Les 12: bijvoeglijk naamwoorden
Stoffelijk bijvoeglijk naamwoord
Meestal op -en eindigend:
De gordijnen zijn van katoen > de katoenen gordijnen.
Mijn sokken zijn van wol > de wollen sokken.
En uitzonderingen!
De plastic fles > de fles is van plastic.
De fleece deken > de deken is van fleece.