This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Poëzie
Slide 2 - Slide
Lesdoelen
Je kunt uitleggen wat eindrijm is
Je kent de verschillende rijmschema’s
Je kunt uitleggen wat beginrijm / alliteratie is
Je kunt uitleggen wat klinkerrijm / assonantie is
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Eindrijm
Woorden aan het einde van de regel hebben dezelfde klank.
Kijk maar naar het gedicht hiernaast:
Slide 7 - Slide
Rijmschema
Van het eindrijm kun je een rijmschema maken. • Je geeft elke rijmklank een nieuwe letter. De klank in de eerste regel a, de volgende klank b, etc.
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
A.
Sint liep te denken
Wat moest hij jou schenken
Een boek of een bon
Of een flesje lotion?
B.
Sint liep te denken,
Een boek of een bon
Of een flesje lotion,
Wat moest hij jou schenken?
C.
Sint liep te denken
Een boek of een bon
Wat moest hij jou schenken
Een flesje lotion?
gepaard rijm
omarmend rijm
gekruist rijm
abab
aabb
abba
Slide 13 - Drag question
Beginrijm / Alliteratie
Voorbeeld: "De kat krabt de krullen van de trap". In die zin beginnen veel woorden met de 'k' Bij alliteratie gaat het om overeenkomst in klank van medeklinkers aan het begin van woorden.
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Video
Assonantie
Enkele woorden die bij elkaar in de buurt staan, hebben dezelfde klank, maar niet dezelfde eindletter(s).
Slide 16 - Slide
Klinkerrijm / assonantie
• Het gaat hierbij om de uitspraak, en niet om de spelling • Zo is er bijvoorbeeld ook assonantie bij 'een groot cadeau'