8.4 Geluidsoverlast verminderen

Terugblik
1 / 26
next
Slide 1: Slide
Mens & NatuurMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Terugblik

Slide 1 - Slide

Wat kun je meten in decibel?
A
Volume van geluid
B
Toonhoogte van geluid

Slide 2 - Quiz

Geluidssterkte meet je in decibel

Wat is de afkorting van decibel?
A
DB
B
db
C
Db
D
dB

Slide 3 - Quiz

Welk geluid trilt vaker per seconde: een hoog geluid of een laag geluid?
A
Hoog geluid.
B
Laag geluid.

Slide 4 - Quiz

Het geluid van een snaar kun je horen als de snaar minder dan 20 keer per seconde trilt.
A
waar
B
niet waar

Slide 5 - Quiz

Hiernaast zie je een afbeelding
van een gitaar. Je ziet dunne en
dikke snaren.
A
Dikke snaren geven een hogere toon dan dunne snaren
B
Dikke snaren geven een lagere toon dan dunne snaren
C
Dikke snaren geven een harder geluid dan dunne snaren
D
Dikke snaren geven een zachter geluid dan dunne snaren.

Slide 6 - Quiz

Gehoorbeentjes
Gehoorgang
Slakkenhuis
Trommelvlies

Slide 7 - Drag question


Een snaar maakt 480000 trillingen per minuut, kan een mens dit geluid horen?
Als de frequentie omlaag gaat, wordt de toonhoogte...
A
Hoger
B
Lager
C
Verandert niet

Slide 8 - Quiz

Welke pijl geeft hier de trillingstijd aan?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 9 - Quiz

Wat is de frequentie
van de trilling die je
hiernaast kan aflezen?
A
2 Hz
B
40 Hz
C
200 Hz
D
400 Hz

Slide 10 - Quiz

Hoe groot is de trillingstijd?
Elk hokje duurt 5 ms
A
5 ms dus 0,005 s
B
10 ms dus 0,01 s
C
afgerond 33 ms dus 0,033 s
D
50 ms dus 0,05 s

Slide 11 - Quiz

De frequentie van een stemvork is
20 Hz
Wat is de trillingstijd?
A
0.05 s
B
60 s
C
20 s
D
0,20 s

Slide 12 - Quiz

8.4 Geluidsoverlast verminderen

Slide 13 - Slide

Leerdoel
  • 8.5.1 Je kunt beschrijven wat de gehoordrempel is.
  • 8.5.2 Je kunt de hoogte van de pijngrens noemen in decibel.
  • 8.5.3 Je kunt beschrijven vanaf hoeveel decibel een geluid gehoorschade kan veroorzaken als je er te lang naar luistert.
  • 8.5.4 Je kunt uitleggen waarom je in sommige situaties gehoorbeschermers moet dragen.
  • 8.5.5 Je kunt uitleggen wat geluidshinder is.
  • 8.5.6 Je kunt voorbeelden noemen van maatregelen tegen geluidshinder bij een drukke autoweg.



Slide 14 - Slide

Gehoordrempel
Een heel zacht geluid kun je niet horen. Wordt het geluid een beetje harder, dan kun je het wel horen. Het zachtste geluid dat je nog kunt horen, noem je de gehoordrempel.
Je kunt ook zeggen: de gehoordrempel is de kleinste geluidssterkte die je kunt horen. Als het geluid nog zachter wordt, dan hoor je het niet meer. De gehoordrempel is niet voor alle mensen hetzelfde.

Slide 15 - Slide

De pijngrens
In de afbeelding zie je de geluidssterkte in verschillende situaties. Een geluid van 100 dB is heel hard. Als je lange tijd of vaak naar dit geluid luistert, beschadig je je gehoor. Je gaat dan minder goed horen. Dat merk je vaak pas na een aantal jaren.

Een geluid van 140 dB doet pijn aan je oren. Deze geluidssterkte noem je de pijngrens. Een geluid dat zo hard is, is heel erg slecht voor je gehoor. Je wordt doof als je er lang of vaak naar luistert.

Slide 16 - Slide

Gehoorschade
Een geluid van meer dan 80 dB is hard. Je kunt wel naar dit geluid luisteren, maar liever niet te lang. Als je er lang naar luistert, kan je gehoor beschadigen. Muziek op je telefoon op maximaal volume is al meer dan 80 dB!

Als je veel of vaak naar hard geluid luistert, kan je gehoor beschadigen. Je krijgt gehoorschade, dat wordt nooit meer beter.
Machines en apparaten in een bedrijf maken vaak veel geluid. Daar moeten mensen gehoorbeschermers dragen.

Slide 17 - Slide

Gehoorbeschadiging
Als je een piep in je oor hoort, bijvoorbeeld na het luisteren naar harde muziek, is je gehoor beschadigd. Het moet dan herstellen. Gebeurt dit te vaak, dan loop je kans op blijvend gehoorletsel. Het kan jaren duren voordat blijvende schade merkbaar wordt. Op het moment dat je last krijgt van slechthorendheid, ben je al te laat. De schade kan dan nooit meer teruggedraaid worden. In Nederland hebben meer dan 500 000 jongeren tussen de 16 en 30 jaar blijvende gehoorschade.

Gehoorschade uit zich niet alleen in slechthorendheid. Sommige mensen horen voortdurend een geluid dat er niet is, bijvoorbeeld een hoge piep, rinkelend geluid of een bromtoon. Ze moeten leren om dat geluid te negeren.

Slide 18 - Slide

Hinderlijk gelid
Geluid dat niet schadelijk is voor je gehoor, kan wél hinderlijk zijn. Hinderlijk betekent storend of vervelend. Als je last hebt van geluid, noem je dat geluidshinder. Niet iedereen vindt dezelfde geluiden hinderlijk. Verkeerslawaai of herrie van de buren vinden veel mensen hinderlijk. Telefoons en harde muziekvinden sommige mensen ook hinderlijk

Slide 19 - Slide

Maatregelen tegen geluidshinder
Door geluidshinder kunnen mensen problemen krijgen met slapen. Dat is slecht voor hun gezondheid. Bij een drukke autoweg zijn daarom maatregelen nodig om geluidshinder tegen te gaan.
Je kan dit op 3 punten aanpakken:
1. Bij de geluidsbron
2. Tussen de geluidsbron en de ontvanger
3. Bij de ontvanger
Geluidswal
Dikke laag aarde die het geluid opneemt, bijvoorbeeld langs de snelweg.
Geluidsscherm
Scherm dat geluid terug kan kaatsen.

Slide 20 - Slide

1. Bij de geluidsbron
Dit zijn maatregelen waardoor de geluidsbron – het verkeer – minder geluid gaat produceren. Dat kan bijvoorbeeld door snelwegen te asfalteren met geluidsarm asfalt. Of door autobanden die minder lawaai maken. Hier zijn al regels voor.

Slide 21 - Slide

2. Tussen de geluidsbron en de ontvanger
Dit zijn maatregelen tussen een weg en een woongebied, zoals geluidswallen en geluidsschermen. Ook worden langs snelwegen vaak grote bedrijfsgebouwen gebouwd. Die moeten het geluid tegenhouden voor een woonwijk die verderop ligt.
Geluidswal
Dikke laag aarde die het geluid opneemt, Het geluid wordt door zo’n wal geabsorbeerd. Het dringt een eindje in de wal door, maar dooft daarin uit. Materiaal dat geluid moet absorberen is zacht en heeft een onregelmatig oppervlak.
Geluidsscherm
Een geluidsscherm kaatst het geluid terug naar de snelweg. Het geluid kan de huizen en flats langs de snelweg daardoor niet bereiken. Materiaal dat geluid moet terugkaatsen is hard en heeft een glad oppervlak.

Slide 22 - Slide

3. Bij de ontvanger
Dit zijn de maatregelen die in het woongebied genomen worden. Huizen die dicht bij een snelweg staan, worden bijvoorbeeld extra goed geïsoleerd. Er kan dan veel minder geluid de huizen binnenkomen.

Slide 23 - Slide

Geluidsisolatie
Geluidshinder wordt vaak bestreden met geluidsisolatie. De isolatie kan aangebracht worden bij de bron van het geluid. De geluidstrillingen worden door de isolatie veel zwakker.
Als een machine op een harde vloer staat, kan hij de vloer gemakkelijk in trilling brengen. De trillingen kunnen door de vloeren en muren alle kanten op bewegen. Dit kan veel geluidshinder veroorzaken. Je kunt de machine van de vloer isoleren door hem op rubberen noppen te zetten. Het rubber dempt de trillingen. De trillingen in de vloer worden daardoor veel zwakker.
Isolatie kan ook aangebracht worden bij de ontvanger. Werknemers die met lawaaiige machines werken, zijn verplicht oorkappen of oordopjes te dragen. Hierdoor wordt het geluid dat hun oren bereikt zwakker

Slide 24 - Slide

Een audiogram maken
Als een arts vermoedt dat je gehoor beschadigd is, kan hij een audiogram laten maken. Voor een aantal tonen wordt dan je gehoordrempel bepaald. Daarna wordt in het audiogram ingetekend hoeveel dB jouw gehoordrempel afwijkt van de normale waarde. Meestal wordt een apart audiogram gemaakt van ieder oor.

Bij de test krijg je een toon te horen via een koptelefoon, bijvoorbeeld van 250 Hz. Eerst is die toon onhoorbaar zacht, maar daarna wordt hij steeds luider. Op het moment dat je de toon hoort, geef je een teken aan de audioloog. Zo wordt je gehoordrempel voor een toon van 250 Hz bepaald. Daarna gebeurt hetzelfde voor een aantal andere frequenties.
Als je een goed gehoor hebt, wijkt de grafiek weinig af van de nullijn. Als je gehoor beschadigd is, zijn de verschillen groter.

Dit audiogram is van iemand die moeite heeft met het horen van hoge tonen. 

Slide 25 - Slide

Aan het werk! NOVA!
Wat? 8.4 Geluidsoverlast verminderen - opdrachten 1 t/m 15.

Waar? In Magister.me in de studiewijzer mens en natuur. 

Klaar? Test jezelf. 
Niet af? Dan is het Huiswerk!!!

timer
1:00

Slide 26 - Slide