Zwaar en Licht

Zwaar en licht (les 1)
Zwaar 
en
Licht
1 / 31
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havoLeerjaar 2

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Zwaar en licht (les 1)
Zwaar 
en
Licht

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

DEZE LES
Wat weet je nog van...?
Uitleg
Zelfstandig werken
JE GAAT LEREN 
  • wat dichtheid is;
  • wanneer een stof drijft of zinkt;
  • wat massa en volume is;
  • het volume van een balkvormig voorwerp te berekenen.
  • de dichtheid van een voorwerp uit te rekenen.

Slide 2 - Slide

v-t diagram komt in snelheid les 2.
Wat is de resultante kracht?
(netto kracht)
A
290 N rechts
B
290 N links
C
50 N rechts
D
50 N links

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Wat weet je nog van?

Kennistest

Slide 4 - Slide

Er volgen nu vragen om de voorkennis van de leerling te testen.
Hoe bereken je de gemiddelde snelheid?
A
tijd x afstand
B
tijd ÷ afstand
C
km x uur
D
afstand ÷ tijd

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Wat laat dit snelheid-tijd diagram zien?
A
Versnelling
B
Vertraging
C
Constante snelheid

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Welk deel wijst de pijl aan in het v-t diagram?
A
Versnelling
B
Vertraging
C
Constante snelheid

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Uitleg
Laptops dicht
Aantekeningen

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Slide 9 - Video

This item has no instructions

Dichtheid
Hoe zwaar een voorwerp van een bepaalde grootte is

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

blokje van 1cm3

blokje van 1cm3

Slide 11 - Slide

Laat in de klas zien dat deze twee blokjes zich in water beiden anders gedragen. 
Hout drijft
metaal zinkt 
blokje van 1cm3
massa van 0,7 gram

blokje van 1cm3
massa van 7,9 gram

Slide 12 - Slide

Laat in de klas zien dat deze twee blokjes zich in water beiden anders gedragen. 
Hout drijft
metaal zinkt 
bal van 453 gram
steen van 451 gram

Slide 13 - Slide

Vraag aan leerlingen wat er gebeurd als je deze twee voorwerpen, van bijna gelijke massa in het water gooit.


bal van 453 gram
volume van 6.370 cm3
steen van 451 gram
volume van 156cm3

Slide 14 - Slide

Vraag aan leerlingen wat er gebeurd als je deze twee voorwerpen, van bijna gelijke massa in het water gooit.


Dichtheid formule
Dichtheid hangt af van de 
massa en het volume van een stof

dichtheid = massa ÷ volume

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Zinken of drijven
Als voorwerpen een grotere dichtheid hebben dan de vloeistof waar ze in zitten, zinken ze. Bijvoorbeeld een steen

Als voorwerpen een kleinere dichtheid hebben dan de vloeistof waar ze in zitten, drijven ze. Bijvoorbeeld een stuk hout

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Zweven
Wanneer een voorwerp de zelfde dichtheid heeft als de vloeistof waar het in zit, zweeft het.
Onderzeeboten moeten daarom constant hun dichtheid aanpassen door watertanks vol of leeg te pompen.

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Slide 18 - Video

This item has no instructions

Leg uit waarom sommige voorwerpen wel drijven en anderen niet. Denk aan de begrippen volume en massa.

Slide 19 - Open question

This item has no instructions

Slide 20 - Video

This item has no instructions

Wat is massa
massa is het begrip waarmee we aangeven hoeveel grammen er van een stof aanwezig is.

eenheid: Massa meet je in grammen

Meetinstrument:
De massa meet je met een weegschaal

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Wat is volume
Wat is volume

volume is het begrip waarmee we aangeven hoe veel ruimte een voorwerp inneemt.

Eenheid:
Het volume geef je aan in kubieke (centi)meters

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Dichtheid
Dichtheid:
geeft aan wat de stof per volume weegt. (g/cm3)
                 

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Oefensom 1

Een blokje heeft een massa van
750 gram. Het blokje heeft een 
volume van 375 cm3

Wat is de dichtheid van het blokje?

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Oefensom 1 - uitwerking

dichtheid = massa ÷ volume
dichtheid = 750 : 375
dichtheid = 2,02 gram/cm3
Een blokje heeft een massa van
750 gram. Het blokje heeft een
volume van 375 cm3

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Oefensom 2
Wat is de dichtheid van blokje E?

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Oefensom 2 - uitwerking
Eerst volume
3 cm x 3 cm x 3cm =
27 cm3
dichtheid = massa ÷ volume
dichtheid = 284 : 27
dichtheid = 10,5 gram/cm3

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Volume berekenen van een voorwerp
Wanneer een voorwerp balkvormig is, kan je het volume berekenen.

namelijk met de som:
lengte x breedte x hoogte

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
Je kent het verschil tussen dichtheid, massa en volume;
Je kan beschrijven wanneer voorwerpen zweven;
Je kan de dichtheid van een voorwerp uitrekenen;
Je kan de inhoud van een balk uitrekenen.

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

VRAGEN?

Slide 30 - Slide

Wisselmoment: vragen?
Weektaak
6.6 Zwaar en licht - B t/m E
PO Snelheid: Hot Wheels

Zet deze taak in je agenda

Slide 31 - Slide

This item has no instructions