This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes and text slide.
Items in this lesson
Warmte Quiz
over H5.1 t/m 5.3
Slide 1 - Slide
De energieomzetting in een batterij is
A
van chemische energie naar stralingsenergie
B
van hoogte energie naar bewegingsenergie
C
van chemische energie naar elektrische energie
D
van elektrische energie naar chemische energie
Slide 2 - Quiz
Bij de verbranding van benzine vindt een energieomzetting plaats. Welke energieomzetting is dat?
A
Bewegingsenergie wordt omgezet in warmte.
B
Chemische energie wordt omgezet in warmte.
C
Stralingsenergie wordt omgezet in chemische energie.
D
Warmte wordt omgezet in chemische energie.
Slide 3 - Quiz
Welke zijn beide energieomzetters?
A
Boeken en ramen
B
Water en zonlicht
C
Pennen en dynamo's
D
Staafmixers en gloeilampen
Slide 4 - Quiz
Een frituurpan vliegt in brand, hoe blus je deze brand het beste?
A
met water sproeien
B
de brandstof weghalen
C
met een schuimblusser
D
met een deksel
Slide 5 - Quiz
19 Een verbrandingsmotor is een energieomzetter.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 6 - Quiz
Welke energieomzetting geldt bij windmolens?
A
Straling - Elektrisch - Beweging
B
Beweging - Elektrisch
C
Beweging - Straling
D
Chemisch - Beweging
Slide 7 - Quiz
Bij een verbranding ontstaat roet en water. Wat voor een verbranding is dit?
A
Onvolledig
B
Volledig
C
Corrosie
D
Alles kan
Slide 8 - Quiz
Hoe wordt hier de brand gedoofd?
A
Brandstof wordt weggenomen
B
Zuurstof wordt weggenomen
C
Warmte wordt weggenomen / er wordt gekoeld
D
Geen van drie
Slide 9 - Quiz
Hoe wordt hier de brand gedoofd?
A
Brandstof wordt weggenomen
B
Zuurstof wordt weggenomen
C
Warmte wordt weggenomen / er wordt gekoeld
D
Geen van drie
Slide 10 - Quiz
Hoe wordt hier de brand gedoofd?
A
Brandstof wordt weggenomen
B
Zuurstof wordt weggenomen
C
Warmte wordt weggenomen / er wordt gekoeld
D
Geen van drie
Slide 11 - Quiz
Bij welke energieomzetting heb je altijd een brandstof nodig?
A
Windenergie -> Warmte
B
Chemische energie -> Warmte
C
Elektrische energie -> Warmte
D
Waterenergie -> Warmte
Slide 12 - Quiz
Wat is onvolledige verbranding? Een verbranding met ........ zuurstof
A
Te veel
B
Te weinig
C
Geen
D
Geen idee
Slide 13 - Quiz
Het versterkte broeikaseffect en het broeikaseffect zijn hetzelfde en beide slecht.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 14 - Quiz
Wat is het broeikaseffect?
A
Het opwarmen van de aarde
B
De negatieve gevolgen van het opwarmen van de aarde
C
Het vasthouden van warmtestraling
D
Het hoger worden van de concentratie broeikasgassen
Slide 15 - Quiz
Wat is volledige verbranding Een verbranding met ........ zuurstof
A
genoeg
B
te weinig
C
geen
D
speciale
Slide 16 - Quiz
Welke energieomzetting heb je in een zonnepaneel?
A
Elektrische energie in licht en warmte
B
Warmte in licht en elektrische energie
C
Licht in elektrische energie en warmte
D
Licht in chemische energie en elektrische energie
Slide 17 - Quiz
Fossiele brandstoffen zijn brandstoffen die:
A
in blik zitten, als je ze koopt.
B
nog miljoenen eeuwen op aarde gebruikt kunnen worden.
C
ontstaan zijn uit de resten van planten en dieren.
D
door de vroegere jagersvolken gebruikt werden om het vlees gaar te maken.
Slide 18 - Quiz
In de afbeelding zijn een aantal energieomzettingen 'verstopt'.
Op welke plekken vind energieomzetting plaats.
A
Plek A
B
Plek B
C
Plek C
D
Plek D
Slide 19 - Quiz
Bij een verbranding vindt de volgende energieomzetting plaats.
A
warmte energie --> chemische energie
B
elektrische energie --> warmte energie
C
chemische energie --> warmte energie
D
warmte energie --> elektrische energie
Slide 20 - Quiz
Welke energieomzetting geldt bij windmolens?
A
Straling - Elektrisch - Beweging
B
Beweging - Elektrisch
C
Beweging - Straling
D
Chemisch - Beweging
Slide 21 - Quiz
De energieomzetting in een batterij is
A
van chemische energie naar strtalingsenergie
B
van zwaarte energie naar kinetische energie
C
van chemische energie naar elektrische energie
D
van elektrische energie naar chemische energie
Slide 22 - Quiz
Noem drie verschillende warmtebronnen
Slide 23 - Open question
noem drie verschillende fossiele brandstoffen
Slide 24 - Open question
Welke zijn beide energieomzetters?
A
Boeken en ramen
B
Water en zonlicht
C
Pennen en dynamo's
D
Staafmixers en gloeilampen
Slide 25 - Quiz
Nieuwe stoffen
overzichtelijke weergave van een chemische reactie
Stoffen die verdwijnen
Gebeurtenis waarbij stoffen verdwijnen
chemische reactie
begin
stoffen
reactie
producten
reactie
schema
Slide 26 - Drag question
Als je kaarsvet verbrandt, ontstaat ook koolstofdioxide en water. Geef het reactieschema voor de verbranding van kaarsvet. _____ + _____ --> ______ + ______
Slide 27 - Open question
Bij volledige verbranding is de vlam geel.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 28 - Quiz
Bij onvolledige verbranding kan koolstofmonoxide ontstaan.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 29 - Quiz
Koolstofmonoxide is een giftig, kleurloos en reukloos gas.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 30 - Quiz
De monteur van de centrale verwarming constateert dat de brander met een gele vlam brandt. Leg uit of de monteur de brander anders moet afstellen.
Slide 31 - Open question
Wat is een belangrijk gevolg van de temperatuurstijging op aarde?