3.2 Hoe verloren vorsten hun macht?

3.2 Hoe verloren vorsten hun macht
1 / 18
next
Slide 1: Slide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 2

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slide and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

3.2 Hoe verloren vorsten hun macht

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

In welke stand begon de Franse revolutie?
A
Lille
B
Parijs
C
Marseille
D
Bordeaux

Slide 3 - Quiz

Wat was de Bastille die in 1789 werd bestormd?
A
paleis van de koning
B
een rechtbank
C
een gevangenis
D
een legerkazerne

Slide 4 - Quiz

Op welke dag in 1789 vond de Franse revolutie plaats?
A
3 oktober
B
14 juli
C
8 november
D
27 april

Slide 5 - Quiz

Welke Lodewijk was destijds koning van Frankrijk?
A
de 14de (XIV)
B
de 15de (XV)
C
de 16de (XVI)
D
de 17de (XVII)

Slide 6 - Quiz

De eerste stand
De tweede stand
De derde stand
Boeren
Arbeiders
Dominees
Ministers
Monniken
Leraren
Artsen
de edelen
Burgers
Bisschoppen
Grootgrondbezitters

Slide 7 - Drag question

De edelen (dus de tweede stand) hoefden geen belasting te betalen.
A
juist
B
onjuist

Slide 8 - Quiz

Absolute macht betekent dat alleen de koning bepaalt wat er gaat gebeuren in het land.
A
juist
B
onjuist

Slide 9 - Quiz

Uit welk paleis werd de koning en de koningin verdreven?
A
Neufchâteau
B
Versailles
C
Gainsbourgh
D
La Bastille

Slide 10 - Quiz

Wat was de belangrijkste verandering na de Franse revolutie?
A
Er was geen koning meer en er kwam een grondwet.
B
Er was nog wel een koning maar de burgers hadden meer macht.
C
Er kwam een andere koning aan de macht.
D
Er was geen koning meer maar een koningin.

Slide 11 - Quiz

Wat is het Franse woord voor gelijkheid?
A
Fraternité
B
Liberté
C
Egalité
D
Maternité

Slide 12 - Quiz

Zet de historische gebeurtenissen in de juiste volgorde. 
1
2
3
4
5
6
De koning heeft absolute macht.
De koning wilde de belasting verhogen.
De koning weigert de burgers meer macht te geven.
Burgers bestormen de Bastille.
De revolutionairen komen aan de macht. 

Slide 13 - Drag question

Zet de uitspraken in de juiste kolom
Een idee vóór de verlichting
Een idee van de verlichte denkers
Alle gebeurtenissen in het leven kun je logisch uitleggen
In Frankrijk moet iedereen een katholiek zijn
God regelt alles wat in het leven van mensen gebeurt
In Frankrijk moeten mensen zelf bepalen wat ze geloven

Slide 14 - Drag question

Lodewijk was een absoluut vorst. Wat betekent dit?
A
Hij was heel duidelijk in wat hij zei
B
Hij had in z'n eentje alle macht
C
Hij had een groot rijk
D
Hij zorgde goed voor het volk

Slide 15 - Quiz

Waarom was het volk zo boos op Lodewijk XVI?
A
Hij gaf veel geld uit
B
Hij wilde dat het volk veel belasting betaalde
C
Hij voerde veel oorlogen
D
Zowel A, B als C zijn goed

Slide 16 - Quiz

De Bataafse Revolutie was een revolutie die in De Nederlanden plaats vond.
A
Klopt
B
Klopt niet

Slide 17 - Quiz

Willem V was de baas in De Nederlanden? Wat was hij precies?
A
Stadhouder
B
Legeraanvoerder
C
Koning
D
Prins

Slide 18 - Quiz