This lesson contains 42 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
PROGRAMMA
deel 2 van paragraaf 4.2
Leesvragen bespreken
Werkboekvragen 6 t/m 9
Inclusief oefenopdracht
Huiswerk
Slide 2 - Slide
- Noteer wat je ziet
- Bedenk over welk hitorisch begrip het gaat - en welke elementen dit bewijzen
timer
2:00
Slide 3 - Slide
Wat is de boodschap van de tekenaar?
Slide 4 - Open question
Slide 5 - Slide
11. Wat is het ijzeren gordijn?
Slide 6 - Open question
12. In welk jaar wed China communistisch?
Slide 7 - Open question
13A. Wanner was de Korea-oorlog? Tussen welke partijen? Wie steunt wie?
Slide 8 - Open question
13B. Waarom bemoeide de VS zich met deze burgeroorlog? Hoe liep de oorlog af?
Slide 9 - Open question
14. Wanneer stierf Stalin? Wie was zijn opvolger?
Slide 10 - Open question
15. Welke 'wedstrijd' (wedloop) werd er tussen de SU en de VS gehouden tijdens de Koude Oorlog?
Slide 11 - Open question
16. Wanneer werd de Berlijnse Muur gebouwd? Door wie? Waarom?
Slide 12 - Open question
17A. Wanneer was de Cuba crisis? Wat was de aanleiding? Welke personen stonden tegenover elkaar?
Slide 13 - Open question
17B. Hoe liep deze crisis af? Wat was op het nippertje voorkomen?
Slide 14 - Open question
1) Beschrijf elementen
2) Waarom slaan die op de Cubacrisis?
3) Boodschap van de maker ....?
timer
1:30
Slide 15 - Slide
18. Wat het gevolg van de Cuba crisis op de langere termijn? Hoe lang duurde die periode?
Slide 16 - Open question
Slide 17 - Slide
19. Wanneer was de Vietnamoorlog? Waarom was dit een 'warme' oorlog?
Slide 18 - Open question
20. Waneer kwam er een einde aan de ontspanning? Wat was de aanleiding?
Slide 19 - Open question
21. Welke gebeurtenissen leidden tot het einde van de Koude Oorlog?
Slide 20 - Open question
WB: 5B: Citeer uit bron 9 een zin over Marshallhulp:
Slide 21 - Open question
5B:
"Ik geloof dat onze hulp allereerst
een economische en financiële hulp moet
zijn, die essentieel is voor economische stabiliteit
en ordelijke politiek "
Slide 22 - Slide
WB: 5C: Gebruik bron 10. Welk doel had het buitenlands beleid van de Sovjet-Unie, volgens Malenkov?
Slide 23 - Open question
5C:
"...een duurzame, democratische vrede..."
Slide 24 - Slide
WB: blz. 103 Is bron 10 representatief voor de houding van de Sovjet-Unie tegenover de VS in de jaren na WO II?
Slide 25 - Open question
Slide 26 - Slide
Stel: je onderzoekt de rol van de VS in de wereld na WO II. Is bron 10 dan een bruikbare bron?
Slide 27 - Open question
Slide 28 - Slide
Stel: je onderzoekt hoe de wapenwedloop na WO II begon. Zijn bronnen 9 en 10 dan bruikbaar?
Slide 29 - Open question
Slide 30 - Slide
1 Feit A is een gevolg op korte termijn van feit F.
2 Feit B is een gevolg op langere termijn van feit C.
3 Feit D is een directe oorzaak van feit E.
4 Feit F is een indirecte oorzaak van feit E.
Slide 31 - Slide
WB: 9A Over welk onderwerp gaat de prent?
Slide 32 - Open question
Bijvoorbeeld: Oost-Duitsers vluchtten via West-Berlijn naar West-Duitsland.
Slide 33 - Slide
WB: 9B Bedenk wanneer deze bron ongeveer is getekend
Slide 34 - Open question
Bijvoorbeeld:
Voor 1961, toen werd de Berlijnse Muur gebouwd.
Na 1949: toen ontstonden de twee Duitse staten
Slide 35 - Slide
WB: 9C Leg met beeldelementen uit welk standpunt de tekenaar had over het onderwerp van de prent
Slide 36 - Open question
Bijvoorbeeld:
Hij begreep de vlucht want in Oost-Duitsland was het niet veilig. Je ziet dat omdat hij in Oost-Duitsland galgen heeft getekend. Symbolisch voor onveiligheid.
Slide 37 - Slide
WB: 9D en E Over welk onderwerp gaat de prent? Uit welke elementen blijkt dat? Wanner is deze prent getekend?
Slide 38 - Open question
De Cubacrisis. 1962
- Kennedy en Ghroesjtjov zijn getekend.
- Ze proberen van de klif te duwen, waar Cubaande klif op staat.
= symbolisch voor de dreigende kernwapenoorlog die uit de Cubacrisis kan voortkomen.
Slide 39 - Slide
WB: 9F Wat was het standpunt (de mening) van de tekenaar?
Slide 40 - Open question
Bijvoorbeeld:
Hij was blij dat Chroesjtsjov had toegegeven want anders had hij de VS (Kennedy) bijna meegesleurd de afgrond in.