Thema 5 2w9 4-4

• Groen
• Middelbare school
• vmbo g
• Leerjaar 2

Thema 5 basisstof 7

Veilig vrijen bladzijde 53

Het doel van deze les

Na deze les ben je in staat:
- te vertellen waarom veilig vrijen belangrijk is
- Wat een anticonceptimiddel precies doet
- de condoom op een juiste manier te gebruiken.

Wat is veilig vrijen?

Anticonceptiemiddelen

- Er zijn meerdere soorten (kijk eens in de rode koffer) De pil, Nuvaring, prikpil, hormoonpleister etc...
- Een anticonceptiemiddel zorgt ervoor dat er geen ovulatie (eisprong) plaatsvindt.
- Het remt de lichaamseigen hormonen, waardoor je soms minder last hebt van de menstruatie periode.

Onbetrouwbare methoden

- periodieke onthouding houdt in dat de vrouw geen seks heeft rond de 14e dag van haar cyclus. Ze gokt dan dat ze de vruchtbare periode mijd.
- 'Voor het zingen de kerk uit' de man trekt zich terug uit de vrouw wanneer hij voelt dat hij klaarkomt. Dit is onbetrouwbaar, omdat het voorvocht ook zaadcellen bevat.

De morning after pil

-Is een noodmaatregel die je gebruikt nadat je seks hebt gehad en het condoom is gescheurd (houdt geen soa's tegen) of wanneer je er achter komt dat je de pil vergeten bent.
- Deze pil bevat extreem veel hormonen, je kan er ook ziek van worden.

Seksueel overdraagbare aandoeningen

- Kan je krijgen wanneer je intiem contact hebt met een ander persoon en daarbij geen condoom gebruikt.
- Chlamydia is de meest voorkomende soa in NL en zorgt voor ontstekingen in je lichaam.
- HIV/AIDS is een soa waar je nooit meer vanaf komt. Je zult hier de rest van je leven rekening mee moeten houden.

- Je kunt een soa bij je dragen zonder dat je er last van hebt. Je kan het zo ook onbedoeld doorgeven aan anderen.
- Chlamydia is vaak goed te bestrijden met antibiotica. Wanneer je klachten hebt en er niks aan doet kan dat nare gevolgen hebben, zoals onvruchtbaarheid.

Aan de slag

Zorg dat je alle opdrachten afmaakt van basisstof 1 t/m 5 en 7.

Volgende week 13-4 heb je hier de toets over.

De quizzzz

Hier een aantal vragen om te chekken of jullie al een beetje voorbereid zijn op de toets

Wat zijn secundaire geslachtskenmerken?

1. Geslachtskenmerken die al vanaf de geboorte aanwezig zijn
2. Geslachtskenmerken die vanaf rond je 10e jaar gaan ontwikkelen.

Primaire geslachtskenmerken zijn vanaf de geboorte aanwezig: meisje schaamlippen en vagina en bij de jongen de penis en de balzak

Secundaire geslachtskenmerken ontwikkelen zich in de puberteit. Denk aan: borsthaar, borsten, bredere heupen, bredere schouders, meer spiermassa etc.

Leg uit waarom okselhaar en haar rond de geslachtsorganen geen geslachtskenmerken zijn

Hoe heet het vrijkomen van de eicel uit een eierstok?

1. Menstruatie
2. Bevruchting
3. Ovulatie
4. Gemeenschap

Wat is de functie van de prostaat?

1. Vocht toevoegen aan het zaadcellen
2. Urine toevoegen aan het sperma
3. Vocht toevoegen aan de urine

Welk deel van het mannelijk geslachtsorgaan heeft dezelfde functie al de prostaat?

1. De zaadleider
2. De eikel
3. De voorhuid
4. De zaadblaasjes

In principe heeft een vrouw een regelmatige cyclus, namelijk van 28 dagen. Op welke dag van de cyclus vindt de ovulatie (eisprong) plaats?

1. op de 24e dag
2. op de 14e dag
3. Op dag 1
4. op de dag dat de ongesteldheid stopt

Kijk goed naar het volgende plaatje

De vraag is: waar vindt de bevruchting plaats, onhoud het goede nummertje.

De bevruchting vindt plaats in nummer

1. 1
2. 2
3. 3
4. 4

Wat is de meest voorkomende soa in Nederland?

1. HIV
2. Chlamydia
3. syfilis
4. Genitale wratten

Wanneer je onveilige seks hebt gehad en je geen klachten hebt, heb je sowieso geen soa

1. klopt
2. klopt niet

Leg uit...

einde quizzz

Heb je het doel van vandaag behaald?

Na deze les ben je in staat:
- te vertellen waarom veilig vrijen belangrijk is
- Wat een anticonceptimiddel precies doet
- de condoom op een juiste manier te gebruiken.

Succes met leren!!

volgende week 11-4 toets
thema 5 basisstof 1 t/m 5 en 7

Heb je nog vragen mail dan naar: [e-mail]