Ecologisch evenwicht: Aantallen organismen in een ecosysteem blijven min of meer constant.
Duurzaam: Er moet altijd een ecologisch evenwicht blijven tussen organismen (populaties blijven ongeveer constant) en de leefwijze van nu moet ervoor zorgen dat er meerdere generaties net zo leefbaar zijn als nu.
Draagkracht: Maximale grootte van een populatie die een ecosysteem kan handhaven.
Accumulatie: ophoping (relatieve verschil), vaak gebruikt voor een schadelijke stof in voedselketens.