PVVT

Lezen
timer
10:00
1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 17 slides, with text slides.

Items in this lesson

Lezen
timer
10:00

Slide 1 - Slide

Welkom 

Slide 2 - Slide

Lesdoel
- je weet (weer) hoe je de verleden tijd van sterke werkwoorden  spelt.
- je weet (weer) hoe je de verleden tijd van zwakke werkwoorden spelt.

Slide 3 - Slide

Terugblik
PersoonsVorm Tegenwoordige Tijd

Slide 4 - Slide

Lesprogramma
- Lezen (10  min)
- Intro lesdoelen en lesprogramma (5 min)
- Terugblik (10 min)
- Uitleg (spelling PVVT zwak en sterk) (10 min)
- Zelfstandig werken (20 min)
- Afsluiting en vooruitblik (5 min)

Slide 5 - Slide

De ik-vorm+t regel
a. Geldt in de tegenwoordige tijd, dus bij PVTT (staan)
b. Geldt in de verleden tijd, dus bij PVVT (zitten)

Slide 6 - Slide

Hij .................... (vinden) haar leuk
PVTT (PV tegenwoordige tijd)
a. vind (twee vingers)
b. vindt (drie vingers)

Slide 7 - Slide

Online Nieuw Nederlands opdracht 4

Slide 8 - Slide

Wat is het verschil tussen zwakke en sterke werkwoorden?

Slide 9 - Slide

Persoonsvorm in de verleden tijd (pvvt): zwakke werkwoorden
Er zijn sterke en zwakke werkwoorden. De meeste werkwoorden zijn zwak. In de verleden tijd veranderen zwakke werkwoorden niet van klank: stap – stapte; betaal – betaalde.
Sterke werkwoorden veranderen in de verleden tijd wel van klank: drijf – dreef; vind – vond.

Slide 10 - Slide

Zo schrijf je de persoonsvorm van zwakke werkwoorden in de verleden tijd
Enkelvoud: ik-vorm tt + de of te: smeerde, antwoordde, maakte, verlichtte 

Meervoud: ik-vorm tt + den of ten: smeerden, antwoordden, maakten, verlichtten

Slide 11 - Slide

Hoe weet je of het -de(n) of -te(n) is?
1. Staat er al een t of d aan het einde van de stam, dan verdubbelt deze
2. Je hoort het (verlengproef)
3. ’t (e)x-f(o)ksch(aa)p

Slide 12 - Slide

Even checken
Ik ....................... (smeren)
Hij ........................ (antwoorden)
Wij ......................... (maken)
Zij ............................ (plagen)

Slide 13 - Slide

sterke werkwoorden
Veranderen van klank als ze van tijd veranderen.
Ik bied - ik bood
Ik denk - ik dacht
Ik zwem - ik zwom

Slide 14 - Slide

Spelling PVVT sterke werkwoorden
- Gebruik verlengproef om erachter te komen of een woord op 
d of t eindigt.         Bijten: ik beet (want: wij beten)
                                     Vinden: ik vond (want: wij vonden)
- Schrijf zo kort en eenvoudig mogelijk. Gebruik niet twee dezelfde klinkers of medeklinkers achter elkaar. Behalve als de uitspraak hierom vraagt.  Bestrijden - bestreden. 
Schrikken - schrokken.

Slide 15 - Slide

Zelfstandig werken
Wat: Ga naar Planning in online Nieuw Nederlands en maak de opdrachten die klaarstaan bij: PVVT


Hoe: individueel, in stilte of heel zachtjes fluisteren


timer
20:00

Slide 16 - Slide

Afsluiting en vooruitblik
Huiswerk: opdrachten online Nieuw Nederlands/ Planning PVVT afmaken


Slide 17 - Slide