2vwo spelling les 6: Tussenletters in samenstellingen

2vwo spelling les 6: Tussenletters in samenstellingen
Welkom klas 2vwo
Volg het stappenplan, dan maken we er een goede les van.
Stap 1: Telefoons in de telefoontas.
Stap 2: Pak je laptop, schrift en boek Nederlands.
Stap 3: Log in in LessonUp met je eigen naam.
1 / 11
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

2vwo spelling les 6: Tussenletters in samenstellingen
Welkom klas 2vwo
Volg het stappenplan, dan maken we er een goede les van.
Stap 1: Telefoons in de telefoontas.
Stap 2: Pak je laptop, schrift en boek Nederlands.
Stap 3: Log in in LessonUp met je eigen naam.

Slide 1 - Slide

Wat ga je doen?
Leerdoel: Je kunt samenstellingen met en zonder tussenletters correct spellen.
Hoe bereiken we dit leerdoel?
Groepjes maken
Controle huiswerk +dictee
Uitleg: samenstellingen
Oefenen
Huiswerk: Online: Opdracht 1, 7, 8 & 9

Slide 2 - Slide

Groepjes maken
Groepen van 3 of 4 personen.
Maandag hebben jullie allemaal een nieuw leesboek uitgezocht.
Je leest in je groepje hetzelfde boek.
Je gaat in een boekenkring het boek bespreken.

Slide 3 - Slide

Dictee 3.9
1. Open je schrift op een lege bladzijde.
2. Zet daar als titel boven: dictee Spelling H3
3. Luister goed naar de docent. Schrijf je juiste spelling op. Het zijn 5 woorden
4. Ruil na het dictee je schrift met degene die naast je zit.
Kijk na met een andere kleur pen

Slide 4 - Slide

1. enigszins
2. pottenkijker
3. secondewijzer
4. Stationsstraat
5. groentesoep



Slide 5 - Slide

Tussenletter -s in een samenstelling
Bij samenstellingen moet je soms een -s of - (e)n toevoegen.
Zo bepaal je of je een -s moet toevoegen:
Hoor je de -s in een samenstelling, dan schrijf je die ook: meningsverschil
Soms begint het 2e deel van een samenstelling met een s-klank. Vervang het tweede woord door een woord dat niet met de -s begint. Dan weet je of je twee keer de -s moet schrijven.
Voorbeeld: bruid+sluier --> bruid+jurk = bruidsjurk, dus bruidssluier.

Slide 6 - Slide

Tussenletter -n 
- en voeg je toe als het meervoud van het eerste deel ook op -en eindigt: paardenbloem
Je schrijft een -e in de volgende gevallen:
  •  Het eerste deel heeft geen meervoud: rijstepap
  • Het eerste deel verwijst naar iets waarvan er maar 1 is: maneschijn, zonnesteek.
  • Het eerste deel heeft ook een meervoud op -s: Secondewijzer (seconden/secondes
  • Het eerste deel is geen zelfstandig naamwoord (werkwoord of bijvoeglijknaamwoord)
Knarsetanden, armelui
  • Het eerste deel is een versterkt bijvoeglijk naamwoord: Reuzefijn.

Slide 7 - Slide

Maak de juiste samenstelling:
onweer+bui =

Slide 8 - Open question

Maak de juiste samenstelling:
beer+goed =

Slide 9 - Open question

Maak de juiste samenstelling: passagier + schip =

Slide 10 - Open question

Huiswerk
Wat: Je werkt online: opdracht 1, 7, 8 en 9.
Hoe: Je werkt fluisterend aan de opdrachten.
Klaar: Bezig voor een ander vak

Slide 11 - Slide