5.1 - 5.2 - 5.3

Hoofdstuk 5 

5.1 Valgevaar.

5.2 Voeten van de vloer.

5.3 Vallen? Ik doe het niet.
1 / 11
next
Slide 1: Slide
MentorlesVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 3

This lesson contains 11 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 5 

5.1 Valgevaar.

5.2 Voeten van de vloer.

5.3 Vallen? Ik doe het niet.

Slide 1 - Slide

Doelen van de les

* Ik weet wat werken op hoogte betekent.
* Ik weet welke vormen van valgevaar er zijn.
* Ik weet welke veiligheidsmaatregelen er genomen kunnen worden om vallen te voorkomen.

Slide 2 - Slide

5.1 Valgevaar
Tijdens je werk kunnen er situaties ontstaan waarbij je kunt vallen. Als je diep (van grote hoogte) kunt vallen, zijn de gevolgen meestal groot.
Als je meer dan 2,5 meter naar beneden kunt vallen heet dat 'werken op hoogte'. 
Bij het werken op hoogte kunnen er ongevallen met letsel gebeuren.

Slide 3 - Slide

 Valgevaar
Je kunt bijvoorbeeld van een steiger vallen. Ook kun je werken boven een gevaarlijk punt. Denk aan werken boven water of werken boven draaiende delen van een machine.

Slide 4 - Slide

5.2 Voeten van de vloer
Hoe krijg je te maken met valgevaar?
Niet alleen jij kunt vallen. Je kunt ook geraakt worden door vallende materialen. 
1. Vallen van dak(rand) of verdieping.
2. Vallen door de vloer.
3. Vallen van een trap.
4. Gevaar van boven. 

Slide 5 - Slide

Voeten van de vloer
1. Vallen van dak(rand) of verdieping.
Je kunt zo een verdieping naar beneden vallen, als er geen hek of muur staat.
2. Vallen door de vloer.
Je kunt ook door een gat in de vloer vallen.
3. Vallen van een trap.
Je kunt ook van een trap vallen. Daarom zijn er regels die je moet volgen als je een trap gebruikt.
4. Gevaar van boven.
Ook als je niet op hoogte werkt, is er gevaar. Je collega die wel op hoogte werkt, kan zijn gereedschap laten vallen. Daarom moet je een veiligheidshelm op als er iets van boven op je hoofd kan vallen. 

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

5.3 Vallen? Ik doe het niet
Om te voorkomen dat je valt, kun je de volgende dingen doen.
1. Veilige steiger plaatsen.
2. Hek plaatsen.
3. Gat afdekken.
Soms kun je geen veilige steiger plaatsen of een hek plaatsen en een gat afdekken. Dan moet je de schade door vallen verkleinen.
1. Vangnet plaatsen.
2. Veiligheidsharnas dragen.

Slide 8 - Slide

Vallen? Ik doe het niet. 
1. Veilige steiger plaatsen
Een veilige steiger heeft een sterke vloer en sterke leuningen.
2. Hek plaatsen
Je mag ook een hek aan de dakrand zetten. Het hek moet minimaal bestaan uit: een hoofdleuning, een tussenleuning en een plint.
3. Gat afdekken
Je kunt gaten waar je doorheen kunt vallen afdekken. Bijvoorbeeld met een luik. 

Slide 9 - Slide

Schade door vallen verkleinen met een vangnet.
Schade door vallen verkleinen door een veiligheidsharnas.

Slide 10 - Slide

Aan de slag! 

Maak de startopdracht en opdracht 1 tot en met 8.

Begin op bladzijde 77.

Succes! 

Slide 11 - Slide