Kerst

1 / 42
next
Slide 1: Slide
Voortgezet speciaal onderwijsMiddelbare schoolBasisschoolPraktijkonderwijsLeerjaar 1

This lesson contains 42 slides, with interactive quizzes, text slides and 5 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Wat weet je over kerst?
KERST

Slide 2 - Mind map

Slide 3 - Video

Hoeveel dagen na Sinterklaas is het 2e kerstdag?
A
20
B
21
C
22
D
23

Slide 4 - Quiz

Wat vieren de christenen
met kerst ?
A
Pakjesavond
B
De geboorte van Jezus
C
De komst van de Kerstman
D
Het begin van de vakantie

Slide 5 - Quiz

Wat betekent de naam Jezus?
A
God met ons
B
Zoon van God
C
Ere zij God
D
God redt

Slide 6 - Quiz

In welke plaats werd Jezus geboren?
A
Nazareth
B
Bethlehem
C
Jeruzalem
D
Haifa

Slide 7 - Quiz

Hoe heten de ouders van Jezus?
A
Adam en Eva
B
Abraham en Sara
C
Jozef en Maria
D
Simson en Delilah

Slide 8 - Quiz

Wie waren de eerste bezoekers
in de stal?
A
de herders
B
drie koningen
C
de naaste buren
D
de stalbeheerder

Slide 9 - Quiz

Welke dieren horen thuis in de kerststal ?
A
schapen, koeien, een paard en een ezel
B
een ezel, kippen, konijnen en een paard
C
schapen, lammeren, een os een ezel
D
goudvissen

Slide 10 - Quiz

Waar kwamen de wijzen vandaan?
A
uit Sliedrecht
B
uit de buurt
C
van de Noordpool
D
uit het Oosten

Slide 11 - Quiz

Op welke datum wordt Eerste Kerstdag gevierd in Oekraïne?
A
7 januari
B
31 december
C
25 december
D
11 november

Slide 12 - Quiz

Slide 13 - Video

Waar woont de kerstman?
A
Duitsland
B
Dordrecht
C
Amerika
D
Noordpool

Slide 14 - Quiz

In Canada heeft de kerstman een eigen postcode.
Wat is deze postcode?
A
2512 SC
B
SANTA 2512
C
H0H 0H0
D
XMAS 1900

Slide 15 - Quiz

Hoeveel rendieren heeft de Kerstman officieel ?
A
Een
B
Vier
C
Acht
D
Tien

Slide 16 - Quiz

Hoe heet het rendier met de rode neus?
A
Rudolf
B
Noosy
C
Heinrich
D
Amerigo

Slide 17 - Quiz

Wij zetten de schoen, maar in Amerika hangen ze een ...................aan de schoorsteen
A
sok
B
knuffel
C
schoen
D
handtas

Slide 18 - Quiz

Wat gebeurt er als je met kerst
onder een mistletoe staat?
A
Je krijgt een cadeau.
B
Je mag een wens doen.
C
Je krijgt een kus.
D
Je hoeft niet te koken met kerst.

Slide 19 - Quiz

Slide 20 - Video

Wanneer is er sprake van een witte kerst?
A
Als op een van de dagen sneeuw ligt
B
Als er op beide dagen sneeuw ligt
C
Als het op beide dagen vriest
D
Als iemand aan tafel de bus poedersuiker omgooit

Slide 21 - Quiz

Let goed op! Er komen vragen over de filmpjes. 

Slide 22 - Slide

6

Slide 23 - Video

Slide 24 - Slide


Hoeveel koekjes zag je op het vorige plaatje?
A
4
B
5
C
6
D
7

Slide 25 - Quiz

Slide 26 - Slide

Hoeveel sokken zag je op de foto?
A
2
B
3
C
4
D
5

Slide 27 - Quiz

Slide 28 - Slide

Hoeveel rode kerstballen zijn
er op de tekening te zien?
A
10
B
12
C
14
D
16

Slide 29 - Quiz

Oh nee, ook een kerstboodschap van de Minions ...
The Minions

Slide 30 - Slide

Hoeveel Minions droegen er een kerstmuts in dit filmpje?
A
Allemaal
B
Drie
C
Een
D
Twee

Slide 31 - Quiz

Slide 32 - Video

Hoe zeg je ‘Fijne kerst’ in het Engels?
A
Yo! Ho ho!
B
Feliz Navidad
C
Happy Christmas
D
Merry Christmas

Slide 33 - Quiz

Wat betekent kerst voor jou?

Slide 34 - Open question

01:08
Wat doet Mr Bean met de baard?
A
Hij streelt de baard
B
Hij eet de baard
C
Hij gooit de baard omhoog
D
Welke baard?

Slide 35 - Quiz

01:31
Wat pakt Mr Bean?
A
Een kertsbal
B
Een kersttbal
C
Een kirstbal
D
Een kerstbal

Slide 36 - Quiz

02:13
Wat zoekt Mr Bean?
A
Een stopcontact
B
Een vrouw
C
Baby Jezus
D
Zijn hersenen

Slide 37 - Quiz

03:53
Hoeveel schapen gooide Mr Bean?
A
7
B
8
C
9
D
10

Slide 38 - Quiz

04:51
Welk dier is dit?
A
Een saurusdino
B
Een dinosaurus
C
Een kip
D
Een eend

Slide 39 - Quiz

05:15
Hoe vliegt de engel binnen?
A
Op de rug van een vogel
B
Met zijn eigen vleugels
C
Met de helikopter
D
Samen met een vlieg

Slide 40 - Quiz

Wat vind jij
het fijnste van kerst?

Slide 41 - Open question

Fijne feestdagen 
en ee
gezond 2025!

Slide 42 - Slide