1.1 - China: bevolking en ruimte

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Globalisering

• Ideeën, cultuur, mensen en goederen verspreiden zich steeds sneller over de hele wereld.
• Hierdoor zijn de verschillen tussen verschillende landen steeds minder groot.
• De relatieve afstand wordt steeds kleiner.

Bedenk twee oorzaken van dit proces.

Globalisering

• Door betere vervoersmiddelen kunnen mensen en goederen zich sneller verplaatsen.
• Door uitvindingen als de telefoon en internet verspreiden ideeën en cultuur zich sneller.

Opdracht:

• Wat zegt deze kaart over de bevolkingsspreiding in China?
• Overleg met je buur
• Fluistertoon

Opdracht:

• Wat zegt deze kaart over de bevolkingsspreiding in China?
• Overleg met je buur
• Fluistertoon

Neerslag

• Zuidoosten:
• 1000-2000 mm neerslag per jaar.

• Noordwesten:
• 0-200 mm neerslag per jaar.

1. Gobi woestijn.
2. Taklamakan woestijn.

Drie trappen reliëf

Bovenste trede: 

• Hoogland van Tibet("dak van de wereld")

1. Hooggebergte: 4500 m.
2. Toendra klimaat. Letters?
3. Brongebied alle grote rivieren.

Drie trappen reliëf

Middelste trede: 

• Tarimbekken (Taklamakan).
• Mongoolse Hoogvlakte (Gobi en steppe).
• Lössplateau (Vruchtbare landbouwgrond).

1. Hoogvlakten 1000-2000 m hoogte.
2. Woestijnklimaat, steppeklimaat, gematigd landklimaat.

Drie trappen reliëf

Laagste trede: 

• Grote steden: Beijing, Shanghai, Guangzhou

1. Laagvlakte.
2. 0-200 m hoogte.
3. Zeeklimaat.
4. Delta's grote rivieren (grote steden): 

• Huang He (Beijing)
• Jangtsekiang (Shanghai)
• Xi-Jiang (Guangzhou, Hongkong)

Leeg westen, vol oosten

• Natuurlijke omstandigheden bepalen bevolkingsspreiding
  

1. Te hoog?
2. Te droog?

• Lage bevolkingsdichtheid!

Lezen

B73 Klimaatsysteem van Köppen

Leg in eigen woorden uit wat globalisering is

In China is er veel reliëf. Wat is de betekenis van dit begrip?

Les 2

Waarom woont 2/3 van de bevolking in de laagvlakte?

Soorten bevolkingsdiagrammen

Piramide

• Hoog geboortecijfer
• Snelgroeiende bevolking

• Ontwikkelingslanden:

1. Lage inkomens
2. Weinig hoogopgeleiden
3. Hoge kindersterfte
4. Veel kinderen!

Soorten bevolkingsdiagrammen

Toren/granaat

• Lagere geboortecijfers.
  
• Lagere bevolkingsgroei.

• Meer ontwikkeld land:

1. Meer middeninkomens.
2. Meer hoger opgeleide mensen.
3. Lagere kindersterfte door betere  medische hulp.
4. Mensen stellen kinderen uit.

Soorten bevolkingsdiagrammen

• Ui/urn
• Dalende geboortecijfers.
• Dalende bevolkingsgroei of bevolkingsafname.

• Rijk en ontwikkeld land:

1. Veel middeninkomens en rijke mensen.
2. Veel hoger opgeleide mensen.
3. Later of geen kinderen.
4. Vergrijzing.

Les 3

Vergrijzing

Oorzaken:

• Steeds minder kinderen in ontwikkelde landen.
• China: Eenkindpolitiek.
• Mensen worden ouder.

Gevolgen:

• Afname beroepsbevolking (mensen die kunnen werken).
• Grotere financiële druk op werkende mensen.

Economische sectoren

• Primaire sector: Landbouw, mijnbouw en visserij
• Secundaire sector: Industrie en bouw
• Tertiaire sector: Commerciële dienstverlening (winkels, advocaten, bankmedewerker)
• Quartaire sector: Niet-commerciële dienstverlening (Scholen, brandweer, doktoren)

Demografie

= Bestuderen van bevolking:

1. Aantal
2. Spreiding
3. Kenmerken

Demografisch transitiemodel

Fase 1: 

• Bijna iedereen werkt in de primaire sector.

• Hoog sterftecijfer. 

1. Slechte gezondheidszorg.
2. Slecht voedsel

• Hoog geboortecijfer. 

1. Veel kinderen nodig om mee te helpen op boerderij.
2. Veel kindersterfte.

• Geen grote natuurlijke  bevolkingsgroei.

Demografisch transitiemodel

• Fase 2: 
• Meer mensen werken in de secundaire sector. Grootste deel nog primair.
• Sterftecijfer daalt 

1. Betere gezondheidszorg.
2. Lagere kindersterfte.

• Geboortecijfer blijft hoog.

1. Veel kinderen nodig om in fabrieken te werken.
2. Weinig anticonceptiemiddelen

• Natuurlijke bevolkingsgroei stijgt.

Demografisch transitiemodel

• Fase 3: 
• Secundaire sector het grootst.
• Sterftecijfer daalt verder.

1. Verbeterde riolering.
2. Lagere kindersterfte.

• Geboortecijfer daalt. 

1. Minder kinderen nodig.
2. Betere anticonceptie.

• Natuurlijke bevolkingsgroei blijft hoog, maar daalt.

Demografisch transitiemodel

• Fase 4: 
• Steeds meer mensen werken in de tertiaire sector.
• Sterftecijfer stabiel.
• Geboortecijfer daalt verder. 

1. Minder kinderen nodig.
2. Mensen stellen kinderen uit.
3. Meer anticonceptiemiddelen.

• Lage natuurlijke bevolkingsgroei. Daalt.

Demografisch transitiemodel

• Fase 5: 
• Meeste mensen werken in de tertiaire en quartaire sector.
• Sterftecijfer stabiel.
• Geboortecijfer daalt verder. 

1. Betere positie vrouw. (opleiding en werk)
2. Nog betere anticonceptie

• Natuurlijke bevolkingsafname. 

Opdracht

Koppel de soorten bevolkingsdiagrammen aan de fases van het demografische transitiemodel.

Bevolkingspolitiek:

• = Politiek/overheid beïnvloed aantal en spreiding bevolking.
• Eenkindpolitiek

1. 1979-2015.
2. Chinese bevolkingsgroei veel te hoog.
3. Oplossing: Eén kind per familie.

• Veel negatieve en onbedoelde gevolgen:

1. Dumpen ongewenste kinderen(meisjes)
2. Vergrijzing (Toename van het aantal ouderen in de bevolking)

Migratie

Overheidsmaatregel:

• Beter spreiden bevolking over het land.
• Verchinezen andere gebieden door migratie Han-Chinezen.
• Gratis huis, goede baan.

Gevolgen:

• Steeds meer Han-Chinezen door heel China
• Onderdrukken/uitroeien minderheden.
• Bijvoorbeeld: Oeigoeren.

Aan het werk

Huiswerk volgende week:

• Maak opdrachten 1 t/m 10
• Lees bladzijde 8 en 9 uit je leerboek
• Leer de begrippen (dikgedrukte woorden) uit paragraaf 1

Les 4

Kun je de deelvraag al beantwoorden?

Deelvraag: Hoe is de bevolkingsgroei en de spreiding van de bevolking over het land?

Wat is er aan de hand met de Oeigoeren in China?