Les 6: Engelse werkwoorden

Werkwoordspelling
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 14 slides, with text slides and 1 video.

Items in this lesson

Werkwoordspelling

Slide 1 - Slide

Lezen
timer
10:00

Slide 2 - Slide

Werkwoordspelling

Slide 3 - Slide

Vorige les
Gebiedende wijs

Slide 4 - Slide

Deze les
Engelse werkwoorden

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

0

Slide 7 - Video

Spelling Engelse werkwoorden
  • Bij de meeste werkwoorden  werkt het hetzelfde als bij de Nederlandse werkwoorden.

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Spelling Engelse werkwoorden
Maar let wel op de uitspraak.

Slide 10 - Slide

Spelling Engelse werkwoorden
Bij werkwoorden die uit het Engels komen, gebruik je de Nederlandse regels voor spelling.

joggen - ik jog - hij jogt - hij jogde - hij heeft gejogd
downloaden - ik download - hij downloadt - hij downloadde - hij heeft gedownload
gamen - ik game - hij gamet - hij gamede - hij heeft gegamed

Slide 11 - Slide

Spelling Engelse werkwoorden
Bij de verleden tijd luister je naar de laatste klank.
Hoor je een s-klank, dan schrijf je in de verleden tijd een -t.

racen - ik race - hij racet - hij racete - hij heeft geracet
smashen - ik smash - hij smasht - hij smashte - hij heeft gesmasht

Slide 12 - Slide

Spelling Engelse werkwoorden
De uitspraak bepaalt of je aan het eind van de ik-vorm één of twee medeklinkers schrijft.
paintballen- ik paintball- hij paintballt- hij paintballde- hij heeft gepaintballd

grillen- ik gril- hij grilt- hij grilde- hij heeft gegrild
stressen - ik stres - hij strest - hij streste - hij is gestrest

Slide 13 - Slide

Opdracht
  • Maak onderstaande oefeningen voor jezelf, zodat je ziet of je het goed begrepen hebt.

  • https://www.cambiumned.nl/oefeningen/oefening-engelse-werkwoorden/

  • https://www.cambiumned.nl/oefeningen/oefening-2-engelse-werkwoorden/

  • https://www.cambiumned.nl/oefeningen/oefening-gebiedende-wijs/
timer
15:00

Slide 14 - Slide