PA 2 -ww e->i/ woordenschat

1 / 26
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Hoy = vandaag
-  Werkwoorden met een klinkerwisseling E-> I in Presente (tegenwoordige tijd)
- repaso werkwoord Estar (zijn)
- Woordenschat PTO4


Lesdoel:
- Ik kan de werkwoorden in presente met een klinkerwisseling van E-> I toepassen
- Ik kan het werkwoord Estar toepassen


Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

SER (ZIJN) 
- permanente eigenschappen
- nationaliteit
- wie je bent
- je beroep

Slide 5 - Slide

ESTAR (ZIJN)
- locatie gebouwen en personen
- toestanden (staat, conditie)
- gevoelens

Slide 6 - Slide

Wederkerende werkwoorden- verbos reflexivos p. 50 

Slide 7 - Slide

Maak de oefeningen op de werkbladen 
timer
6:00

Slide 8 - Slide

Gebruik de werkbladen en zoek woorden op die je niet begrijpt
timer
5:00

Slide 9 - Slide

Ik vond de schrijfopdracht nuttig om de tegenwoordige tijd en wederkerende werkwoorden te herhalen
😒🙁😐🙂😃

Slide 10 - Poll

Slide 11 - Slide

Vul in de juiste vorm van: ELEGIR
Marta y tú _________ la ropa

Slide 12 - Open question

Vul in de juiste vorm van: REIR
Nosotros ___________ mucho

Slide 13 - Open question

Vul in de juiste vorm van: REPETIR
Alex __________ la canción?

Slide 14 - Open question

Vul in de juiste vorm van: MEDIR
El pico de la montaÑa __________ 100 metros

Slide 15 - Open question

timer
5:00

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Link

Cuánto mides? (hoeveel cm (lengte) ben je?)
- Beantwoord met een zin in het Spaans
-Gebruik in je antwoord het werkwoord MEDIR
timer
2:00

Slide 19 - Open question

A escribir...
- Pak je schrift 
- Schrijf een verhaal van minimaal 8 zinnen over jouw dag
- Gebruik de werkbladen als voorbeeld
- Zoek woorden op die je niet weet

- Lever je papier in bij de juf !
timer
10:00

Slide 20 - Slide

timer
5:00

Slide 21 - Slide

ESTAR (ZIJN)
- locatie gebouwen en personen
- toestanden (staat, conditie)
- gevoelens

Slide 22 - Slide

kies de juiste vorm van het werkwoord ESTAR:
Yo .... bien
A
estas
B
esta
C
estoy
D
estamos

Slide 23 - Quiz

kies de juiste vorm van het werkwoord ESTAR:
ellos ..... cansados (moe)
A
estas
B
estan
C
estoy
D
estamos

Slide 24 - Quiz

Nosotros __________ cantando una canción
A
está
B
estáis
C
estamos
D
están

Slide 25 - Quiz

Carla y Anna ____________ haciendo la tarea
A
está
B
estáis
C
estamos
D
están

Slide 26 - Quiz