2.2 Patronen: bevolkingsspreiding

2.2 Patronen: bevolkingsspreiding

4H Aardrijkskunde
1 / 29
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 29 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

2.2 Patronen: bevolkingsspreiding

4H Aardrijkskunde

Slide 1 - Slide

Vandaag 

- Uitleg 2.2
- Opdrachten 2.2


Slide 2 - Slide

Lees de paragraaf 2.2
5 minuten in stilte voor jezelf

Noteer/markeer: belangrijkste woorden en woorden/plaatsen die je niet kent

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Wat is het verschil tussen bevolkingsdichtheid en bevolkingsspreiding?
Bevolkingsdichtheid
gemiddel aantal inwonders per vierkante kilometer
Bevolkingsspreiding
de manier waarop de bevolking over een gebied verdeeld is

Slide 7 - Slide

Er zijn meerdere redenen waarom mensen zich ergens vestigen



- natuurlijke mogelijkheden
- de ligging
- het koloniale verleden

Slide 8 - Slide

Natuurlijke mogelijkheden
Welke natuurlijke mogelijkheden vind je vaak in dichtbevolkte gebieden?

Slide 9 - Slide

Natuurlijke mogelijkheden
Welke natuurlijke mogelijkheden vind je vaak in dichtbevolkte gebieden?

Vruchtbare bodem, gematigd klimaat, weinig bergen

Slide 10 - Slide

Bevolkingsspreiding verklaard (1)
  • De natuurlijke mogelijkheden.                   Hoe is de bevolkingsspreiding op de naastgelegen afbeelding te verklaren?

Slide 11 - Slide

De ligging
Bekijk bron 10
Grote steden in de wereld liggen vaak aan de kust, wat is/zijn daarop (een) uitzondering(en)?

Slide 12 - Slide

De ligging
Bekijk bron 10
Grote steden in de wereld liggen vaak aan de kust, wat is/zijn daarop (een) uitzondering(en)?

bijv. Moskou, Delhi

Slide 13 - Slide

De ligging
Wat is - naast kustplaatsen - nog meer een gunstige ligging voor steden?

Slide 14 - Slide

De ligging
Wat is - naast kustplaatsen - nog meer een gunstige ligging voor steden?

Dichtbij economische kerngebieden

Slide 15 - Slide

Bevolkingsspreiding verklaard (2)
  • De ligging t.o.v. economische kerngebieden.

Wereldwijde trend = bev. dichtheid neemt in stedelijke gebieden toe en in rurale gebieden af.

Slide 16 - Slide

Migratiemodel: push en pull
Wat zijn push- en pullfactoren? (bron 14)

Push factoren
redenen om weg te gaan uit een gebied
Pull factoren
Redenen om je in een gebied te vestigen

Slide 17 - Slide

Migratiemodel: push en pull
Wat zou voor jou een pushfactor zijn om (in de toekomst) te verhuizen uit je huidige woonplaats?

Slide 18 - Slide

Push- en pullmodel
Migratieparadox
Waarom migreren mensen?

Slide 19 - Slide

Migratieparadox
De keuze om te migreren wordt vooral ook gestuurd door:

  • De aspiraties die iemand heeft. De wens om de eigen situatie te verbeteren.
  • De capabiliteit die iemand heeft om te kunnen migreren. Heeft iemand voldoende mogelijkheden?

Algemene regel = wanneer de welvaart in een land toeneemt, dan neemt de emigratie toe omdat de aspiraties en mogelijkheden dan ook toenemen.


Slide 20 - Slide

Migratieparadox
De keuze om te migreren wordt vooral ook gestuurd door:

  • De aspiraties die iemand heeft. De wens om de eigen situatie te verbeteren.
  • De capabiliteit die iemand heeft om te kunnen migreren. Heeft iemand voldoende mogelijkheden?

Algemene regel = wanneer de welvaart in een land toeneemt, dan neemt de emigratie toe omdat de aspiraties en mogelijkheden dan ook toenemen.


Slide 21 - Slide

Maken: 2.2 opdracht 1-5

Slide 22 - Slide

Natuurlijke bevolkingsgroei
Wanneer groeit de bevolking?

Slide 23 - Slide

Natuurlijke bevolkingsgroei
Wanneer groeit de bevolking?

geboortecijfer > sterftecijfer


Slide 24 - Slide

Vruchtbaarheidscijfer
Hoeveel kinderen moet een vrouw krijgen om de bevolking in stand te houden?

Slide 25 - Slide

Vruchtbaarheidscijfer
Hoeveel kinderen moet een vrouw krijgen om de bevolking in stand te houden?

Gemiddeld 2,1 - één voor elke ouder (en een beetje)

Slide 26 - Slide

Opdracht bevolkingsgroei
Maak in tweetallen de opdracht

over bevolkingsspreiding en vergrijzing in Nederland

Slide 27 - Slide

Migranttypen
  1. Arbeidsmigranten (economische redenen).
  2. Volgmigranten (sociale redenen, bv. gezinshereniging).
  3. Vluchtelingen (vertrekken om veiligheidsredenen).
  4. Internationale studenten.
  5. Ecologische migranten (klimaatverandering wakkert deze groep aan).

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide