Alle vier de waarden hangen op de één of andere manier wel samen met vrijheid. Anderszins zou je ook kunnen zeggen dat ze elkaar nodig hebben. Je zou ook kunnen zeggen dat het een viereenheid is.
Slide 9 - Slide
Opdracht 2b, p. 48
Vrijheid om je eigen kleding uit te kiezen. Vrijheid om relaties te beëindigen. Vrijheid om de school te verlaten. Vrijheid om over je leven(s-einde) te beschikken. Vrijheid om je lichaam te behandelen of te verzorgen (of juist niet) op een manier die jij kiest.
Slide 10 - Slide
Opdracht 3a, p. 48
Vrijheid van betekent dat je niet in je vrijheid wordt gehinderd, niet wordt onderdrukt; betekent dat je niet wordt tegengehouden, niet in je mogelijkheden wordt gehinderd/ gestraft of wat dan ook als je je eigen levensbeschouwing wilt kiezen, je eigen mening wilt kenbaar maken, enzovoort. De formulering van vrijheid is negatief.
Slide 11 - Slide
Opdracht 3b, p. 48
Vrijheid tot is de positieve formulering van vrijheid zou je kunnen zeggen. Vrijheid tot is keuzevrijheid, kunnen kiezen uit tal van mogelijkheden.
Slide 12 - Slide
Opdracht 4, p. 49
Te denken is aan:
Jij kijkt in de trein op weg naar school nog wat huiswerk door. Iemands mobiel gaat over. Je probeert je te concentreren.
Die ander voert nu een telefoongesprek. Je kunt je nu helemaal slecht concentreren.
Iemand legt zijn voeten op een stoel. Je denkt bij jezelf dadelijk moet daar een ander opzitten.
Het is druk in de bus of de trein. Iemand ontdekt twee vrije plaatsen en legt zijn tas naast zich neer op de vrije zitplaats.
Degene die tegenover je zit draagt kleding met agressieve teksten.