M2 les 1 H29 tekststructuur - inleiding, kern, slot

Vandaag
Lezen - 'Boek in tas' 
Uitleg H29
Aan de slag: keuze uit tekstenlab (verkennend en uitdagend)

Planning
Nu: week 12
Diataal volgmeting: week 21 (Het resultaat telt 3 keer mee.)
Vakantie: week 17/18 (vrijdag 11 en 18 april en maandag 5 mei vervallen)

We behandelen 
H29, 30, 43, 57, 58, 73

Elke les behandelen we gezamenlijk, in tweetallen of individueel een tekst net iets boven jouw niveau. 

1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 18 slides, with text slides.

Items in this lesson

Vandaag
Lezen - 'Boek in tas' 
Uitleg H29
Aan de slag: keuze uit tekstenlab (verkennend en uitdagend)

Planning
Nu: week 12
Diataal volgmeting: week 21 (Het resultaat telt 3 keer mee.)
Vakantie: week 17/18 (vrijdag 11 en 18 april en maandag 5 mei vervallen)

We behandelen 
H29, 30, 43, 57, 58, 73

Elke les behandelen we gezamenlijk, in tweetallen of individueel een tekst net iets boven jouw niveau. 

Slide 1 - Slide

Stil lezen
timer
10:00

Slide 2 - Slide

Lesdoel
Je leert op welke manier de meeste teksten zijn opgebouwd.

Slide 3 - Slide

Heb je het begrepen? Steek 1, 2 of 3 vingers op. 

Slide 4 - Slide

Zes tekstdoelen (het doel van de schrijver)

  • Activeren    
  • Amuseren
  • Beschouwen
  • Informeren
  • Overtuigen




Slide 5 - Slide

Onderwerp en hoofdgedachte
  • Het onderwerp van de tekst is het antwoord op de vraag: "Waar gaat de tekst over?" Het onderwerp is weer te geven in één woord. 

  • De hoofdgedachte is het antwoord op de vraag: "Wat zegt de schrijver over het onderwerp?" Een korte samenvatting van de tekst in één zin. 

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Inleiding
In de inleiding noem je het onderwerp van het artikel. 


Daarnaast kun je:

- De aanleiding vertellen (waarom je over het onderwerp schrijft).

- Een voorbeeld geven van het onderwerp.

- Een kort, grappig verhaaltje uit eigen ervaring (anekdote) vertellen over het 
onderwerp.

- Een vraag of vragen stellen die je in de tekst gaat beantwoorden.

Slide 12 - Slide

Middenstuk
In het middenstuk (3 alinea's) schrijf je over elk deelonderwerp één alinea. Je maakt dus drie alinea's met elk een eigen deelonderwerp.


Schrijf de belangrijkste informatie over het deelonderwerp in de eerste zin. 
Ga op dezelfde regel verder en geef in de rest van de alinea voorbeelden 
of uitleg bij het deelonderwerp.
  
Je tekst wordt duidelijker als je in de eerste zin van een alinea 
een signaalwoord gebruikt zoals ook, ten tweede, bovendien.

Slide 13 - Slide

Slot
In het slot kun je:

- De deelonderwerpen samenvatten.
- Vertellen wat er in de toekomst waarschijnlijk nog gaat gebeuren (toekomstverwachting). 
- Een conclusie trekken.
- Een advies geven.
- Een antwoord geven op de vraag/vragen die je in de inleiding hebt gesteld. 

Je kunt in het slot een signaalwoord gebruiken zoals dus, kortom, dat betekent.

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Aan de slag
1. Huiswerk nakijken 
2. Open de tekst in Teams. 
3. Begin met het werkblad. 

Geschiedenis van de paashaas

Begin met het werkblad en volg de instructies. Hoe? Met een maatje. 

Ben je klaar? Maak je huiswerk: H29 maken opdr. 1 t/m 6

Slide 16 - Slide

Zijn voor jou de lesdoelen behaald
Ik weet op welke manier de meeste teksten zijn opgebouwd.  

Vertel....

Slide 17 - Slide

Volgende les
We gaan verder met H30 alinea's en functiewoorden

Slide 18 - Slide