KT1 - Botten anatomie 1

Module 2A
DA1
Week 2
HET SKELET
1 / 32
next
Slide 1: Slide
Anatomie Fysiologie PathologieMBOStudiejaar 2,4

This lesson contains 32 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Module 2A
DA1
Week 2
HET SKELET

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Vorige les
  • Wanneer spreek je van incontinentie?
  • Wat is Enuresis Nocturna?
  • Noem 2 vormen van incontinentie?
  • Wat zijn oorzaken voor incontinentie?
  • Noem 2 vormen van nierinsufficiëntie 

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Lesindeling
  1. Welkom + Osiris
  2. terugblik vorige week
  3. Theorie 'Het skelet'
  4. Zelf aan de slag 
  5. Huiswerk en afsluiting 

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Lesdoelen
Aan het eind van de les kun jij:
  • Vertellen welke functies het menselijk skelet heeft
  • Uitleggen hoe een bot is opgebouwd
  • Uitleggen welke soorten botverbindingen er zijn
  • De 6 verschillende soorten synoviale gewrichten benoemen inclusief voorbeelden hiervan

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Functies skelet
Uit hoeveel botten bestaat ons skelet?
Welke functies weten jullie?

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Het skelet
Skelet: 206 botten
  • Beweging (aanhechting spieren)
  • Bescherming (zachte weefsels en organen)
  • Bloedcelproductie (rode beenmerg)
  • Opslag mineralen en energie (o.a. calcium)
  • Steun en vorm

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Het bot, de bouw
Botvlies/beenvlies/periost
Stugge aanhechtingsplaats voor pezen en bindweefselbanden. 
Bloedvoorziening
diktegroei bot > 
Normaal beenweefsel: 
Osteocyten > botweefsel
Tussencelstof > bestaat voornamelijk uit collagene vezels (eiwit) en calcium

Slide 7 - Slide

Rode beenmerg maakt bloed aan
Gele beenmerg is energiereserve (vetcellen)
Kraakbeen (Cartilago)
Kraakbeen bevat geen kalkzouten > minder hard en buigzaam
Perichondrium> kraakbeenvlies > bloedvoorziening


Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Soorten botten
  • Pijpbeenderen: Lang en dun (dijbeen, opperarmbeen)

  • Platte beenderen: Breed en plat (schedel, schouderblad)

  • Onregelmatig gevormde beenderen (rugwervel, bekken)


Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Pijpbeenderen
Periost
Compact botweefsel
> hard
Diafyse > middenstuk >mergholte > bij volwassenen geel beenmerg > vetopslag
Epifyse > uiteindes > spongieus bot > rood beenmerg > aanmaak o.a. erytrocyten 
epifysaire schijf > groeischijf > botopbouw naar beide kanten > lengtegroei

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Bovenste ledematen

humerus
radius
ulna
Onderste ledematen

femur
tibia
fibula

Slide 14 - Slide

Humerus: opperarmbeen
radius: spaakbeen
ulna: ellepijp

femur: dijbeen
scheenbeen: tibia
kuitbeen: fibula
Platte beenderen
-Bevat rood beenmerg waarin leukocyten, trombocyten en erytrocyten worden gevormd;
-van buiten naar binnen:
*periost 
* compacta > hard bot
*spongiosa met daarin het rode beenmerg.

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Platte beenderen

cranium
costae
sternum
scapula(e)

Slide 16 - Slide

Humerus: opperarmbeen
radius: spaakbeen
ulna: ellepijp

femur: dijbeen
scheenbeen: tibia
kuitbeen: fibula
Onregelmatig gevormde beenderen
Voorbeeld:
vertebrae
ossa carpi
ossa tarsi 

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Zelf aan de slag
Open opdracht 'Skelet om in te vullen'
Onderzoek of je dezelfde botten bij Henk kunt vinden
Schrijf op welk bot waar zit en hoe dit bot in het Latijn heet .

Ben je klaar? Maak dan de opdracht in de link op de volgende dia. 

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Slide 19 - Link

This item has no instructions

Botverbindingen
  1. Bindweefselverbindingen: vb. schedel, tanden in kaakbot
    - Stevigheid en stabiliteit, geen beweging
  2. Kraakbeenverbindingen: vb. ribben, wervelschijven
    - Beperkte beweging, kan veel kracht hebben
  3. Synoviale verbindingen: 'echte gewrichten'
    - Maken grote bewegingen mogelijk

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Synoviale gewrichten
  1. Gewrichtskraakbeen: vangt drukkrachten op

  2. Gewrichtsholte: bevat gewrichtsvloeistof

  3. Gewrichtsvloeistof: 'smeerolie'

  4. Gewrichtskapsel: houdt botten bij elkaar

  5. Bindweefselbanden: versterken botverbinding

Slide 21 - Slide

gewrichtsvloeistof voedt kraakbeen, zorgt voor schokdemping en soepele beweging

Slide 22 - Slide

Slijmbeurs (bursa): zakje gevuld met vloeistof -> schokdemper, zorgt dat pees makkelijker over bot glijdt

Kraakbeenschijf: meniscus -> tussen gewrichtsoppervlakken als schokdemper
Soorten gewrichten

Zie de link op de volgende pagina.

Beschrijf per soort gewricht kort hoe het werkt (hoe kan het bewegen?) en waar in het lichaam het zit. 

Slide 23 - Slide

Beschrijf per soort gewricht kort hoe het werkt (hoe kan het bewegen?) en waar in het lichaam het zit. 

Slide 24 - Link

This item has no instructions

  1. Scharniergewricht: Één beweging mogelijk (elleboog)
  2. Kogelgewricht: Kop en kom (heup, schoudergewricht)
  3. Eivormig gewricht: Eivormige kop en kom (pols)
  4. Zadelgewricht: Twee assen (duimgewricht)
  5. Rolgewricht: Botten draaien om elkaar (spaakbeen/ellepijp)
  6. Vlakgewricht: Botten schuiven over elkaar (schouderblad)

Slide 25 - Slide

eivormig gewricht: ellipsoïd gewricht

Klik op titel voor voorbeelden
Wervelkolom
totaal 33 (of soms 34) wervels

Lordose: kromming, bolle kant naar de buik
kyfose: kromming, bolle kant naar de rug


Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Wervelkolom
De wervelkolom bestaat uit:
7 halswervels = cervicale wervelkolom
12 borstwervels = thoracale wervelkolom
5 lendenwervels = lumbale wervelkolom
5 heiligbeenwervels vergroeid tot 1 heiligbeen
3 of 4 staartbeenwervels of stuitwervels, vergroeid tot 1 staartbeen

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Ribben en borstbeen
ribben: costae
borstbeen: sternum 

Ribben zitten vast aan wervelkolom.
De bovenste 7 paar ribben zijn aan de voorkant ook nog verbonden met het borstbeen.  (ware ribben)
Het 8ste, 9de en 10de  paar zijn met ribkraakbeen verbonden met het 7de paar, (valse ribben)
Het 11de en 12de paar zitten niet vast aan borstbeen (zwevende ribben)

Slide 29 - Slide

eivormig gewricht: ellipsoïd gewricht

Klik op titel voor voorbeelden

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Zelf aan de slag
Open het werkboek op Cumlaude  en ga met de opdrachten aan de slag. 

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Huiswerk

Maken Expert College Pathologie: Fracturen Bewegingsapparaat 

Slide 32 - Slide

This item has no instructions