Thema 1 BS 3 Ademhalen

Thema 1.3 Het ademhalingsstelsel
Welkom OT2
1 / 31
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Thema 1.3 Het ademhalingsstelsel
Welkom OT2

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Vandaag
herhalen 1.2 Energie
leerdoelen 
nieuwe theorie: 1.3 Ademhalen
zelf aan de slag
herhalen leerdoelen

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Maak de reactievergelijking van verbranding kloppend.
+
+
  _______>
verbranding
koolstofdioxide
zuurstof
water
glucose

Slide 3 - Drag question

This item has no instructions

Wat hoort er bij het ademhalingsstelsel?
A
De maag
B
Het hart
C
De longen
D
De schedel

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Waar wordt de lucht die je in ademt verwarmd, gezuiverd en bevochtigd?
A
In de longblaasjes
B
In de neusholte
C
Aan het strottenhoofd

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Wat sluit de luchtpijp af, als we slikken?
A
Het strotklepje
B
De longblaasjes
C
De mond

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Waarom wordt de luchtpijp afgesloten als we slikken?
A
Om het infectiegevaar te beperken.
B
Om de slokdarm te openen.
C
Dan kan er geen voedsel, speeksel of drank in de luchtpijp komen.
D
Om even geen lucht te krijgen.

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

luchtpijp
Bronchien
Vertakkingen van de bronchiën

Slide 8 - Drag question

This item has no instructions

leerdoelen (basisstof 3)

- je kunt de werking van de longblaasjes beschrijven
- je kunt de verschillen noemen tussen ingeademde en uitgeademde lucht
- je kunt beschrijven hoe een inademing en een uitademing tot stand komen

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

even herhalen!

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Huig
Bronchie
Mondholte
Keelholte
Longblaasje
Neusholte
Luchtpijp
Strotklepje
Strottenhoofd

Slide 11 - Drag question

This item has no instructions

1.3 Ademhalen




=> zorgen voor verse lucht je longen in
en daarna koolstofdioxide je longen weer uit


Slide 12 - Slide

This item has no instructions

 bronchiën 
longblaasjes.
 longhaarvaten.

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

longblaasjes.
 longhaarvaten.

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

longblaasjes - lucht 
 longhaarvaten - bloed.

kenmerk: dunne wanden
-> zuurstof en koolstofdioxide kunnen gemakkelijk door deze wanden heen.

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Slide 16 - Video

This item has no instructions

1.3 Ademhalen
Zuurstof uit de lucht wordt door de wanden heen opgenomen in het bloed.

Koolstofdioxide uit het bloed wordt door de wanden heen afgegeven aan de lucht.

Dit noem je gaswisseling.

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

0

Slide 18 - Video

This item has no instructions

Het bloed vervoert de zuurstof naar de cellen.


In de cellen wordt de zuurstof gebruikt voor de verbranding.


Slide 19 - Slide

This item has no instructions

even herhalen!!

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

1.3 Ademhalen
Bij de verbranding in de cellen ontstaat koolstofdioxide.
De cellen geven de koolstofdioxide af aan het bloed.
Het bloed vervoert de koolstofdioxide naar de longen.
Daar wordt het koolstofdioxide uit de longhaarvaten afgegeven aan de lucht in de longblaasjes.
Daarna adem je de lucht uit.

Ook het water dat bij de verbranding ontstaat, wordt op deze manier afgevoerd.

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Slide 23 - Video

This item has no instructions

Bij de ademhaling gebruik je de ademhalingsspieren.
Dit zijn het middenrif, de buikspieren, de tussenribspieren en de spieren bij het sleutelbeen.

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

1.3 Ademhalen
Je kunt op 2 manieren ademhalen:
- met de borstkas: borstademhaling
- met de buik: buikademhaling

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Borst ademhaling 

Inademing: 
tussenribspieren 
spannen zich aan->  
ribben en borstbeen bewegen omhoog -> 
borstholte en longen worden groter -> zuigen de lucht naar binnen: je ademt in.


Uitademing: 
tussenribspieren 
ontspannen->  
ribben en borstbeen bewegen omlaag-> 
borstholte en longen worden kleiner-> lucht wordt naar buiten geperst: je ademt uit.

Slide 27 - Slide

Bij borstademhaling bewegen de ribben en het borstbeen.

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Buikademhaling
Bij buikademhaling bewegen het middenrif en de buikwand.

Je middenrif trekt zich samen waardoor het omlaag beweegt. Daardoor wordt je borstholte groter. Je longen worden groter en zuigen lucht naar binnen: je ademt in.

Als je middenrif zich ontspant, keert de buikwand terug in zijn normale stand. Je borstholte en longen worden kleiner: je ademt uit.


Slide 29 - Slide

This item has no instructions

herhalen leerdoelen

- je kunt de werking van de longblaasjes beschrijven
- je kunt de verschillen noemen tussen ingeademde en uitgeademde lucht
- je kunt beschrijven hoe een inademing en een uitademing tot stand komen

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Heb jij je doelen behaald?

Slide 31 - Poll

This item has no instructions