiotische factoren?
A
studie van relaties tussen organismen en hun milieu
B
invloeden van de levende natuur
C
invloeden van de levenloze natuur
D
leefomgeving van een organisme

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Slide 9 - Slide

Biologen bestuderen het leven op verschillende niveaus, zoals een cel, een orgaan en een organisme. Ook in de relaties die ecologen onderzoeken, zijn er verschillende niveaus (zie afbeelding 2).
Je kunt de relaties tussen één individu (een organisme) en het milieu onderzoeken, bijvoorbeeld de invloed van de temperatuur op de groei van één olifant.
Een populatie is een groep individuen van dezelfde soort in een bepaald gebied, die zich onderling voortplanten. Een voorbeeld van een relatie tussen een populatie en het milieu is de invloed van de hoeveelheid regen op een populatie olifanten.
In een gebied leven populaties van verschillende soorten. Deze populaties vormen samen een levensgemeenschap. De levensgemeenschap in een bos kan bestaan uit populaties van eiken, beuken, adelaarsvarens, regenwormen, spitsmuizen, koolmezen, vossen en nog veel meer soorten. Alle populaties in een bos beïnvloeden elkaar. Ook de abiotische factoren, zoals temperatuur, water en soort bodem, hebben veel invloed in een bos. Alle abiotische factoren in een bepaald gebied samen noem je de biotoop.
In een bos vormen de levensgemeenschap en de biotoop samen een eenheid: het ecosysteem. Een ecosysteem is een gebied waarbinnen de biotische en de abiotische factoren een eenheid vormen. Voorbeelden van ecosystemen zijn een duingebied, een bos, een sloot en een weiland.
Alle ecosystemen samen vormen de biosfeer. De biosfeer is het deel in, op en rond de aarde waar leven mogelijk is.
Sleep het juiste organisatieniveau naar de plaatsen in de afbeelding
Biosfeer
Ecosysteem
Levensgemeenschap
Populatie
Individu

Slide 10 - Drag question

This item has no instructions

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Bedenk zelf een voedselketen van minstens 3 schakels

Slide 12 - Open question

This item has no instructions

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Huiswerk voor volgende week
Lezen basisstof 1 
Maken basisstof 1 (online), opdracht 1 t/m 10

Slide 16 - Slide

This item has no instructions