This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Schrijven H1: een informerende tekst schrijven
Blz. 47 t/m 50.
Slide 1 - Slide
Schrijven H1: een informerende tekst schrijven
Blz. 45 t/m 50.
Slide 2 - Slide
Doelen en planning
Doelen
1. Je weet wat feiten en meningen
en wat het verschil is tussen
objectief en subjectief
2. Je weet wat een informerende
tekst is
3. Je weet hoe je het schrijven van
een nieuwsbericht moet aanpakken
Planning
1. Bespreken informatie
2. Uitleg
3. Woordweb maken
3. Schrijven nieuwsbericht m.b.v. je telefoon
Slide 3 - Slide
feit of mening:
A
Slide 4 - Quiz
objectief of subjectief
Slide 5 - Open question
De Olympische Spelen
of een ander onderwerp
Slide 6 - Mind map
Informerende tekst (2)
5W + 1H-vragen
Deze vragen stel je om het onderwerp te verkennen. Het helpt je nadenken over wat je al weet, maar ook wat je nog niet weet.
Je stelt de volgende vragen:
Tekst
Slide 7 - Slide
5W + 1H-vragen
1. Wie doen er mee aan de Olympische Spelen?
2. Wat zijn de Olympische Spelen?
3. Waar vinden de Olympische Spelen plaats?
4. Wanneer vinden de Olympische Spelen plaats?
5. Waarom zijn er Olympische Spelen?
6. Hoe zijn de Olympische Spelen ontstaan?
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Informerende tekst (3)
Als je een woordweb hebt gemaakt, en je hebt de 5W + 1H-vragen opgeschreven, dan kun je een schrijfplan maken.
Slide 15 - Slide
Voorbeeld informerende tekst:
een nieuwsbericht
Nieuwsberichten zijn informerende teksten. Je komt ze tegen in de krant. In een nieuwsbericht wordt een actuele gebeurtenis beschreven. De schrijver van het nieuwsbericht geeft de feiten zo precies mogelijk weer. Er staat geen eigen mening in het bericht.