Tijdvak 8 - 2 (Kompas 8B)

• Geschiedenis
• Basisschool
• Groep 8

Tijdvak 8

Tijdvak 8: Burgers & 

Stoommachines

Weet je nog? Welke woorden horen bij welke betekenis?

Belangrijke wet waarin staat hoe het land wordt bestuurd.

Het hoofd van een afdeling van de regering.

Als het volk beslist over het bestuur.

Alle fabrieken bij elkaar.

Het maken van dingen.

de productie

de grondwet

de industrie

de minister

de democratie

Vóór de uitvinding van de stoommachine waren er ook machines. Hoe werden die bewogen? Sleep de antwoorden naar de juiste plek.

waterkracht

spierkracht

spierkracht

windkracht

Wat veranderde er door de uitvindingen van stoomkracht?
Vóór de industriële samenleving:

De meeste mensen wonen in een ...

1. dorp
2. stad

Wat veranderde er door de uitvindingen van stoomkracht?
Vóór de industriële samenleving:

Werken mensen voor een baas?

1. ja
2. nee

Wat veranderde er door de uitvindingen van stoomkracht?
Vóór de industriële samenleving:

De meeste producten worden gemaakt ...

1. met de hand
2. door een machine

Wat veranderde er door de uitvindingen van stoomkracht?
industriële samenleving:

De meeste mensen wonen in een ...

1. dorp
2. stad

Wat veranderde er door de uitvindingen van stoomkracht?
industriële samenleving:

Werken mensen voor een baas?

1. ja
2. nee

Wat veranderde er door de uitvindingen van stoomkracht?
industriële samenleving:

De meeste producten worden gemaakt ...

1. met de hand
2. door een machine

Wat veranderde er toen meer mensen gingen reizen met de trein?

1. Mensen uit verschillende gebieden kregen contact met elkaar
2. Arbeiders reisden voortaan met de trein naar hun werk

Ook de industrie maakte gebruik van de trein. Wat veranderde er, denk je?

1. Producten werden beter, want vervoer per trein was veiliger
2. Fabrikanten konden veel meer producten vervoeren.

Welke veranderingen zag je in het land, denk je?

1. Er kwamen stations, spoorlijnen en spoorbruggen
2. Er kwamen OV-chipkaarten en toegangspoortjes

Vóór of na de negentiende eeuw?

In winkels kocht je maar één soort product.

1. vóór
2. na

Vóór of na de negentiende eeuw?

Voor producten werd reclame gemaakt.

1. vóór
2. na

Vóór of na de negentiende eeuw?

Er waren niet veel winkels.

1. vóór
2. na

Vóór of na de negentiende eeuw?

Mensen deden vooral boodschappen op de markt.

1. vóór
2. na

Wat veranderde er allemaal in de negentiende eeuw?

Industriële samenleving:

Vervoer:

Communicatie:

Verkoop van producten:

fiets

reclame

steden worden groter

stoomboot

stoomtrein

telefoon

werken in een fabriek

winkels

Wat is de naam van dit tijdvak?
Tijd van ... ... ...