Argumenteren deel 1 Fashion

Quiz Argumenteren
- Feiten, meningen en argumenten
- Subjectief en objectief argument
- Drogredenen
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Quiz Argumenteren
- Feiten, meningen en argumenten
- Subjectief en objectief argument
- Drogredenen

Slide 1 - Slide

Spruitjes zijn vies.
A
Dit is een feit
B
Dit is een mening
C
Dit is een argument

Slide 2 - Quiz

Als kind was ik vroeger bang voor clowns.
A
Dit is een feit.
B
Dit is een mening.
C
Dit is een argument.

Slide 3 - Quiz

Omdat ik bang was voor clowns, durfde ik nooit naar de McDonalds
A
Dit is een feit.
B
Dit is een mening.
C
Dit is een argument.

Slide 4 - Quiz

De uitspraak"Poetin is eng" is ...
A
objectief
B
subjectief

Slide 5 - Quiz

Kittens zijn lief! Deze uitspraak is
A
objectief
B
subjectief

Slide 6 - Quiz

Veel van mijn klasgenoten houden van strikjes.
A
Dit is een feit.
B
Dit is een mening.
C
Dit is een argument.

Slide 7 - Quiz

Mijn klasgenoten vinden namelijk dat strikjes alles beter maken.
A
Dit is een objectief argument
B
Dit is een subjectief argument

Slide 8 - Quiz

"Door de verantwoordingsgesprekken ervaart 56% van de eerstejaars studenten Fashion gevoelens van stress" is een objectieve uitspraak.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quiz

Sinds het verboden is je telefoon te gebruiken op de fiets, zijn er veel minder dodelijke verkeersongevallen geweest.
A
Dit is een onjuiste oorzaak/gevolgrelatie
B
Dit is een generalisatie
C
Dit is een verkeerd autoriteitsargument
D
Dit is een verkeerde vergelijking

Slide 10 - Quiz

Mijn hoogleraar technische natuurkunde op de TU Delft zegt dat ananas niet op een pizza hoort, dus dat klopt.
A
Dit is een cirkelredenering
B
Dit is een onjuiste oorzaak/gevolgrelatie
C
Dit is een onjuist beroep op autoriteit
D
Dit is een generalisatie

Slide 11 - Quiz

Vrouwen kunnen niet parkeren.
A
Dit is een verkeerd autoriteitsargument
B
Dit is een generalisatie
C
Dit is een verkeerde vergelijking
D
Dit is een onjuiste oorzaak/gevolgrelatie

Slide 12 - Quiz

Als iemand drie keer niest, wordt het morgen mooi weer.
A
Dit is een onjuiste oorzaak/gevolgrelatie
B
Dit is een generalisatie
C
Dit is een verkeerd autoriteitsargument
D
Dit is een verkeerde vergelijking

Slide 13 - Quiz

Mijn oma rookte elke dag en zij is 98 geworden, dus roken is helemaal niet ongezond.
A
Dit is een cirkelredenatie
B
Dit is een onjuiste oorzaak/gevolgrelatie
C
Dit is een verkeerde vergelijking
D
Dit is een generalisatie

Slide 14 - Quiz

Jij hebt geen smaak, want je houdt niet van roti. Mensen met smaak houden wel van roti.
A
Dit is een cirkelredenering
B
Dit is een verkeerde vergelijking
C
Dit is een verkeerd autoriteitsargument
D
Dit is een generalisatie

Slide 15 - Quiz

Mijn kat gaat nooit onder de douche, dus ik hoef ook niet onder de douche.
A
Dit is een generalisatie
B
Dit is een onjuiste oorzaak/gevolgrelatie
C
Dit is een verkeerd autoriteitsargument
D
Dit is een verkeerde vergelijking

Slide 16 - Quiz

Volgende week 5 nieuwe drogredenen:

- Ontduiken van de bewijslast
- Vals dilemma
- Beroep op traditie
- Persoonlijke aanval
- Bespelen van het publiek

Slide 17 - Slide

Uitslag!

Slide 18 - Slide