AC Thema 3 B1 Steeds kleinere groepen

Thema 3

Ordening



B1
Steeds kleinere groepen
1 / 30
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Thema 3

Ordening



B1
Steeds kleinere groepen

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Ordenen, wat is dat eigenlijk?

Slide 3 - Open question

Ordenen, wat is dat eigenlijk?

Slide 4 - Mind map

Wat gaan we doen?
  • Voorkennis activeren
  • Leerdoelen B1
  • Uitleg B1: - Hoofdgroepen en rijken
                        - Celkenmerken
                        - Vertakkingsschema
  • Maken opdracht 2 t/m 5 + nakijken
  • Maken opdracht 6 t/m 8 (+9)
  • Flitskaarten oefenen en Test Jezelf maken
  • Differentiatie-opdracht: Samenhang opdracht 10
  • Lesafsluiter B1

Slide 5 - Slide

Leerdoel B1
3.1.1 Je kunt organismen indelen in hoofdgroepen (domeinen) en rijken.

3.1.2 Je kunt de celkenmerken noemen van dieren, planten, 
schimmels en bacteriën.

3.1.3 Je kunt de groepen noemen die ontstaan bij de verdere 
indeling van een rijk.

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Groepen maken
  • Biologen plaatsen organismen in groepen --> ze ordenen organismen
  • Daarbij gebruiken ze kenmerken: een eigenschap waarmee je een organisme kunt onderscheiden van andere organismen

Pak een goed gevulde etui en orden deze is met degene die naast je zit?

Slide 8 - Slide

Wat zijn voorbeelden van
kenmerken die jullie hebben gebruikt?

Slide 9 - Mind map

Opdracht 1
timer
5:00

Slide 10 - Slide

Hoofdgroepen en rijken
Door Michal Ruggiero (2015)
Hoofdgroepen (domeinen):
  • Prokaryoten
  • Eukaryoten 

- Prokaryoten: bacteriën en archaea
- Eukaryoten: chromista, protozoa, schimmels, planten, dieren

Slide 11 - Slide

Celkenmerken
  • eencellig of meercellig
  • celkern
  • celwand
  • bladgroenkorrels

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Link

Hoeveel procent score had je?

Slide 14 - Open question

Steeds kleinere 
groepen
  • Hoofdgroep (domein):   D
                                                         R
                                                         S
                                                         K
                                                         O
                                                         F
                                                         G
                                                         S


voorbeeld

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Link

Hoeveel procent score had je?

Slide 17 - Open question

Vertakkingsschema

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Link

Hoeveel procent score had je?

Slide 20 - Open question

Huiswerk B1
  • Maak nu verder opdracht 2 t/m 5 op je Ipad of in je boek
  • Kijk de opdrachten 2 t/m 5 na en verbeter de fouten of vul aan!
  • Maak daarna de opdrachten 6 t/m 8 (+9)
  • Kijk ook deze opdrachten goed na!
  • Oefen de flitskaarten en maak de Test Jezelf van B1

Klaar? 
Neem de Samenhang (blz. 174) door en maak opdracht 10

Slide 21 - Slide


Lesafsluiter B1

3.1.1 Je kunt organismen indelen in hoofdgroepen (domeinen) en rijken.

3.1.2 Je kunt de celkenmerken noemen van dieren, planten,
schimmels en bacteriën.

3.1.3 Je kunt de groepen noemen die ontstaan bij de verdere
indeling van een rijk.

Slide 22 - Slide

Welke 2 rijken horen bij de prokaryoten?

Slide 23 - Open question

Welke 3 belangrijkste kenmerken van de cel worden gebruikt bij het indelen in 2 hoofdgroepen (domeinen) en 7 rijken? (Schrijf op als: ...., ...., ....)

Slide 24 - Open question

Wat is het belangrijkste verschil tussen prokaryoten en eukaryoten? (wel/geen)
A
celwand
B
celkern
C
eencellig/meercellig
D
bladgroenkorrels

Slide 25 - Quiz

De eukaryoten worden verdeeld in 5 rijken: welke?

Slide 26 - Open question

Je kijkt door een microscoop en ziet een cel met celwanden.
Welke conclusie kun je nu trekken?
A
Dit is niet een cel van een plant
B
Dit is niet een cel van een schimmel
C
Dit is niet een cel van een bacterie
D
Dit is niet een cel van een dier

Slide 27 - Quiz

Je kijkt door een microscoop en ziet een cel zonder celkern.
Welke conclusie kun je nu trekken
A
Dit is een cel van een plant
B
Dit is een cel van een schimmel
C
Dit is een cel van een bacterie
D
Dit is een cel van een dier

Slide 28 - Quiz

Je kijkt door een microscoop en ziet een cel met een celmembraan.
Welke conclusie kun je nu trekken
A
Dit is een cel van een plant of dier
B
Dit is een cel van een schimmel of bacterie
C
Dit is een cel van een plant of schimmel of dier
D
Dit kan een cel van elk organisme zijn

Slide 29 - Quiz

Welke volgorde klopt?
A
Orde> Rijk > Klasse
B
Klasse> Orde> Familie
C
Domein > Stam > Rijk
D
Soort> Familie> Geslacht

Slide 30 - Quiz