Ma 25 september enkelvoudige en samengestelde zinnen




Wat weet je nog van hoofdzinnen en bijzinnen?
1 / 26
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson




Wat weet je nog van hoofdzinnen en bijzinnen?

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Video

This item has no instructions

hoofdzinnen (HZ) + bijzinnen (BZ)




Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Hoofdzinnen en bijzinnen
hoofdzin
bijzin
ow en pv staan naast elkaar; er passen bijna nooit andere zinsdelen tussen
tussen ow en pv kunnen wel andere zinsdelen staan, bijvoorbeeld het woordje 'niet'
pv is het eerste of tweede zinsdeel van de zin
pv staat vaak achteraan in de zin

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Hoofdzinnen en bijzinnen
Een samengestelde zin kan bestaan uit:
- twee hoofdzinnen
- een hoofdzin en bijzin(nen)
- meerdere hoofdzinnen en bijzinnen


Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Slide 6 - Video

This item has no instructions

wat zijn samengestelde zinnen?

Slide 7 - Open question

This item has no instructions

Samengestelde zinnen hebben twee of meer persoonsvormen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 8 - Quiz

Samengestelde zinnen --> zijn zinnen met meer dan 1 persoonsvorm
En, terwijl, omdat, zodat, nadat, als, toen, want, maar, of, dus
zijn:
A
samengestelde zinnen
B
voegwoorden

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Wat voor zin is dit?

Marlies koopt sieraden. Julia koopt nieuwe schoenen.
A
twee losse zinnen
B
samengestelde zin

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Wat voor zin is dit?

Lieke gaat naar de stad en Isis blijft thuis.
A
twee losse zinnen
B
samengestelde zin

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Is de stelling waar?

Je vindt de persoonsvorm in samengestelde zinnen met de tijdproef.
A
waar
B
niet waar

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Wat voor zin is dit?

Omdat mijn fietsband lek is, loop ik naar huis.
A
twee losse zinnen
B
samengestelde zin

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Wat voor zin is dit?

Ik heb de bus gemist. Nu moet ik wachten.
A
twee losse zinnen
B
samengestelde zin

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

a) Je kunt ten allen tijde bij je mentor studieadvies vragen.
b) Linde krijgt een nieuwe fiets en een nieuwe iPhone.
A
a en b zijn enkelvoudige zinnen
B
alleen a is een samengestelde zin
C
alleen b is een samengestelde zin
D
a en b zijn samengestelde zinnen

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

hoofdzinnen
bijzinnen
Jantje heeft gisteren de film van het boek gekeken
want hij vond het een super leuk boek
omdat hij deel 1 heeft gekeken 
koopt hij ook deel 2

Slide 16 - Drag question

This item has no instructions

Zijn de zinnen die je achter de volgende zin kunt plaatsen hoofdzinnen of bijzinnen?
Annet is zenuwachtig, omdat
timer
0:30
Hoofdzin
Bijzin
ze nog nooit eerder heeft opgetreden. 
ze morgen naar de tandarts moet.

Slide 17 - Drag question

This item has no instructions

Zijn de zinnen die je achter de volgende zin kunt plaatsen hoofdzinnen of bijzinnen?
Mijn pianoleraar vond dat ik erg goed had gespeeld,
timer
0:30
Hoofdzin
Bijzin
hoewel ik veel foutjes maakte. 
want ik maakte geen foutjes.

Slide 18 - Drag question

This item has no instructions

Zijn de zinnen die je achter de volgende zin kunt plaatsen hoofdzinnen of bijzinnen?
Annet is zenuwachtig, want......
timer
0:30
Hoofdzin
Bijzin
ze heeft nog nooit eerder opgetreden.
morgen moet ze naar de tandarts.

Slide 19 - Drag question

This item has no instructions

Zijn de zinnen die je achter de volgende zin kunt plaatsen hoofdzinnen of bijzinnen?
Het gaat regenen, ......
timer
0:30
Hoofdzin
Bijzin
maar af en toe zal de zon schijnen.
hoewel de de zon af en toe zal schijnen.

Slide 20 - Drag question

This item has no instructions

Als je samengestelde zinnen maakt ...
A
Gebruik je een puntkomma.
B
Gebruik je een dubbele punt.
C
Gebruik je verbindingswoorden.
D
Gebruik je signaalwoorden.

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Welke zinnen zijn samengestelde zinnen?
A
Nu is een selfie in een seconde gepiept, maar is het resultaat daarom minder waard?
B
Tijdens het Museumweekend presenteerde de organisatie het allereersteSelfiemuseum.
C
Geen van beide

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Samengestelde zin
Enkelvoudige zin
Vandaag leer ik over samengestelde zinnen.
Ik ga naar school, omdat ik slim wil worden.
Ik kan een moeilijke en lange samengestelde zin herkennen.
Deze stof vind ik makkelijk en ik hoef niet veel te leren.

Slide 23 - Drag question

This item has no instructions

Geef aan of de volgende zinnen enkelvoudig of samengesteld zijn. Als de zin samengesteld is, geef dan aan of de zin onderschikkend of nevenschikkend is.
enkelvoudig
een enkelvoudige zin heeft maar één persoonsvorm. Er kunnen wel meer werkwoorden zijn. Deze werkwoorden zijn samen onderdeel van het gezegde (werkwoordelijk of naamwoordelijk)
EV
samengesteld
een samengestelde zin heeft twee (of meer) persoonsvormen.
Verander de zin van tijd om te zien wat de persoonsvormen zijn.
Een samengestelde zin is nevenschikkend of onderschikkend.
Nevenschikkend: twee hoofdzinnen (voegwoorden: en, maar, want, of)
Onderschikkend: hoofdzin en bijzin(nen) (HZ-BZ of BZ-HZ). Onderwerp en persoonsvorm staan in de bijzin uit elkaar of kunnen uit elkaar geplaatst worden door het woordje niet ertussen te plaatsen.
SG
enkelvoudige zin
samengestelde zin
nevenschikkend
samengestelde zin
onderschikkend
Kasper gaat volgend jaar Engels studeren in Amsterdam.
Hoewel het kampioenschap de club niet meer kon ontgaan, bleef de trainer zenuwachtig voor de wedstrijd.
Ze vraagt wel even of hij op je wacht.
Ilse eet veel fruit omdat dat gezond is.
Ze speelt prachtig viool en haar broer speelt heel mooi gitaar.
Ik stop met werken want ik ben rijk.

Slide 24 - Drag question

This item has no instructions

Geef aan of de volgende zinnen enkelvoudig of samengesteld zijn.
enkelvoudig
een enkelvoudige zin heeft maar één persoonsvorm. Er kunnen wel meer werkwoorden zijn. Deze werkwoorden zijn samen onderdeel van het gezegde (werkwoordelijk of naamwoordelijk)
EV
samengesteld
een samengestelde zin heeft twee (of meer) persoonsvormen.
Verander de zin van tijd om te zien wat de persoonsvormen zijn.

SG
enkelvoudige zin
Samengestelde zin
Tijdens de voetbalwedstrijd mogen de supporters niets drinken op de tribune.
Hoewel het kampioenschap de club niet meer kon ontgaan, bleef de trainer zenuwachtig voor de wedstrijd.
De uitblinkende middenvelder wilde nog niet zeggen of hij nog een jaar blijft.
De supporters hopen dat hij besluit nog een jaar bij hun club blijft.
Hij heeft het enorm naar zijn zin, maar een avontuur is ook interessant.
De trainer blijft nog een seizoen of hij gaat toch met pensioen.

Slide 25 - Drag question

This item has no instructions

Huiswerk voor Ma Di 26 sept
Maken opdr. 3 en 4 blz. 183/184

Hoofdzinnen en bijzinnen onderscheiden.
Leer de  vijf nevenschikkende voegwoorden.
Ze verbinden twee hoofdzinnen met elkaar.
Want, Of, Dus, En, Maar (WODEM)









Slide 26 - Slide

This item has no instructions