De vergrotende/overtreffende trap

1 / 14
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

De vergrotende/overtreffende
trap

Slide 2 - Mind map

De vergrotende trap

"Plus/Moins/Aussi … que"

- Meer … dan - Il est plus intelligent que moi
- Minder … dan - Il est moins intelligent que moi
- Evenveel … als - Il est aussi intelligent que moi

Let op: het bijv. nw. schikt zich naar het onderwerp, dus:Elle est plus intelligente que moi





Slide 3 - Slide

Vertaal: mijn broers zijn minder aardig dan mijn zussen
A
Mes frères sont moins gentil que mes soeurs
B
Mon frères sont moins gentils que mes soeurs
C
Mes frères sont moins gentils que mes soeurs
D
Mes frères sont moins gentilles que mes soeurs

Slide 4 - Quiz

Vertaal: zij is groter dan ik

Slide 5 - Open question

De overtreffende trap

"Lidwoord + plus/moins + bijvoeglijk naamwoord"

1. Hij is het grootst - Il est le plus grand
2. Zij is het grootst - Elle est la plus grande
3. Zij zijn het grootst -  Ils sont les plus grands
                                           Elles sont les plus grandes


1. Hij is het minst groot - il est le moins grand
 

Slide 6 - Slide

Vertaal: hij is het jongst

Slide 7 - Open question

Onregelmatige vormen

Goed - beter - best 
Bon(ne)(s) - meilleur(e)(s) - le/la/les meilleur(e)(s)
--> Dit koekje is het best: ce gâteau est le meilleur

Slecht - slechter - slechtst
Mauvais - pire(s) - le/la/les pire(s) 
--> Deze oplossing is het slechtst: cette solution est la pire 

 

Slide 8 - Slide

Vertaal: De jongen is groter dan ik

Slide 9 - Open question

Vertaal: De meisjes zijn serieuzer dan de jongens

Slide 10 - Open question

Vertaal: Mijn moeder is even aardig als jouw moeder

Slide 11 - Open question

Vertaal: de mannen zijn het minst mooi

Slide 12 - Open question

Vertaal: Het Franse voedsel (la nourriture) is het beste

Slide 13 - Open question

Welke zinnen zijn juist geschreven?
A
Cette idée est la plus bonne
B
Cette idée est la pire
C
Cette idée est la meilleure
D
Cette idée est le pire

Slide 14 - Quiz