3-11-2022 a2

• NT2
• MBO
• Studiejaar 1

De man bij het huis loopt snel, omdat hij de bus moet halen.

1. goed
2. fout

Ik lust graag appeltaart, maar dat niet zo gezond is.

1. goed
2. fout

Als ik op tijd vertrek, kan ik nog even langs de winkel.

1. goed
2. fout

Omdat de les duurt iets langer, ik kan niet meer mijn bus halen.

1. goed
2. fout

Wij hebben vandaag een nieuwe fiets............

1. gekoopt
2. gekoopd
3. gekocht
4. gekogt

Ik heb heel hard........

1. gezongen
2. gezingt
3. gezingd

We hebben de wedstrijd ........

1. gewint
2. gewonnen
3. gewind

Ik heb de winnende goal .......

1. gemaakd
2. gemaakt
3. gemaken

We hebben nog lang feest ........

1. geviert
2. gevierd
3. gevieren

Dit zijn de vier grote steden van Nederland:

1. Groningen, Emmen, Maastricht, Zwolle
2. Amsterdam, Leeuwarden, Enschede, Heerenveen
3. Amsterdam, Utrecht, Den Haag, Rotterdam
4. Oudehaske, Jubbega, Gorredijk, joure

De afstand van Groningen tot Maastricht:

1. ongeveer 500 km
2. ongeveer 300 km
3. ongeveer 50 m
4. ongeveer 20 km

De buurtlanden van Nederland zijn:

1. Belgie en Duitsland
2. Frankrijk en Duitsland
3. Denemarken en Duitsland
4. Frankrijk en Denemarken

De grootste haven van Nederland ligt in:

1. Middelburg
2. Maastricht
3. Harlingen
4. Rotterdam

Deze quiz was makkelijk.

😒🙁😐🙂😃