Eerste les brugklas

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

NEDERLANDS

I. Vlaar (ma-di-do-vr) [e-mail]

decaan havo (-t) / vwo (-t)

Bekijk samen de inhoudsopgave

 Welk onderdeel lijkt jou het leukst? Waarom?

Welk onderdeel lijkt jou het makkelijkst? Waarom? 

Welk onderdeel lijkt jou het moeilijkst? Waarom?

Nieuw Nederlands

  lezen

  schrijven 

  spreken en luisteren

  taal

  grammatica 

  formuleren

  spelling 

  fictie en poëzie

schrift mee

leesboek

Je

inzet 

telt 

ook

mee.

                        Jaarprogramma 

Jaarprogramma Nederlands 

Spelling                                                  2-toets

Fictie                                                        2-t

Meer dan lezen/tekstbegrip         2-t in toetsweek 1 (januari)

Grammatica                                          2-t                                                          

Schrijven                                                2-t

Meer dan lezen/tekstbegrip          2-t in toetsweek 2 (juni)

                                                                                                    

                                                         

Lezen in de klas

Neem zelf een leuk boek mee.

- passend niveau

- eerste 10 minuten van de les

- na een toets 

Bespreek met je klasgenoot: Welk leuk boek heb jij voor het laatst gelezen? 

Wat voor lezer ben jij?

Love to read!

Dunste boekje

Geschiedenisverhalen

Science fiction

Young adults

Wat heb je daar nou aan?

Noteer in je schrift 

zoveel mogelijk redenen 

waarom lezen nuttig is.

§1 FICTIE en NON-FICTIE, blz. 64

Lezen H1, blz 13: tekst 2

- Samen lezen

- Maak opdracht 1 in je schrift. 

    - Je mag overleggen met je klasgenoten.

    - Antwoord in hele zinnen.

Doe de test

www.jeugdbibliotheek.nl

Wat voor lezer ben jij?

Wat voor boeken lees jij in je vrije tijd?

Wat voor lezer ben jij (noem 3 eisen waaraan een boek moet voldoen)?

Op welk niveau zit jij met lezen? 

Wat is jouw favoriete soort boek?

Maak hier een kort verslagje van en bewaar dit in je fictiedossier.

Startopdracht

1 over penvriend(inn)en 

(maar dat weet je pas zeker als je alinea 2 leest)

2 De tekst heeft geen titel en er is geen inleiding die duidelijk maakt wat het onderwerp is. Er staat ook geen illustratie bij de tekst, waaraan je zou kunnen zien waar hij over gaat. Verder zijn er geen tussenkopjes of opvallende woorden die kunnen aangeven wat het onderwerp is.

1. Poppen

2. Titel, de eerste alinea en het tussenkopje

PROGRAMMA

- Lezen 

- Het onderwerp van een tekst

Het onderwerp van een tekst

Hoe vind je het onderwerp van een tekst?

(zes hulpmiddelen)

Het onderwerp van een tekst

1. Titel

2. illustraties

3. tussenkopjes

4. anders gedrukte woorden

5. eerste alinea

6. Waarover gaat de hele tekst?

Noteer het onderwerp in een paar woorden.

Lezen H1

Blz. 12-13-14: maak opdracht 1 en 2

Huiswerk voor donderdag: opdracht 2 (blz. 14) afmaken. Bladwijzer afmaken.

PROGRAMMA

- Lezen  

- Wat is jouw leesniveau?

- Tekstbegrip

- bladwijzer afmaken 

    

                       Let op: niet in je flexboek schrijven.

https://www.jeugdbibliotheek.nl

Het onderwerp van een tekst

1. Titel

2. illustraties

3. tussenkopjes

4. anders gedrukte woorden

5. eerste alinea

6. Waarover gaat de hele tekst?

Noteer het onderwerp in een paar woorden.

Lezen H1

Vergelijk je antwoorden van opdracht 1 en 2 met elkaar.

Welke antwoorden verschillen?

Wie heeft het beste antwoord?

Welke vragen vonden jullie moeilijk?

Lezen H1 Opdracht 1

1 smartphone-verslaving

2 Dat kun je zien aan de titel; eventueel ook aan het plaatje.

3 Eigen antwoord

4 Eigen antwoord

5 Het kopje ‘Bevestiging’ hoort bij alinea 3.

6 De app ‘freedom’

7 Dat betekent dat de oorspronkelijke tekst is geschreven door Arjen Veelen, gepubliceerd is in Flow in februari van het jaar 2015.

8 Eigen antwoord

9 Ja, want hij denkt zelfs in het bos aan Facebook.

Of: Nee, want hij zet zijn telefoon ook regelmatig uit. 

Lezen H1 opdracht 2

1 Geheimen

2 Eigen antwoord 

3 B

4 Drie van deze vijf: we willen niet afgewezen worden, we zijn extreem sociale wezens / we communiceren graag, geheimen delen bindt, mensen zijn nieuwsgierig, je laat een ander weten dat je hem vertrouwt. 

5 a spectaculaire. b vreemd.   c delen met anderen / vertellen

d liegen.  e.  iets vertellen wat een last wordt

Lezen H1 opdracht 2

6 Bij alinea 4, omdat daar gesproken wordt over de angst voor afwijzing. 

7 Dat je door je geheim niet ongelukkig moet zijn. Praten helpt dan. 

8 Diegene moet zonder oordeel zijn, niets doorvertellen en iets kunnen met de informatie.

9 Eigen antwoord       10 Eigen antwoord

Lezen H1 blz. 17

Lees samen tekst 4.

Bespreek de onderstreepte woorden.

Maak opdracht 4.