Les 1 § 4.3 (1HVE)
1 / 42
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Video
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Wat is de naam die ook wel past bij de best ontwikkelde landen?
A
volgers
B
periferie
C
centrumlanden
D
semiperiferie
Slide 5 - Quiz
China is een arm land die zich in snel tempo ontwikkeld. China hoort bij de.....
A
periferie (achterblijvers)
B
semiperiferie (volgers)
C
centrumlanden (koplopers)
Slide 6 - Quiz
Malawi is het armste land ter wereld en behoort tot de....
A
periferie (achterblijvers)
B
semiperiferie (volgers)
C
centrumlanden (koplopers)
Slide 7 - Quiz
Slide 8 - Slide
Hoe armer een land, des te......
A
groter de verschillen in welvaart
B
kleiner de verschillen in welvaart
Slide 9 - Quiz
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Wat past niet bij de armoedegrens?
A
voedsel
B
vakantie
C
huisvesting
D
kleding
Slide 12 - Quiz
Ligt die armoedegrens in elk land even hoog?
A
ja
B
nee
Slide 13 - Quiz
In arme landen zijn de prijzen van producten vaak.....dan in rijkere landen.
A
hoger
B
lager
Slide 14 - Quiz
Derdewereldlanden of ontwikkelingslanden zijn namen voor de....
A
armere landen in de wereld
B
rijkere landen in de wereld
Slide 15 - Quiz
Slide 16 - Slide
In welke landen is de scharreleconomie het kleinst?
A
armere landen
B
rijkere landen
Slide 17 - Quiz
Welk kenmerk past niet bij de scharreleconomie?
A
onregelmatig inkomen
B
betaald belastingen en premies
C
geen recht op uitkering bij ziekte of ouderdom
D
diploma niet nodig
Slide 18 - Quiz
Waar letten we vooral op de ontwikkeling van een land als we kijken naar geld?
A
welvaart
B
welzijn
Slide 19 - Quiz
Een instrument om de welvaart te meten is het BNP. Hiermee bedoelen we....
A
de totale inkomsten van een land
B
het gemiddelde inkomen van een inwoner
Slide 20 - Quiz
Hoe berekenen we het BNP/inwoner?
A
totale inkomsten van een land / aantal inwoners
B
aantal inwoners / totale inkomsten van een land
Slide 21 - Quiz
Landen met een hoge welvaart hebben vaak een....
A
laag welzijn
B
hoog welzijn
Slide 22 - Quiz
Slide 23 - Slide
Slide 24 - Slide
Wat past niet bij een laag welzijn?
A
alfabetiseringsgraad: 40%
B
alfabetiseringsgraad: 100%
C
levensverwachting 51
D
Levensverwachting 56
Slide 25 - Quiz
Als de gezondheidssituatie, het onderwijs en de voedselvoorziening slechts is, dan is.....
A
het welzijn laag
B
het welzijn hoog
Slide 26 - Quiz
Is de koopkracht afhankelijk van het prijsniveau in een land?
A
ja
B
nee
Slide 27 - Quiz
In arme landen werken de meeste mensen in....
A
de primaire sector
B
de secundaire sector
C
de tertiaire sector
Slide 28 - Quiz
In rijke landen werken de meeste mensen in....
A
de primaire sector
B
de secundaire sector
C
de tertiaire sector
Slide 29 - Quiz
Bij de volgers werkt een grote groep mensen in....
A
de primaire sector
B
de secundaire sector
C
de tertiaire sector
