Chapitre 6, Bron A

• Frans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

V3, Chapitre 6, Bron A

Qu'est-ce qu'on va faire aujourd'hui?

Aan het eind van deze les... 

• ... kan ik een gesprek op een camping begrijpen.
• ... ken ik woorden die te maken hebben met kamperen.
• ... weet ik hoe ik woorden leer met behulp van een woordweb.

Activités en cours

• Vocabulaire A
• Exercice 4: écrire, slogan
• Exercice 5: lire et écouter
• Exercice 6: vocabulaire 
• Exercice 7: écrire + parler 
• Exercice 8: tuyau

Traduis F-N:
l'endroit (m)

1. de telefoon
2. de computer
3. de omgeving
4. de plek

Traduis F-N:
désolé(e)

1. vervelend
2. sorry
3. angstig
4. zenuwachtig

Traduis F-N:
marocain

Traduis F-N:
tous les ans

Traduis F-N:
Salut, tu parles français? Oui, je parle un peu français.

Traduis N-F:
ver

1. long
2. longtemps
3. loin
4. lointemps

Traduis N-F:
vrij goed

1. ça va bien
2. très bien
3. plus ou moins bien
4. assez bien

Traduis N-F:
uitleggen

Traduis N-F:
Hoe heet jij? Ik heet Jan.

Traduis N-F:
Ik kom uit Nederland.

Activités en cours

• Exercice 4: écrire, slogan
• Exercice 5: lire et écouter
• Exercice 6: vocabulaire 
• Exercice 7: écrire + parler 
• Exercice 8: tuyau

Qu'est-ce qu'on va faire aujourd'hui?

Aan het eind van deze les... 

• ... kan ik een gesprek op een camping begrijpen.
• ... ken ik woorden die te maken hebben met kamperen.
• ... weet ik hoe ik woorden leer met behulp van een woordweb.