H5 Taalverzorging - verkleinwoorden

1 / 35
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 2

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

timer
15:00

Slide 2 - Slide

Wat gaan we vandaag doen?
15 minuten lezen
Uitleg H5 verkleinwoorden
Oefenen klassikaal
Aan de slag met de opdrachten

Slide 3 - Slide

Verkleinwoorden
Nieuw Nederlands 6e editie
2  vmbo/havo
H5. Taalverzorging - Formuleren

Slide 4 - Slide

Leerdoelen
  • Je leert de verkleinwoorden goed te spellen.



Slide 5 - Slide

Wat weet je er al van?
Noteer drie verkleinwoorden.

Slide 6 - Mind map

Naar aanleiding van het volgende filmpje worden er vragen over de stof gesteld.

Slide 7 - Slide

6

Slide 8 - Video

00:32

Verkleinwoorden maak je door
-je, -kje, -pje, -tje of -etje achter het .............. te zetten.
A
lidwoord
B
bijwoord
C
bijvoeglijk naamwoord
D
zelfstandig naamwoord

Slide 9 - Quiz

00:52

Basis
De volgende verkleinwoorden zijn goed geschreven:
A
geheimpje, koninkje, bankje, stoeltje, tekeningetje
B
geheimpje, koningkje, bankje, stoeltje, tekeningetje
C
geheimpje, koninkje, bangkje, stoeltje, tekeningetje
D
geheimpje, koninkje, bankje, stoeltje, tekeningentje

Slide 10 - Quiz

01:15

Korte klanken worden in het verkleinwoord soms lang. Dus de verkleinwoorden van 'glas' en 'pad' worden
A
glasje en padje
B
glaasje en padje
C
glasje en paadje
D
glaasje en paadje

Slide 11 - Quiz

01:16

Als je goed naar de uitleg hebt gekeken en geluisterd, weet je dat het verkleinwoord van 'bikini' dus wordt:
A
bikinitje
B
bikinietje
C
bikini'tje
D
bikinetje

Slide 12 - Quiz

01:46

Dus de verkleinwoorden van opa, menu, comité en radio worden ...
A
opa'tje, menu'tje, comité'tje, radio'tje
B
opatje, menutje, comitétje, radiotje
C
opaatje, menuutje, comiteetje, radiootje

Slide 13 - Quiz

02:23

De verkleinwoorden van hobby, A3, pdf, en het getal 5 worden als volgt goed geschreven: 
A
hobbietje, A3tje, pdfje, 5je
B
hobby'tje, A3'tje, pdf'je, 5je

Slide 14 - Quiz


De uitlegvideo begon met de vraag hoe je de verkleinwoorden van taxi en café zou moeten schrijven. Het goede antwoord zou je nu moeten weten. 
A
taxi'tje, cafeetje
B
taxietje, cafeetje
C
taxietje, cafétje
D
taxi'tje, cafétje

Slide 15 - Quiz

En dan nu een sleepvraag

Slide 16 - Slide

'pje
'tje
'etje
'kje
'je
lolly
boom
cake
moskee
koning
wc
bloem
weg
dans
ketting

Slide 17 - Drag question

Wat is het goede verkleinwoord van
bikini?
A
bikinietje
B
bikinitje

Slide 18 - Quiz

Wat is het goede verkleinwoord van
accu?
A
accu'tje
B
accuutje
C
accutje
D
accu-tje

Slide 19 - Quiz

Wat is het goede verkleinwoord van
ski?
A
skitje
B
skietje
C
ski'tje
D
ski-tje

Slide 20 - Quiz

Wat is het goede verkleinwoord van
opa?
A
opatje
B
opa'tje
C
opaatje

Slide 21 - Quiz

Wat is het goede verkleinwoord van
raam?
A
raampje
B
raamje
C
raamtje

Slide 22 - Quiz

Verkleinwoorden: goed of fout?
A4'tje
A
goed
B
fout

Slide 23 - Quiz

Verkleinwoorden van oma, ski en café zijn goed geschreven bij:
A
oma'tje, skietje en cafeetje
B
omaatje, ski'tje en cafe'tje
C
omaatje, skietje en cafeetje
D
oma'tje, ski'tje en cafeetje

Slide 24 - Quiz

Wat is het verkleinwoord van
koning?

Slide 25 - Open question

Wat is het verkleinwoord van
bij?

Slide 26 - Open question

Wat is het verkleinwoord van
jongen?

Slide 27 - Open question

Wat is het verkleinwoord van
radio?

Slide 28 - Open question

NU:

Maak de opdrachten van hoofdstuk 5 - Taalverzorging - Verkleinwoorden

Opdrachten 1, 2, 2, 3, 3, 4, 5, 6 en 9.  

Let op: 
  • goede zinnen
  • hoofdletters en leestekens



Slide 29 - Slide

Afsluiting

Vervolgens sluit je deze les in LessonUp af door de slides (29, 30 en 31) te bekijken en te beantwoorden.

Slide 30 - Slide


Maak de quiz en stuur door hoeveel vragen van de 20 je er goed had.   Quizizz verkleinwoorden
Heb je minder dan 65% goed in de quiz en dan zul je nog meer moeten oefenen. Ga dan naar slide 33.

Slide 31 - Open question

Je hebt nu alles af van dit onderdeel. Schrijf twee dingen op die je van deze uitleg en oefeningen hebt geleerd.

Slide 32 - Open question

Stel één vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 33 - Open question

Eindopdracht verkleinwoorden

Voor de eindopdracht ga je naar Magister Opdrachten. Je kan deze opdracht alleen maar goed maken als je het theorieschema hebt aangevuld. 

Dat is dus het schema waarvan je bij slide 13 een foto hebt moeten uploaden. 




Slide 34 - Slide

Extra oefenen: verkleinwoorden
Door op de linkjes (onderstreepte tekst) te klikken, kom je bij de opdracht.

Slide 35 - Slide