2V Hormonen 10.2 en 10.3 Relaties

Vandaag: Hoe werken hormonen en welke relaties zijn er en waar val je op?

  • Leerdoelen

  • Herhalen 10.1 / 10.2
  • Uitleg 10.2 en 10.3 + vragen
  • Opdrachten maken
1 / 19
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Vandaag: Hoe werken hormonen en welke relaties zijn er en waar val je op?

  • Leerdoelen

  • Herhalen 10.1 / 10.2
  • Uitleg 10.2 en 10.3 + vragen
  • Opdrachten maken

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
Na deze les, kun je:
- uitleggen wat hormonen zijn en hoe ze werken
- uitleggen wat een relatie is.
- de definitie van het woord relatie uitleggen.
- aan de hand van een voorbeeld uitleggen wat waarden en normen zijn.
- de drie verschillende soorten liefdesrelaties benoemen.


Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Hoe heet onderdeel in de botten waar de groei plaatsvindt?
A
Kraakbeen
B
Groeischijven
C
Gewrichtsknobbel
D
Gewrichtssmeer

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Primaire geslachtskenmerken
Secundaire geslachtskenmerken
vagina
schaamlippen
penis
balzak
groei lichaamshaar
borstgroei
groei spieren
productie geslachtscellen
snelle groei

Slide 4 - Drag question

This item has no instructions

Welke levensfase komt na puber?
A
Volwassene
B
Schoolkind
C
Adolescent
D
Oudere

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Waardoor verander je in de verschillende levensfasen?
Hormonen!

Hormonen zijn signaalstofjes die een bepaald effect hebben op bepaalde cellen (organen bestaan uit cellen), bijv:
  • Groeihormoon: stofje dat zorgt dat cellen gaan delen en groeien
  • Testosteron: stofje dat zorgt dat mannen secundaire geslachtskenmerken krijgen
  • Oestrogeen: stofje dat zorgt dat vrouwen secundaire geslachtskenmerken krijgen

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Zijn de onderstaande dingen hormonen of niet?
Wel een hormoon
Niet een hormoon
Je lever
Insuline dat zorgt dat glucose uit je bloed wordt opgenomen in cellen

Endorfine die zorgt dat pijn onderdrukt wordt

Zenuwcellen
Water dat zorgt dat stoffen vervoerd worden in je lichaam

Slide 7 - Drag question

This item has no instructions

Hoe werken hormonen dan?
1. Een hormoonklier maakt het hormoon
2. Deze hormonen gaan via het bloed je hele lichaam door
3. Sommige cellen hebben receptoren (armpjes) waarin de hormonen passen, andere niet
4. Als het hormoon op de receptor gaat zitten, weet de cel dat hij iets moet gaan doen. De cellen zonder receptoren doen niets.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Hoe komt een hormoon bij al je cellen?
A
Via het lymfevatenstelsel
B
Via afvoerbuisjes
C
Via je bloed
D
Via je darmen

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Op welke organen
heeft het hormoon
effect?
A
Alle organen
B
Alleen de maag
C
De galblaas en de darmen
D
De lever en de maag

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Welke relaties zijn er?

Slide 11 - Slide

Contact , kort contact, intensief contact
Relaties = alle banden die je met iedereen hebt. 

Waarom ga je om met wie je omgaat?
Waarden geven aan wat je belangrijk vindt,
bv. trouw/ eerlijkheid.
Normen  de regels die hierbij horen, bijv “niet liegen”, “je vrienden niet in de steek laten”, “je helpt anderen als zij hulp nodig hebben”


Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Waarde
Norm
Vriendelijkheid
Je scheld niemand uit
Je gooit geen afval op de straat
Je zet het licht uit als je niet in een kamer bent
Milieuvriendelijkheid
Netheid

Slide 13 - Drag question

This item has no instructions

Leg uit wat het verschil is tussen een waarde en een norm aan de hand van een voorbeeld.

Slide 14 - Open question

This item has no instructions

Slide 15 - Video

This item has no instructions

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Hoe noem je een relatie tussen twee vrouwen?

Slide 17 - Open question

This item has no instructions

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Opdrachten maken en nakijken
Wat: Maak 10.2 opdrachten 8, 9, 10, 16 en 10.3 opdrachten 6, 8, 9
Hoe: Tweetallen
Hoe lang: De rest van de les
Hulp: Vragen stellen
Resultaat: Het wordt huiswerk
Klaar? Kijk je huiswerk na. En ga daarna oefenen op biologiepagina.nl

Slide 19 - Slide

This item has no instructions