Voorbereiding examen spreken en gesprekken voeren

Voorbereiding examen spreken en gesprekken voeren
1 / 29
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 2

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Voorbereiding examen spreken en gesprekken voeren

Slide 1 - Slide

Welke presentatie heb jij wel eens gegeven?

Slide 2 - Open question

Lesdoelen
Aan het eind van de les:
  • herken ik de instructie van het spreekexamen
  • weet ik de eisen van het spreekexamen
  • ken ik de beoordelingspunten van het spreekexamen
  • kan ik de tips uit de filmpjes toepassen

Slide 3 - Slide

Instellingsexamen Spreken 2F
  • Bijvoorbeeld: Presentatie over je opleiding
  • Woordenboek bij voorbereiding, steekwoorden, presentatiemateriaal
  • Tijd: minimaal 4, maximaal 6 minuten
  • Uitslag, herkansing

Slide 4 - Slide

Opdracht
Je school organiseert een open dag. Tijdens deze open dag geef je een presentatie over jouw opleiding aan de bezoekers van de open dag.  

Het doel van je presentatie is toekomstige mbo-leerlingen te overtuigen jouw opleiding te gaan volgen.

Slide 5 - Slide

Hoe ziet het examen eruit?
  1. Je legt uit welke opleiding je doet.
  2. Je legt uit waarom je voor deze opleiding gekozen hebt
    (2 argumenten)
  3. Je geeft meer informatie over je opleiding (belangrijke vakken, aantal studenten, verdeling les en stage)
  4. Je legt uit welk werk je na de opleiding kunt gaan doen.
   

Slide 6 - Slide

Hoe ziet het examen eruit?
5. Je vertelt over jouw ervaring met de opleiding
6. Je noemt minimaal 2 redenen waarom studenten voor jouw opleiding moeten kiezen

Je beantwoordt ook vragen vanuit het publiek na je presentatie. Dit hoort niet bij de spreektijd!

Slide 7 - Slide

Beoordeling
  • Pre condities: ( NL gesproken, verstaanbaarheid, 80% gevraagde inhoud aanwezig, 4 tot 6 minuten)
1. Samenhang
2. Afstemming op doel
3. Afstemming op publiek
4. Woordenschat en woordgebruik
5. Vloeiendheid, verstaanbaarheid en grammaticale beheersing

Slide 8 - Slide

1. Samenhang (structuur)
  • Opbouw: inleiding, kern (middenstuk), slot
  • verwijswoorden, signaalwoorden

Slide 9 - Slide

3. Afstemming op publiek
  • Stemt woordgebruik af op publiek
  • Stemt toon af op publiek 

Slide 10 - Slide

2. Afstemming op doel (inhoud)
  • Doel: informeren, instrueren of overtuigen
  • Let op! feiten, instructie of mening
  • Bij overtuigen gebruik overtuigende
    woorden, instructie stapsgewijs, 
    informeren feiten

Slide 11 - Slide

4. Woordenschat 
  • Varieert het woordgebruik
  • Niet steeds dezelfde woorden 
  • Voorzetsels correct

Slide 12 - Slide

Vloeiendheid, verstaanbaarheid en grammaticale beheersing

  • Duidelijk verstaanbaar
  • Goede intonatie
  •  Spreektempo normaal
  • Grammaticale correcte zin

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Slide 15 - Video

Opdracht
  • Zoek informatie over je opleiding
  • Maak je presentatiemateriaal bijvoorbeeld PowerPoint of Prezi 
  • Kies een krachtige opening en afsluiting

Slide 16 - Slide

Examen Gesprekken voeren
Nederlands 

Slide 17 - Slide

Berekening diplomacijfer Nederlands
lezen en luisteren (COE) 
50%
spreken
gesprekken schrijven
50%
+
: 2

Slide 18 - Slide

Noem een voorbeeld van een spreekdoel? (Wat wil de spreker bereiken?)

Slide 19 - Open question

Doel 
- informeren
- instrueren
- overtuigen
- activeren
- evalueren 

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Waar ben jij goed in tijdens een gesprek? (sterke kant)

Slide 25 - Open question

Wat vind je moeilijk tijdens het voeren van een gesprek? (zwakke kant)

Slide 26 - Open question

Examen gesprekken voeren 2F
- bijvoorbeeld: eindgesprek BPV-gesprek
- doel
- 6 minuten 
- 6 onderdelen 
- aantekeningen steekwoorden


Slide 27 - Slide

Voorbereiding 
2 weken voor het examen krijg je de examenboekjes

Bedenk bijvoorbeeld alvast: 2 situaties
- een situatie waar je trots bent op het resultaat.
- een situatie waarin iets fout is gegaan.

Slide 28 - Slide

Beoordelingsformulier 
Pre-condities: 
• De opdrachten zijn in het Nederlands gesproken;
• De opdrachten zijn voldoende verstaanbaar (online!);
• Minimaal 80% van het totaal van de gevraagde inhoud is gerealiseerd.

Slide 29 - Slide