This lesson contains 23 slides, with interactive quiz, text slides and 1 video.
Items in this lesson
BS4 Planten en dieren
Basisstof 6 Planten
Slide 1 - Slide
Wat weet je nog van bacteriën en schimmels?
Slide 2 - Mind map
Leerdoelen:
- Je kunt planten indelen door te kijken naar de bouw en de manier van voortplanten.
- Je kunt dieren indelen door te kijken naar de symmetrie en het skelet.
Slide 3 - Slide
Planten ordenen
- Planten kunnen eencellig of meercellig zijn. Meercellige planten bestaan uit weefsels en organen, zoals wortels, stengels, vaten, bladeren en bloemen.
- Voor het ordenen van planten wordt gekeken naar kenmerken van organen en de manier van voortplanting.
Slide 4 - Slide
Vaatplanten en mossen
Alle meercellige planten met vaten worden ingedeeld bij de vaatplanten. Deze groep kun je weer verder indelen in kleinere groepen.
Mossen hebben geen vaten en behoren daarom niet tot de vaatplanten.
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Stammen uit het rijk van de planten
Sporenplanten
Wieren
(algen)
Zaadplanten
Slide 7 - Slide
Wieren (algen)
Wieren kunnen eencellig of meercellig zijn.
Wieren hebben geen wortels, stengels en bladeren.
Eencellige wieren planten zich voort door deling. Meercellige wieren planten zich voort met sporen.
Boomalg en zeesla zijn voorbeelden van wieren
Slide 8 - Slide
Sporenplanten
*Hebben wortels, stengels en
bladeren maar geen bloemen.
*Planten zich voort door middel van
sporen.
*We verdelen sporenplanten weer
verder in 3 klassen: de mossen,
de varens en de paardenstaarten.
Slide 9 - Slide
Stam: Zaadplanten
Kenmerken:
Hebben wortels, stengel en bladeren
Bloemen en vruchten waarin de zaden ontstaan.
Voortplanting: zaden
Onderverdeeld in de klassen naaktzadigen en bedektzadigen.
Slide 10 - Slide
Dieren ordenen: Symmetrie
Bij het ordenen van dieren wordt vooral gelet op skelet en symmetrie.
- Tweezijdig
- Veelzijdig
- Niet
Slide 11 - Slide
Dieren ordenen: Skelet
-Inwendig skelet: Bv. mens of spons
-Uitwendig skelet: Bv. mossel of lieveheersbeestje
-Geen skelet: Bv. kwal of naaktslak
Slide 12 - Slide
7 groepen
Op basis van de symmetrie en het skelet kun je het dierenrijk ordenen in groepen met dezelfde kenmerken.
Zeven groepen zijn de sponsdieren, neteldieren, wormen, weekdieren, geleedpotigen, stekelhuidigen en gewervelden
Slide 13 - Slide
Sponzen
Kenmerken:
- niet symmetrisch
- skelet van stevige hoornvezels tussen de cellen
- zitten meestal vast op de bodem van de zee
Slide 14 - Slide
Neteldieren/ holtedieren
Kenmerken:
- veelzijdig symetrisch
- meestal geen skelet
- leven in water
- vangen hun prooi met
tentakels
Slide 15 - Slide
Wormen
tweezijdig symmetrisch
geen skelet
lichaam is lang en dun
Slide 16 - Slide
Weekdieren
Kenmerken:
- Tweezijdig symetrisch
- Meestal een schelp of huisje
als skelet
Slide 17 - Slide
Geleedpotigen
Kenmerken:
- tweezijdig symmetrisch
- Uitwendig skelet is een pantser
1 insecten (6 poten)
2 spinachtigen (8 poten)
3 kreeftachtigen (10-14 poten)
4 Duizendpoten (heel veel poten)
Insect
6 poten
1
Spinachtigen
8 poten
2
Kreeftachtigen
10 poten
3
Veel potigen
veel poten (meer dan 10)
4
Slide 18 - Slide
Stekelhuidigen
Kenmerken:
- veelzijdig symetrisch
- inwendig skelet (kalk)
- de huid is bedekt met stekels
of knobbels
- leeft op de bodem van de zee
Zee-egel
Zeester
Zeekomkommer
Slide 19 - Slide
Gewervelden
Kenmerken:
- tweezijdig symetrisch
- inwendig skelet
1: vissen
2: reptielen
3: amfibiën
4: vogels
5: zoogdieren
Slide 20 - Slide
Zelfstandig werken
Maken BS 4 van thema 4
Slide 21 - Slide
Leerdoelen behaald?
- Je kunt planten indelen door te kijken naar de bouw en de manier van voortplanten.
- Je kunt dieren indelen door te kijken naar de symmetrie en het skelet.