Gebarentolk vaker in beeld

1 / 24
next
Slide 1: Slide
Begrijpend lezenBasisschoolGroep 7,8

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

De tekst gaat over de gebarentolk.

Slide 2 - Slide

Waarom zou het daar deze week over gaan?

Slide 3 - Mind map

Doe een voorspelling: hoe vaak komt het woord gebarentolk voor in de tekst?

Slide 4 - Mind map

Welk woord komt niet voor in de tekst?
A
liplezen
B
moedertaal
C
coronamaatregelen
D
dovenschool

Slide 5 - Quiz

Een tussenkopje is 'verboden'. Wat zou daar in kunnen staan? Geef ook een reden aan.

Slide 6 - Mind map

We kijken naar het jeugdjournaal.

Let op: er komen weer luister- en kijkvragen.

Slide 7 - Slide

Hoe heet de gebarentolk die alles vertaalt wat premier Rutte zegt?
A
Ina
B
Ineke
C
Irma
D
Marina

Slide 8 - Quiz

Voor hoeveel mensen in de gebarentaal de moedertaal?
A
30 000
B
33 000
C
300 000
D
330 000

Slide 9 - Quiz

Wat is niet genoemd dat wel vertaald wordt?
A
Eurovisie Songfestival
B
rapnummer
C
concert Byoncé
D
kerkdienst

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Slide

Wat hoort op de open plek?
1?

Slide 12 - Open question

Wat hoort op de open plek?
2?

Slide 13 - Open question

Wat hoort op de open plek?
3?

Slide 14 - Open question

Wat hoort op de open plek?
4

Slide 15 - Open question

Slide 16 - Video

Maak een eigen gebaar van coronavirus, maak een selfie en stuur deze door.

Slide 17 - Open question

Maak een tijdslijn met gebeurtenissen van het stukje 'verboden', maak er een foto van en stuur deze door.

Slide 18 - Open question

Wat betekent NGT?
A
Nederlands Gebarencentrum
B
Nationaal Gebarentaal
C
Nog Geen Tijd
D
Nederlandse Gebarentaal

Slide 19 - Quiz

In r. 12 staat het woord 'hanteren'. Wat betekent hanteren?
A
bedenken
B
gebruiken
C
proberen
D
verwachten

Slide 20 - Quiz

In r. 37/38 staat het woord pleiten....voor...
Wat betekent pleiten voor?
A
proberen ergens voordeel van te krijgen
B
proberen om iets te vergeten
C
proberen om iets voor elkaar te krijgen
D
proberen om iets weg te krijgen

Slide 21 - Quiz

In r. 38 staat het woord 'erkend'
Wat betekent erkennen?
A
heel bekend maken.
B
officieel goedkeuren
C
professioneel maken
D
slecht namaken

Slide 22 - Quiz

Welke letter is dit?
A
B
B
G
C
M
D
T

Slide 23 - Quiz

Einde van de les begrijpend lezen.


Dit hebben jullie geleerd:
- open plekken invullen door vooruit of terug te lezen,
 -onduidelijkheden ophelderen
- meer over gebarentaal

Slide 24 - Slide