This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.
Items in this lesson
Goedemiddag
Boek blz. 28 - 32
Slide 1 - Slide
huiswerk controle
§ 1 - §3 van hoofdstuk 1
Slide 2 - Slide
Planten kunnen waarnemen en reageren
A
waar
B
niet waar
Slide 3 - Quiz
Een weefsel is ...
A
.. een groep cellen met een zelfde bouw en functie
B
.. veel verschillende cellen die samenwerken
C
.. een groep cellen met een bepaalde bouw
D
.. een groep cellen in een weefsel
Slide 4 - Quiz
Bij welk orgaanstelsel horen de hersenen?
A
het bloedvatenstelsel
B
het verteringsstelsel
C
het zenuwstelsel
D
het ademhalingsstelsel
Slide 5 - Quiz
Welke cel onderdelen hebben plantaardige cellen en dierlijke cellen beide?
A
Alleen een celkern
B
celkern en cytoplasma
C
celkern, cytoplasma en celmembraan
D
celkern, cytoplasma, celmembraan, celwand
Slide 6 - Quiz
In plantaardige cellen zitten allerlei korrels, goede voorbeelden hiervan zijn ..
A
bladgroenkorrels en voedingskorrels
B
voedingskorrels en
kleurstofkorrels
C
kleurstofkorrels en zetmeelkorrels
D
voedingskorrels en bladgroenkorrels
Slide 7 - Quiz
Een tomaat die rijp wordt verandert van kleur, eerst is de tomaat groen en dan wordt hij rood. Wat gebeurt er tijdens het rijpen?
A
groene kleurstofkorrels veranderen in rode kleurstofkorrels
B
Er worden rode kleurstofkorrels gemaakt
C
bladgroenkorrels worden afgebroken
D
bladgroenkorrels veranderen in rode kleurstofkorrels
Slide 8 - Quiz
Enkele beweringen: 1. De vacuole is gevuld met voornamelijk lucht 2. Intercellulaire ruimten bevatten meestal water 3. het cytoplasma bestaat uit water met daarin eiwitten en opgeloste zouten
A
1, 2 en 3 zijn waar
B
1 is waar 2 en 3 niet
C
1 en 2 zijn niet waar, 3 wel
D
1, 2,en 3 zijn niet waar
Slide 9 - Quiz
Basisstof 1.4
Chromosomen
Slide 10 - Slide
Leerdoel:
Je kunt de kenmerken van chromosomen beschrijven
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
chromosomen
In de celkern liggen chromosomen.
Chromosomen zijn opgebouwd uit een eiwit en DNA.
DNA bevat de informatie voor je erfelijke eigenschappen.
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Video
Slide 15 - Slide
46 Chromosomen; 23 paren
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
Het X-chromosoom en Y-chromosoom zijn
A
Geslachtschromosomen
B
Geslachtscellen
Slide 18 - Quiz
Samenvatting
Dit is een chromosomenportret
Mensen hebben 23 paren chromosomen.
Totaal 46 chromosomen.
Behalve de Y en X chromosomen zijn de paren gelijk aan elkaar.
het aantal chromosomen is gelijk in een spiercel en huidcel
Slide 19 - Slide
Slide 20 - Video
Slide 21 - Video
Zelf aan de slag
maak opdrachten §1.4
timer
15:00
Slide 22 - Slide
1a. chromosomen bestaan uit DNA en eiwit
Slide 23 - Slide
1b. DNA bevat de informatie voor je erfelijke eigenschappen
Slide 24 - Slide
1a: De kern van je lever bevat 46 chromosomen?
1b: de kern van een beencel bevat 46 chromosomen?
1e: en hoeveel in eicel of zaadcel?
lichaamscellen van de mens bevatten 46 chromosomen (23 paren)
Slide 25 - Slide
2) Chromosomenportret van de mens
chromosomen liggen in de celkern
chromosomen komen in paren voor
het aantal chromosomen is altijd even
het aantal chromosomen is gelijk in een spiercel en huidcel
Slide 26 - Slide
Aan de slag
maak opdracht 3 op blz 28
timer
10:00
Slide 27 - Slide
Huiswerk
Heb je niet alle opdrachten afgekregen in de les? Maak die dan thuis nog