Jong & Oud H1

JONG EN OUD H1
Les 1
1 / 15
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 15 slides, with interactive quiz, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

JONG EN OUD H1
Les 1

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
• Je begrijpt het gevangenendilemma en alle begrippen die daarbij horen
• Je kunt een uitbetalingsmatrix/opbrengstenmatrix aflezen.
• Je kunt bepalen bij welke keuze iemand een meelifter is.
• Je kunt bepalen wat voor iemand de dominante keuze is.

Slide 2 - Slide

Het gevangenendilemma

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Waar doet het gevangenendilemma
je aan denken / wat weet je ervan?

Slide 5 - Mind map

Het gevangenendilemma
(= prisoner’s dilemma) 
Een situatie bekend uit de speltheorie waarbij twee partijen voor de keus staan samen te werken of niet, waarbij samenwerken meer oplevert dan niet samenwerken.

Slide 6 - Slide

Het gevangenendilemma

Slide 7 - Slide

Een paar begrippen
Dominante strategie - De strategie die het beste resultaat oplevert, ongeacht de keuze van de andere speler(s).
Free rider - (= meelifter) Iemand die profiteert van de inspanningen van een ander.
Bindende afspraak - Een afspraak waar je (juridisch) niet van af kunt of niet onderuit kunt. In de speltheorie: men heeft van tevoren afgesproken een bepaalde strategie te volgen.




Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Speltheorie
Dominante strategie
De strategie die het beste resultaat oplevert, ongeacht de keuze van de andere speler(s).

Slide 11 - Slide

Stel Emar kiest voor Wel, dan is voor SD de beste keuze Wel, omdat 40 beter is dan 0
Stel Emar kies voor Niet, dan is voor SD de keuze Wel, omdat 100 beter is dan 60
SD zal dus ongeacht de keuze van Emar kiezen voor Wel prijsverlaging (= dominante strategie)

Ook voor Emar is dominante strategie Wel prijsverlaging (gebruik zelfde redenering)

Uitkomst zal dus zijn dat beide supermarkten een winst behalen van € 40 (niet optimaal)

Slide 12 - Slide

Wat is de uitkomst?

Slide 13 - Slide

Aan de slag!
- Maken 1.1 tot en met 1.5
    - In stilte (zonder telefoon en oortjes)
    - Vragen? > Lees de vraag nog een keer door > Fluisterend aan je buurman/vrouw vragen > Aan mij vragen
    - In je schrift
Klaar?
- Nakijken van de opgaven 



Slide 14 - Slide

Lesdoelen
• Je begrijpt hoe het gevangenendilemma in de praktijk een speltheorie is

Let op: je krijgt hierover een vraag op de toets

Slide 15 - Slide