Avoir, être, aller et faire

Avoir, être, aller et faire
1 / 17
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

Avoir, être, aller et faire

Slide 1 - Slide

nous sommes
A
wij zijn
B
jullie zijn
C
wij hebben
D
jullie hebben

Slide 2 - Quiz

Elles vont
A
Ze doen
B
Ze gaan
C
Ze doet
D
Ze doen

Slide 3 - Quiz

je vais
A
ik ben
B
ik ga
C
ik heb
D
ik doe

Slide 4 - Quiz

Vous êtes
A
Wij zijn
B
Jullie zijn
C
Wij hebben
D
Jullie hebben

Slide 5 - Quiz

tu as
A
jij bent
B
jij hebt
C
jij ziet
D
jij eet

Slide 6 - Quiz

Vertaal il est

Slide 7 - Open question

Vertaal je vais

Slide 8 - Open question

Vertaal elle a

Slide 9 - Open question

Vervoeg Tu (être)

Slide 10 - Open question

Vervoeg vous (faire)

Slide 11 - Open question

Vervoeg elles (zijn)

Slide 12 - Open question

Vervoeg elle (gaan)

Slide 13 - Open question

Elles (gaan) à la piscine.

Slide 14 - Open question

Vervoeg Mes parents (hebben)

Slide 15 - Open question

Vervoeg le salon (zijn) dans la maison

Slide 16 - Open question

Vervoeg Ma soeur (maken) ses devoirs

Slide 17 - Open question