Paragraaf 3.1: De Verlichting (Herhaling)

Paragraaf 3.1: De Verlichting (herhaling)

§3.1| De pruikentijd 
1 / 27
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 27 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Paragraaf 3.1: De Verlichting (herhaling)

§3.1| De pruikentijd 

Slide 1 - Slide

Hoe zat het ook alweer?
Je krijgt een blaadje.

Schrijf op wat je nog weet over hoofdstuk 3 (par. 3.1).

timer
1:30

Slide 2 - Slide

Leerdoelen

Slide 3 - Slide

Standensamenleving

Eerste stand

Geestelijkheid
- Geen belasting 
   betalen
- Wel voorrechten

Tweede stand

Adel
- Geen belasting 
   betalen
- Wel voorrechten

Derde stand

Boeren en burgers
- Wel belasting 
   betalen
- Geen voorrechten

Slide 4 - Slide

Ancien régime
= Frans: het bestuur van vroeger.

1e en 2e stand had allemaal 
privileges (voorrechten).

Zo hoefden zij geen belasting te 
betalen. 




Slide 5 - Slide

Derde stand
Bovenste laag
rijke burgers (kooplieden, rechters en bankiers)
Onderste laag:
arme loonarbeiders & boeren

Midden:
ambachtslieden & winkeliers

Slide 6 - Slide

Conclusie
Boeren waren erg arm en rijke stedelingen hadden niks te vertellen in het bestuur.

Slide 7 - Slide

De katholieke kerk had een sterke invloed op de Franse samenleving.

Slide 8 - Slide

Aardbeving Lissabon (1755): een straf van God?

Slide 9 - Slide

Reactie Voltaire:
''Zul jij, terwijl de stervende stemmen roepen, durven reageren op dit weerzinwekkende schouwspel van rokende as met: ''Dit is het noodzakelijke effect van de eeuwige wetten die vrijelijk door God zijn gekozen?''

Wat bedoelt Voltaire hiermee?

Slide 10 - Slide

De Verlichters en het geloof
Verlichte denkers:
  • Logisch of rationeel denken begreep de wereld beter, kon ook de wereld verbeteren.
  • God heeft de aarde gemaakt, maar grijpt niet in.
  • Er is niet 1 waar geloof.
  • Wees kritisch!

Voltaire. (1694-1778)

Slide 11 - Slide

De Verlichters en het geloof
Gevolg:
  • Vóór religieuze tolerantie (verdraagzaamheid).
  • Tegen een grote invloed van de kerk.
  • Vóór wetenschappelijke bewijzen.
Voltaire. (1694-1778)

Slide 12 - Slide

En het ancien régime dan...
Verlichte denkers:
  • Een koning is er voor het volk.
  • Het volk mag een slechte koning afzetten.
  • De echte macht ligt bij het volk.

Gevolg:
  • Tegen absolutisme.
  • Vóór democratie.

Slide 13 - Slide

De Verlichters en politiek 
John Locke (Eng. 1632-1704)
Het volk geeft de koning macht en zij mogen een                      slechte koning afzetten.

Charles de Montesquieu (Fr. 1689-1755)
Trias Politica, de scheiding der machten

Jean Jacques Rousseau (Fr. 1712-1778)
Volksvertegenwoordiging doet wat het volk wilt.

Slide 14 - Slide

De Verlichters en politiek 
John Locke (Eng. 1632-1704)
Het volk geeft de koning macht en zij mogen een slechte koning afzetten.

Charles de Montesquieu (Fr. 1689-1755)
Trias Politica, de scheiding der machten

Jean Jacques Rousseau (Fr. 1712-1778)
Volksvertegenwoordiging doet wat het volk wilt.

Slide 15 - Slide

De Verlichters en politiek 
John Locke (Eng. 1632-1704)
Het volk geeft de koning macht en zij mogen een slechte koning afzetten.

Charles de Montesquieu (Fr. 1689-1755)
Trias Politica, de scheiding der machten

Jean Jacques Rousseau (Fr. 1712-1778)
Volksvertegenwoordiging doet wat het volk wilt.

Slide 16 - Slide

De Verlichters en politiek 
John Locke (Eng. 1632-1704)
Het volk geeft de koning macht en zij mogen een slechte koning afzetten.

Charles de Montesquieu (Fr. 1689-1755)
Trias Politica, de scheiding der machten

Jean Jacques Rousseau (Fr. 1712-1778)
Volksvertegenwoordiging doet wat het volk wilt.

Slide 17 - Slide

De Verlichters en gelijkheid
Verlichte denkers:
  • Mensen zijn gelijk en vrij.

Gevolg
  • Tegen standenmaatschappij.
  • Tegen slavernij/slavenhandel (Abolitionisme).

Slide 18 - Slide

Reactie koningen
Ideeën van de Verlichting verbieden (censuur).
Óf
Sommige ideeën overnemen, zolang de vorst alle macht houdt.
= Verlicht absolutisme

Slide 19 - Slide

Tóch ontstond er een publiek debat (de samenleving praatte mee) in de salons.

§3.1| De pruikentijd 

Slide 20 - Slide

Ga aan de slag!
Maak een mindmap over paragraaf 3.1. (hw)
Er staat in...
  • Hoe zag Frankrijk uit vóór de Verlichting m.a.w. ancien régime.
  • Wat was de Verlichting? (Tijd, kenmerken, begrippen, etc.).
  • Wie waren Verlichte denkers én hun ideeën?
  • Hoe reageerden koningen op de Verlichting?


Slide 21 - Slide

De Verlichters en politiek II
John Locke (Eng. 1632-1704)
Het volk geeft de koning macht en zij mogen een slechte koning afzetten.

Charles de Montesquieu (Fr. 1689-1755)
Trias Politica, de scheiding der machten

Jean Jacques Rousseau (Fr. 1712-1778)
Volksvertegenwoordiging doet wat het volk wilt.

Slide 22 - Slide

De Verlichters en gelijkheid
Verlichters
  • Mensen zijn gelijk en vrij

Gevolg
  • Tegen standenmaatschappij
  • Tegen slavernij/slavenhandel (Abolitionisme)

Slide 23 - Slide

§4.1: Standensamenleving

1e stand

Geestelijkheid
geen belasting betalen

2e stand

Adel
geen belasting betalen

3e stand

Boeren en burgers
* moesten belasting betalen
* hadden geen voorrechten

Slide 24 - Slide

De Franse standensamenleving

Nederland verloor zijn economische voorsprong aan Engeland, Schotland en Frankrijk.
Rond Parijs ontstonden enorme bedrijven die textiel, wapens of luxe goederen maakten. De landbouw bleef wel het grootste middel van bestaan in Frankrijk. Veel boeren gingen gebukt onder de verplichtingen van de lokale adel. Frankrijk had een standensamenleving.

Er waren enorme verschillen tussen de eerste, tweede en de derde stand (adel, geestelijkheid en boeren/burgers)
Driekwart van alle belastingen waren indirecte belastingen die voornamelijk werden betaald door de derde stand. Hierdoor leden de derde stand het meest van de hoge staatsuitgaven.

Terwijl de adel en de geestelijkheid vrijgesteld zijn van belastingen, zijn het vooral de boeren die de zwaarste lasten moeten dragen. (Ets, 18de eeuw, auteur onbekend)

Slide 25 - Slide

Reactie koningen
Ideeën van de Verlichting verbieden

Of

Sommige ideeën overnemen, zolang de vorst alle macht houdt.
= Verlicht absolutisme

Slide 26 - Slide

0

Slide 27 - Video