Herhalen 5Havo parlementaire democratie

PARLEMENTAIRE DEMOCRATIE
HERHALING

1. in stilte begrippenlijsten bestuderen 
(aftekenen & wat moet je leren)
2. herhaling
3. Maken oefenvragen lessonup samen
1 / 31
next
Slide 1: Slide
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

PARLEMENTAIRE DEMOCRATIE
HERHALING

1. in stilte begrippenlijsten bestuderen 
(aftekenen & wat moet je leren)
2. herhaling
3. Maken oefenvragen lessonup samen

Slide 1 - Slide

Welke vragen heb je nog?

Slide 2 - Open question

TRIAS
POLITICA

Slide 3 - Slide

Dit overzicht goed leren!!

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

1.Evenredige vertegenwoordiging
2. Districten stelsel
Vertegenwoordiging = gekozen groep namens het volk
evenredig= elke stem telt (aantal zetels / aantal stemmen)
districten = per gebied de grootste naar het parlement

Voordelen districtenstelsel: minder partijen, geen/korte formatie, partijen doen wat ze beloven
Nadelen districtenstelsel: Veel stemmen/kiezers worden niet vertegenwoordigd

Slide 6 - Slide

NOTEER VOOR JEZELF
De onderwerpen die niet goed hebt
bestudeer deze nog eens extra!

Slide 7 - Slide

SLEEPVRAAG: Welke situatie of kenmerk hoort bij een democratie, bij een dictatuur of bij allebei?
Sleep het kenmerk/situatie naar 'democratie', naar 'dictatuur' of naar 'allebei'
Democratie
Dictatuur
Allebei
1. Burgers moeten zich aan de wet houden.
2. De regering verbiedt een nieuwe politiek partij.
3. De overheid heeft het geweldsmonopolie.
4. Er wordt gefraudeerd bij de verkiezingen.
5. Op tv mag je grappen maken over het staatshoofd.
6. Ministers worden niet door het volk gekozen.
7. Rechters zijn niet onafhankelijk.
8. Er is sprake van trias politica.
9. Politici komen hun belofte niet altijd na.

Slide 8 - Drag question

DE DEFINITIE VAN DEMOCRATIE
Een democratie is een bestuursvorm waarbij de 

      direct of indirect              uitoefent op de

              besluitvorming
INVLOED
BEVOLKING
POLITIEKE

Slide 9 - Drag question

Een democratie kent ...
A
een grondwet, geen verkiezingen en persvrijheid
B
persvrijheid, verkiezingen en geen grondrechten
C
verkiezingen, geen vrijheid van meningsuiting en een grondwet
D
een grondwet, verkiezingen, persvrijheid

Slide 10 - Quiz

SYNONIEMEN VOOR 1e en 2e KAMER ZIJN
A
PARLEMENT, REGERING, KABINET
B
PARLEMENT, STATEN GENERAAL EN VOLKSVERTEGENWOORDIGING
C
VOLKSVERTEGENWOORDIGING, KABINET EN GEDEPUTEERDE STATEN
D
PARLEMENT, VOLKSVERTEGENWOORDIGING EN GEDEPUTEERDE STATEN

Slide 11 - Quiz

WELKE STELLING IS JUIST / ONJUIST?
1) In de aanloop naar de verkiezing worden er opiniepeilingen gedaan om te zien in te schatten hoe groot de partijen worden
2) De politici strijden om de zwevende kiezer, een kiezer die niet goed weet op welke partij hij/zij moet stemmen
A
1 is juist, 2 is onjuist
B
1 is onjuist, 2 is juist
C
beide zijn juist
D
beide zijn onjuist

Slide 12 - Quiz

WELKE STELLING IS JUIST / ONJUIST?
1) Een coalitie is een samenwerkingsverband tussen 2 of meerdere politieke partijen
2) De koning maakt deel uit van de regering maar heeft formeel geen macht
A
1 is juist, 2 is onjuist
B
1 is onjuist, 2 is juist
C
beide zijn juist
D
beide zijn onjuist

Slide 13 - Quiz

WELKE STELLING IS JUIST / ONJUIST?
1) Op dit moment heeft ons land een demissionair kabinet
2) Ook staatssecretarissen zijn een onderdeel van de regering en vergaderen mee in de tweede kamer indien gewenst
A
1 is juist, 2 is onjuist
B
1 is onjuist, 2 is juist
C
beide zijn juist
D
beide zijn onjuist

Slide 14 - Quiz

WELKE STELLING IS JUIST / ONJUIST?

1) Het passief kiesrecht is het recht om gekozen te worden
2) het actief kiesrecht is het recht om te kiezen
A
1 is juist, 2 is onjuist
B
1 is onjuist, 2 is juist
C
beide zijn juist
D
beide zijn onjuist

Slide 15 - Quiz

Zet de zinnen die aan de linkerkant staan in de juiste volgorde.
Er is een nieuwe Tweede Kamer
Partijen sluiten samen een regeerakkoord
Partijen gaan campagne voeren: op straat en via de media.
Mensen stemmen op een politieke partij.
Uitslag van de Tweede Kamerverkiezingen.
Partijen maken een partijprogramma.

Slide 16 - Drag question

JUIST OF ONJUIST
1) de koning is onschendbaar en kan dus strafbare feiten begaan zonder door een rechter vervolgt te worden
2) We zijn een constitutionele democratie, dat zie je omdat we een koningshuis hebben

A
1 is juist, 2 is onjuist
B
1 is onjuist, 2 is juist
C
beide zijn juist
D
beide zijn onjuist

Slide 17 - Quiz

JUIST OF ONJUIST
1) De Provinviale Staten is de gekozen volksvertegenwoordiging van de provincie
2) De eerste kamer wordt eens in de vier jaar gekozen

A
1 is juist, 2 is onjuist
B
1 is onjuist, 2 is juist
C
beide zijn juist
D
beide zijn onjuist

Slide 18 - Quiz

Welke taak hoort bij wie?
Ministers
Tweede kamer leden
ambtenaren
Uitvoerende macht 
Wetgevende macht 

Slide 19 - Drag question

Welke waarden passen
                   is één van de kernwaarden van het Liberalisme 

is een belangrijke waarde van de sociaal democratie 
Solidariteit
Vrijheid

Slide 20 - Drag question

Leg uit wat een referendum is en waarom dit vaak als voorbeeld wordt genoemd voor een directe democratie

Slide 21 - Open question

Onze democratie is in crisis, er is steeds minder draagvlak onder burgers voor het huidige politieke systeem. Er zijn mensen die pleiten voor een districten/ meerderheidsstelsel, welke argumenten gebruiken zij om te pleiten voor dit systeem als verbetering? Zorg dat je het systeem uitlegt en minimaal 2 argumenten voor verwoord.

Slide 22 - Open question

Slide 23 - Video

4. In dit filmpje is de ideologie van de PVV
duidelijk te herkennen. Benoem welke dit is en
geef twee kenmerken die bij deze ideologie passen
die je kan vinden in dit filmpje.
timer
3:00

Slide 24 - Open question

Slide 25 - Video

6. Zowel de VS als Nederland heeft een representatieve
democratie. Toch zou je kunnen beargumenteren dat
Nederland een hogere mate heeft van vertegenwoordiging.
Leg dit uit door middel van het kiesstelsel evenredige vertegenwoordiging.
timer
3:00

Slide 26 - Open question

JUIST OF ONJUIST
1) Het dagelijkse bestuur van de Europese Unie wordt gevormd door de Europese Commissie
2) Het Europees Hof wordt eens in de vijf jaar gekozen door de Europese burgers

A
1 is juist, 2 is onjuist
B
1 is onjuist, 2 is juist
C
beide zijn juist
D
beide zijn onjuist

Slide 27 - Quiz

Noem een overeenkomst en verschil tussen het Nederlandse Parlement en het Europese Parlement

Slide 28 - Open question

Op een aantal terreinen is de EU een supranationale organisatie, dat wil zeggen dat......

A
Er eens in de vijf jaar verkiezingen zijn
B
De Europese Unie een scheiding van de machten kent
C
Aangesloten landen bevoegdheden hebben overgedragen
D
Besluiten alleen met een meerderheid genomen worden

Slide 29 - Quiz

Waarom is persvrijheid zo belangrijk voor de democratie? Geef een voorbeeld bij je antwoord van een land waarin dit speelt.

Slide 30 - Open question

Zijn er nog vragen?

Slide 31 - Slide