14 nov: les 12

Welkom havo 2B!

1 / 31
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 1 min

Items in this lesson

Welkom havo 2B!

Slide 1 - Slide

Op tafel:
- Laptop en log in op LessonUp
- Kern
- Map
- Pen
Welkom havo 2B
timer
2:30
Telefoon in het zakkie en rechtsboven op je tafel of in je tas.

Slide 2 - Slide

Vandaag dinsdag 14 november: 
Huiswerk  nakijken

Lesstof over naamwoorden en bijvoeglijk naamwoorden

Slide 3 - Slide

Leerdoelen
  1. R: Ik weet welke regels er zijn voor het schrijven van meervouden en bijvoeglijk naamwoorden.
  2. T2: Ik kan bijzondere zelfstandig en bijvoeglijk naamwoorden uitleggen. 


Slide 4 - Slide

Les 12: meervoudsvormen
meervouden zijn op en, n, 'en: 
toets > toetsen
test > tests
PS > PS'en

Slide 5 - Slide

Les 12: meervoudsvormen
meervouden zijn op 's:
PTO > PTO's
paté > patés
baby > baby's 

Slide 6 - Slide

Les 12: meervoudsvormen
bijzondere meervoudsvormen: 
leren!

Slide 7 - Slide

Maak les 12, opdracht 1 en 2 voor dinsdag 14 november. 
Huiswerk nakijken - opdracht 1
Neem een andere kleur pen dan waar je mee geschreven hebt. Zet een krul of verbeter je antwoorden.
1 a guppy’s
b djembés
c gewelven
d schubben
e ambulances

f sms’en
g verzen
h hertogen
i toffees
j slechteriken

Slide 8 - Slide

Maak les 12, opdracht 1 en 2 voor dinsdag 14 november. 
Huiswerk nakijken - opdracht 2
Neem een andere kleur pen dan waar je mee geschreven hebt. Zet een krul of verbeter je antwoorden.
meubel: meubels, meubelen

been: benen, beenderen
motor: motors, motoren

strip: strips, strippen

aquarium: aquariums, aquaria

eigenaar: eigenaars, eigenaren

Slide 9 - Slide

Les 12: meervoudsvormen
Valt de klemtoon op de -ie, dan komt er een extra ë bij: 
symfonie > symfonieën (muziekstuk)
kakofonie > kakofonieën (veel geluid)



Slide 10 - Slide

Les 12: meervoudsvormen
Valt de klemtoon op de -ie, dan komt er een extra ë bij: 
symfonie > symfonieën (muziekstuk)
kakofonie > kakofonieën (veel geluid)

Valt de klemtoon niet op de -ie, dan komt er alleen een trema: 
bacterie > bacteriën
olie > oliën

Slide 11 - Slide

Les 12: meervoudsvormen
Valt de klemtoon op de -ie, dan komt er een extra ë bij: 
symfonie > symfonieën (muziekstuk)
kakofonie > kakofonieën (veel geluid)

Valt de klemtoon niet op de -ie, dan komt er alleen een trema: 
bacterie > bacteriën
olie > oliën

Hoor je de klemtoon niet? Dan moet je de woorden leren!

Slide 12 - Slide

Wat is het meervoud van harmonie?
timer
0:45
A
harmonien
B
harmoniën
C
harmonieën
D
harmonies

Slide 13 - Quiz

Wat is het meervoud van folie?
timer
0:45
A
folien
B
foliën
C
folieën
D
folies

Slide 14 - Quiz

Wat is het meervoud van fantasie?
timer
0:45
A
fantasies
B
fantasiën
C
fantasieën
D
fantasies

Slide 15 - Quiz

Les 12: bijvoeglijk naamwoorden
Normale vorm en verbogen vorm: 
Het huis is rood. > Het rode huis. 



Slide 16 - Slide

Les 12: bijvoeglijk naamwoorden
Stoffelijk bijvoeglijk naamwoord
Meestal op -en eindigend: 

De gordijnen zijn van katoen > de katoenen gordijnen. 
Mijn sokken zijn van wol > de wollen sokken. 

Slide 17 - Slide

Les 12: bijvoeglijk naamwoorden
Stoffelijk bijvoeglijk naamwoord
Meestal op -en eindigend: 

De gordijnen zijn van katoen > de katoenen gordijnen. 
Mijn sokken zijn van wol > de wollen sokken. 

En uitzonderingen!
De plastic fles > de fles is van plastic.
De fleece deken > de deken is van fleece.

Slide 18 - Slide

Les 12: bijvoeglijk naamwoorden
Stoffelijk bijvoeglijk naamwoord
Meestal op -en eindigend: 

De gordijnen zijn van katoen > de katoenen gordijnen. 
Mijn sokken zijn van wol > de wollen sokken. 

En uitzonderingen!
De plastic fles > de fles is van plastic.
De fleece deken > de deken is van fleece.

Deze uitzonderingen moet je leren!

Slide 19 - Slide

Les 12: bijvoeglijk naamwoorden
Bijvoeglijk naamwoorden die van een werkwoord komen: 
De broodjes zijn verbrand > de verbrande broodjes
De tuin is beschut > de beschutte tuin
De foto is overbelicht > de overbelichte foto (regel = schrijf zo kort mogelijk, dus 1 t) 

Slide 20 - Slide

Geef de juiste spelling van het bijvoeglijk naamwoord:
de (populair) dj
timer
0:45

Slide 21 - Open question

Geef de juiste spelling van het bijvoeglijk naamwoord:
een (goud) horloge
timer
0:45

Slide 22 - Open question

Geef de juiste spelling van het bijvoeglijk naamwoord:
dat antwoord is (goed)
timer
0:45

Slide 23 - Open question

Geef de juiste spelling van het bijvoeglijk naamwoord:
de (plastic) soep
timer
0:45

Slide 24 - Open question

Geef de juiste spelling van het bijvoeglijk naamwoord:
het (lezen) boek
timer
0:45

Slide 25 - Open question

Geef de juiste spelling van het bijvoeglijk naamwoord:
de (eten) kinderen
timer
0:45

Slide 26 - Open question

Geef de juiste spelling van het bijvoeglijk naamwoord in de vergrote en overtreffende trap:
de (blij) kinderen
timer
0:45

Slide 27 - Open question

Geef de juiste spelling van het bijvoeglijk naamwoord in de vergrote en overtreffende trap:
de (bont) koe
timer
0:45

Slide 28 - Open question

Geef de juiste spelling van het bijvoeglijk naamwoord in de vergrote en overtreffende trap:
de (populair) dj
timer
0:45

Slide 29 - Open question

Ga aan de slag met les 12, opdracht 11: 

Slide 30 - Slide

Huiswerk voor donderdag:
Les 12: opdracht 11.

Vergeet niet om 30 minuten per week aan NUMO te werken.

Slide 31 - Slide