Taaltrap les 18 Verkeer

• NT2
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

Taaltrap les 18

Het verkeer

Luister naar de woorden

Zeg de woorden na.

Schrijf de woorden in je schrift. 

Luisteren 18.1

Klik op de koptelefoon om het geluidsbestand te openen. Als je het scherm deelt met de leerlingen, kunnen ze dat ook zelfstandig doen.

Wat moet je doen?

* Kijk naar het plaatje.
* Welk beroep is dit?

* Zeg niks, maar schrijf het antwoord op je wisbordje.

* Aan het einde kijken we de antwoorden na.

* Vergeet het lidwoord niet!

Wat is dit?

Wat is dit?

Wat is dit?

Wat is dit?

Wat is dit?

Wat is dit?

Wat is dit?

Wat is dit?

Wat is dit?

We gaan het nakijken.

de auto                    de fiets                de kinderwagen

de trein                    de tram                de vrachtwagen

de boot                    het vliegtuig      de bus                     

Wat zie je bij het lidwoord??

18.2 Luisteren en lezen

18.2 Klik en luister!

18.4  Vul in!

het kleinst

het grootst

Tekst

Tekst

Tekst

1

2

3

4

5

met de bus

Mijn tante

wil

naar Spanje.

volgende week

Tekst

Tekst

Tekst

zonder inversie

1

2

3

4

5

naar de winkel.

Mijn moeder

gaat

op de fiets

vandaag

Combineer het vervoersmiddel met de juiste naam.

de kinderwagen

de fiets

de tram

de bus

het vliegtuig

het ongeluk

het station

de file

de trein

het verkeer

18.6 en 18.8

18.6 Klik en luister

18.8 Luister en lees

Ik luister muziek op de fiets.

Ja

Nee

Heeft jouw fiets verlichting?

Ja

Nee

Weet ik niet

Wie belt er wel eens op de fiets?

Ja, altijd

Ja, soms.

Nee, nooit!

Vraag door. 

Waarom? 

Heeft jouw fiets goede remmen?

Ja

Nee

Fiets je met een klasgenoot naar
school?

Ja

Nee

Soms