Triage week 3 Allergische reactie en insectensteek en beenklachten

Triage week 3
Allergische reactie of insectensteek
Beenklachten
1 / 52
next
Slide 1: Slide
TRIAGEMBOStudiejaar 3

This lesson contains 52 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Triage week 3
Allergische reactie of insectensteek
Beenklachten

Slide 1 - Slide

Allergische reactie of insectensteek

Slide 2 - Slide

Wat veroorzaakt jeuk, pijn of zwelling bij een insectensteek?
A
De angel die in de huid achterblijft.
B
Het bloed van de persoon.
C
Het gif dat de insecten in de huid brengen.
D
De prik zelf.

Slide 3 - Quiz

Welke insecten kunnen bijten of steken?
A
Alleen wespen en bijen.
B
Alleen mieren en steekvliegen.
C
Muggen, vlooien, wespen, bijen, mieren, teken en steekvliegen.
D
Alleen muggen en teken.

Slide 4 - Quiz

Welke insectensteek veroorzaakt veel zwelling?
A
Een muggenbeet.
B
Een bijensteek.
C
Een wespensteek.
D
Een vlooienbeet.

Slide 5 - Quiz

Wat zijn de symptomen van een anafylactische reactie?
A
Jeuk, uitslag, opgezette oogleden en lippen, hartkloppingen, bloeddrukdaling,
B
Hoofdpijn, koorts, hoesten, duizeligheid

Slide 6 - Quiz

Wat is een anafylactische reactie?
A
Een acute levensbedreigende allergische reactie
B
Een milde allergische reactie

Slide 7 - Quiz

Wat zijn de symptomen van angioneurotisch oedeem?
A
Hoofdpijn en duizeligheid
B
Langdurige jeukende huiduitslag
C
Spierpijn en vermoeidheid
D
Plotselinge pijnlijke zwelling van huidlagen

Slide 8 - Quiz

Welke lichaamsdelen kunnen worden aangetast door angioneurotisch oedeem?
A
Buik, borst, rug
B
Hoofd, nek, schouders
C
Gelaat, orofarynx, handen, voeten, genitalia
D
Rug, armen, benen

Slide 9 - Quiz

Wat kan een belemmering vormen voor de ademhaling bij Quinckeoedeem?
A
Verstopte neus
B
Opzwelling van de huid
C
Opzwelling van het slijmvlies van de luchtweg
D
Verhoogde hartslag

Slide 10 - Quiz

Wat kan de oorzaak zijn van angio-oedeem?
A
Verkeerde voeding, slechte hygiëne, lichamelijke inspanning, ouderdom
B
Allergische reactie, infectie, medicatie, auto-immuunziekte of genetische oorzaak

Slide 11 - Quiz

Wat zijn mogelijke verschijnselen van een lokale reactie op een insectensteek?
A
Roodheid, zwelling, pijn en jeuk
B
Koorts, vermoeidheid, duizeligheid, misselijkheid

Slide 12 - Quiz

Wat kan er ter plekke van de insectensteek ontstaan als gevolg van een bacteriële infectie?
A
Een allergische reactie, een blauwe plek
B
Een bacteriële huidontsteking (erysipelas)

Slide 13 - Quiz

Wat is de beste manier om een teek te verwijderen?
A
Niet verwijderen
B
Zo snel mogelijk, maar in ieder geval binnen een etmaal
C
Na een paar dagen
D
Na een week

Slide 14 - Quiz

Wat kan de eerste uiting van de ziekte van Lyme zijn?
A
Zwelling zonder ring
B
Erythema migrans: een zich uitbreidende, rode, niet schilferende ring
C
Jeukende bultjes
D
Blaren

Slide 15 - Quiz

Hoe vaak komt erythema migrans voor bij besmette patiënten?
A
Minder dan 10%
B
Precies 50%
C
Meer dan 50%
D
Ongeveer 25%

Slide 16 - Quiz

Wanneer kan profylactische behandeling met een antibioticum zinvol zijn na een tekenbeet?
A
Binnen 24 uur
B
Binnen 72 uur
C
Na een maand
D
Binnen een week

Slide 17 - Quiz

Wat is de beste manier om een teek te verwijderen?
A
Verdoof de teek met alcohol of spiritus voordat je hem verwijdert.
B
Pak de kop van de teek zo dicht mogelijk bij de huid vast met een tekenpincet of splinterpincet en trek de teek voorzichtig uit de huid.
C
Trek de teek eruit met je blote handen.
D
Knijp in het lijfje van de teek om hem los te krijgen.

Slide 18 - Quiz

Wat moet je doen als er een stukje van de teek in de huid achterblijft?
A
Het stukje zal er vanzelf uit zweeren.
B
Verdoof de huid en knijp het stukje eruit met je vingers.
C
Probeer het stukje met een naald uit de huid te halen.
D
Laat het stukje zitten, het is niet schadelijk.

Slide 19 - Quiz

Hoe moet je de huid ontsmetten na het verwijderen van een teek?
A
Met water en zeep
B
Met een desinfecterende spray
C
Met azijn
D
Met alcohol of betadine

Slide 20 - Quiz

Hoelang moet een teek op de huid hebben gezeten voordat antibiotumprofylaxe overwogen kan worden?
A
Tussen 12 en 24 uur
B
Langer dan 48 uur
C
Korter dan 6 uur
D
Langer dan 24 uur

Slide 21 - Quiz

Hoelang na het verwijderen van de teek is antibioticumprofylaxe nog effectief?
A
Binnen 72 uur
B
Binnen 24 uur
C
Binnen 96 uur
D
Binnen 48 uur

Slide 22 - Quiz

Wat is de veroorzaker van de ziekte van Lyme?
A
Streptococcus pyogenes
B
Staphylococcus aureus
C
Escherichia coli
D
Borrelia burgdorferi

Slide 23 - Quiz

Wat is de typische uitslag die optreedt bij de ziekte van Lyme?
A
Petechiae
B
Urticaria
C
Purpura
D
Erythema migrans

Slide 24 - Quiz

Welk orgaansysteem wordt het meest aangetast bij de ziekte van Lyme?
A
Longen
B
Hart
C
Nieren
D
Zenuwstelsel

Slide 25 - Quiz

Wat is de gebruikelijke behandeling voor de ziekte van Lyme in de vroege stadia?
A
Corticosteroïden
B
Antischimmelmiddelen
C
Antivirale middelen
D
Antibiotica

Slide 26 - Quiz

Wanneer moet je contact opnemen na een tekenbeet?
A
Na 6 maanden na de tekenbeet
B
Tot 3 maanden na de tekenbeet
C
Na 1 maand na de tekenbeet
D
Na 1 week na de tekenbeet

Slide 27 - Quiz

Bij welke klacht moet je contact opnemen na een tekenbeet?
A
Rugpijn
B
Hoofdpijn
C
Buikpijn
D
Gewrichtsklachten

Slide 28 - Quiz

Mag je de EpiPen® door kleding heen in het dijbeen stoten?
A
Nee
B
Alleen als de kleding dun is.
C
Ja
D
Alleen als je geen andere optie hebt.

Slide 29 - Quiz

Welke stof zit er in een Epipen?

Slide 30 - Open question

Wat is de werking van een Epipen?

Slide 31 - Open question

Beenklachten

Slide 32 - Slide

Welke aandoeningen ken je die beenklachten veroorzaken.

Slide 33 - Mind map

Wat is meestal de oorzaak van benauwdheid tijdens platliggen?
A
Trombose
B
Hartfalen
C
Erysipelas
D
Orthostase

Slide 34 - Quiz

Waarom is telefonisch advies bij een dik of rood been niet verantwoord?
A
Diagnose kan niet per telefoon gesteld of uitgesloten worden
B
Het is onnodig
C
Het is niet effectief
D
Het is te duur

Slide 35 - Quiz

Wat is het gevolg van het te laat herkennen van het compartimentsyndroom?
A
Drukverhoging binnen het spierkapsel
B
Trombose van de slagaders
C
Verstopping van de voedende vaten
D
Amputatie

Slide 36 - Quiz

Wat is de veroorzaker van erysipelas?
A
Een virus
B
Een parasiet
C
Een bacterie, meestal een streptokok
D
Een schimmel

Slide 37 - Quiz

Wat is een veelvoorkomend symptoom van erysipelas?
A
Witte vlekken
B
Blauwe plekken
C
Een opgezette, scherp begrensde roodheid
D
Gele verkleuring

Slide 38 - Quiz

Welke behandeling is nodig voor erysipelas?
A
Antibiotica en rust
B
Chirurgie en fysiotherapie
C
Acupunctuur en massage
D
Homeopathie en yoga

Slide 39 - Quiz

Waarom is het belangrijk om de 'porte d'entrée' op te sporen?
A
Om de plek waar de bacterie de huid is binnengedrongen te behandelen
B
Om de bacterie te doden
C
Om de diagnose te stellen
D
Om nieuwe infecties te voorkomen

Slide 40 - Quiz

Wat is kortademigheid?
A
Duizeligheid
B
Hoesten en niezen
C
Snelle ademhaling en/of het gevoel niet genoeg lucht te krijgen.
D
Pijn in de rug

Slide 41 - Quiz

Wat kan kortademigheid in combinatie met een dik been duiden?
A
Verkoudheid
B
Verstuikte enkel
C
Longembolie
D
Griep

Slide 42 - Quiz

Wat zijn risicofactoren voor longembolie?
A
Operatie, langdurige bedrust, eerdere trombose en kraambed
B
Roken, alcoholgebruik, stress
C
Zwangerschap, reizen, hoge bloeddruk
D
Sporten, gezond eten, voldoende slaap

Slide 43 - Quiz

Waar kan kortademigheid in combinatie met dikke benen op wijzen?
A
Hartfalen
B
Gebroken been
C
Hooikoorts
D
Voedselvergiftiging

Slide 44 - Quiz

Wat is een oppervlakkige tromboflebitis?
A
Een ontsteking van een slagader.
B
Een gezwollen been zonder pijn.
C
Een diepe aderontsteking.
D
Een oppervlakkige aderontsteking als gevolg van afsluiting van een oppervlakkige vene.

Slide 45 - Quiz

Welke symptomen gaan meestal gepaard met oppervlakkige tromboflebitis?
A
Misselijkheid en duizeligheid.
B
Jeuk en zwelling.
C
Koorts en hoofdpijn.
D
Lokale roodheid en pijn.

Slide 46 - Quiz

Wat kan een oorzaak zijn van een trombosebeen?
A
Te veel water drinken
B
Veel lichaamsbeweging
C
Een periode van stilzitten of stilliggen
D
Een gebroken arm

Slide 47 - Quiz

Hoe uiten klachten van een trombosebeen zich vaak?
A
Pijn, zwelling, verkleuring van het been en warmte
B
Buikpijn en misselijkheid
C
Hoofdpijn en duizeligheid
D
Koorts en hoesten

Slide 48 - Quiz

Wat is een mogelijke complicatie van een trombosebeen?
A
Ontsteking van de huid
B
Breuk van een bot in het been
C
Losschieten van de bloedprop en vastlopen in een longarterie (longembolie)
D
Verlies van smaak en geur

Slide 49 - Quiz

Wat is een mogelijke behandeling voor een trombosebeen?
A
Antistollingsmedicatie en compressietherapie
B
Fysiotherapie en acupunctuur
C
Chirurgische ingreep
D
Homeopathische middelen en kruidenpreparaten

Slide 50 - Quiz

Wat is een zweepslag?
A
Een langdurige spierkramp in de kuit
B
Een acuut ontstaan scheurtje in een kuitspier
C
Een ontsteking van de knie
D
Een verstuiking van de enkel

Slide 51 - Quiz

Hoe is een zweepslag te herkennen?
A
Door een branderig gevoel in de rug
B
Door tintelingen in de vingers
C
Door kortademigheid en benauwdheid
D
Door plotselinge heftige pijn in de kuit en later een zwelling van het been

Slide 52 - Quiz