Verkeer H3, les 3

1 / 33
next
Slide 1: Slide
VerkeerBasisschoolGroep 7

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Wanneer loop je risico's in het verkeer?
A
Als je fietst op een fiets met nieuwe banden.
B
Als je je fietslicht aandoet wanneer dat niet nodig is.
C
Als je in het verkeer je mobiel gebruikt of met oortjes naar muziek luistert.

Slide 2 - Quiz

Waarover gaat deze les?
A
Over risico's in het verkeer.
B
Over paarden en andere bijzondere weggebruikers.
C
Over oversteken op een kruispunt.

Slide 3 - Quiz

Lees dit goed voordat je de opdrachten gaat maken.

Slide 4 - Slide

Kijk hoe Anne de bocht neemt. Wat kan er gebeuren bij de blauwe auto?

Slide 5 - Open question

Kijk hoe Anne de bocht neemt. Wat kan er gebeuren bij de oranje auto?

Slide 6 - Open question

Het risico wat Anne hier neemt is:
A
Heel klein
B
Klein
C
Groot
D
Heel groot

Slide 7 - Quiz

Welke risico's neem jij zelf weleens?
Je kunt er meerdere kiezen.
A
Ik steek wel eens vlak voor iemand over.
B
Ik rijd wel eens door het oranje of rode licht.
C
Ik kijk wel eens op mijn mobiel tijdens het fietsen.

Slide 8 - Quiz

Lees dit eerst goed voor je de opdrachten gaat maken.

Slide 9 - Slide

Waarom staat hier een stop bord?
A
Als je stopt heb je meer tijd om te kijken of er verkeer aan komt.
B
Als je stopt kan het andere verkeer jou goed zien.
C
Als je stopt, houden auto's beter rekening met jou.

Slide 10 - Quiz

Wat moet Raoul doen?
A
Heel hard doorfietsen.
B
Stoppen en kijken.
C
Langzaam fietsen en om de hoeken kijken.
D
Afstappen en lopen.

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Slide

Vergelijk de twee kruispunten.
Het bord geeft aan: Gevaarlijk kruispunt.
A
Kruispunt A
B
Kruispunt B

Slide 13 - Quiz

Vergelijk de twee kruispunten.
Het bord geeft aan: voorrangskruispunt.
A
Kruispunt A
B
Kruispunt B

Slide 14 - Quiz

Vergelijk de twee kruispunten. Onoverzichtelijkheid maakt het hier lastig.
A
Kruispunt A
B
Kruispunt B

Slide 15 - Quiz

Vergelijk de twee kruispunten.
Druk verkeer maakt het hier lastig.
A
Kruispunt A
B
Kruispunt B

Slide 16 - Quiz

Slide 17 - Slide

Vergelijk de twee kruispunten.
Je moet wachten tot niemand meer van links of rechts komt rijden.
A
Kruispunt A
B
Kruispunt B

Slide 18 - Quiz

Vergelijk de twee kruispunten.
Je kunt langzaam doorfietsen en goed de zijstraten in kijken.
A
Kruispunt A
B
Kruispunt B

Slide 19 - Quiz

Vergelijk de twee kruispunten.
Je kunt hier misschien beter lopend naar de overkant gaan.
A
Kruispunt A
B
Kruispunt B

Slide 20 - Quiz

Lees dit eerst goed voor je de opdrachten gaat maken.

Slide 21 - Slide

Kan Morris hier veilig inhalen?
A
Ja
B
Nee

Slide 22 - Quiz

Leg je antwoord uit.

Slide 23 - Open question

Slide 24 - Slide

Inhalen kan veilig. Er kan hier geen tegenligger komen.
Inhalen kan niet veilig. Je kunt niet zien of er een tegenligger aan komt. 
Inhalen kan niet veilig. Er komt een tegenligger aan.

Slide 25 - Drag question

Lees dit goed voordat je de opdrachten gaat maken.

Slide 26 - Slide

Een paard op de weg. Hoe kan de fietser het beste reageren?
Hij moet ruim om de ruiter heen rijden.
WAAR
NIET WAAR

Slide 27 - Poll

Een paard op de weg. Hoe kan de fietser het beste reageren?
Hij moet geen onnodig lawaai maken.
WAAR
NIET WAAR

Slide 28 - Poll

Een paard op de weg. Hoe kan de fietser het beste reageren?
Hij moet roepen om de ruiter te waarschuwen.
WAAR
NIET WAAR

Slide 29 - Poll

Een paard op de weg. Hoe kan de fietser het beste reageren?
Hij kan beter een andere weg nemen.
WAAR
NIET WAAR

Slide 30 - Poll

Heb je zelf wel eens iets onverwachts meegemaakt? Welk risico liep je en hoe heb je het opgelost?

Slide 31 - Open question

Ik weet nu de woorden: (de bocht) afsnijden, de onoverzichtelijkheid, het stopbord, de inhaalactie, de (bijzondere) weggebruiker.
😒🙁😐🙂😃

Slide 32 - Poll

Ik weet nu welke risico's je loopt in het verkeer en welke risico's je beter kunt vermijden.
😒🙁😐🙂😃

Slide 33 - Poll