Je kunt beschrijven wat er tussen 1945 en 1960 in Nederland veranderde op economisch en politiek gebied.
Je kunt beschrijven wat er in de jaren 1960 en 1970 in Nederland veranderde in de positie van jongeren en vrouwen.
Slide 4 - Slide
5.3
Wederopbouw (= Het herstel van de schade die de Tweede Wereldoorlog had veroorzaakt) verliep snel, voltooid in 1950*
Lonen laag houden-> goedkope producten-> veel handel*
Marshallhulp vanuit de VS*
Slide 5 - Slide
5.3
Vanaf 1950 tekort aan arbeiders, had twee gevolgen*
Komst van gastarbeiders*
Lonen omhoog-> consumptiemaatschappij*
Slide 6 - Slide
5.3
Verzorgingsstaat: de overheid zorgt ervoor dat burgers een inkomen hebben en zorg krijgen, als ze dat nodig hebben*
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Bekijken film jongerencultuur
Slide 9 - Slide
Aan de slag
1. Hoe heet jouw jeugdcultuur?
2. Hoe ziet diegene uit jouw jeugdcultuur eruit?
3. Wat vindt iemand uit jouw jeugdcultuur belangrijk?
Maak van 5.3
Slide 10 - Slide
Programma
Opgeven SO (10 min)
Bespreken jongerenculturen (10 min)
Uitleg 5.3 (15 min)
Aan de slag!
Slide 11 - Slide
Opgeven SO
Slide 12 - Slide
Nozems
Provo's
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Leerdoelen
Je kunt beschrijven wat er in de jaren 1960 en 1970 in Nederland veranderde in de positie van jongeren en vrouwen.
Je kunt beschrijven hoe Nederland vanaf 1980 veranderde op politiek en economisch gebied.
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
5.3
Tweede feministische golf: feministen voerden actie in de jaren 1960 en 1970 om bestaande rollenpatronen te doorbreken en om te zorgen voor meer rechten voor vrouwen*
Slide 17 - Slide
5.3
Oorzaken economische crisis 1970 & 1980*
Hoge lonen-> niet investeren*
Verzorgingsstaat was te duur*
Slide 18 - Slide
5.3
Poldermodel: samenwerking tussen de regering, werkgevers en werknemers om afspraken te maken*
Welke afspraken zou jij maken?
Meer samenwerken, maar sommige mensen voelen zich niet gehoord.
Slide 19 - Slide
5.3
Populisme: een politieke beweging die opkomt voor de belangen van het ‘volk’ en die zich afzet tegen zittende politici, die niet goed naar het ‘volk’ zouden luisteren.