2.1 Interbellum en Tweede Wereldoorlog (1918-1945) Deel 2

• Geschiedenis
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 5

HC Duitsland in Europa (1918-1991

2.1 Interbellum en Tweede Wereldoorlog(1918-1945)

Deel 2

Leerdoel

Aan het eind van deze les kun je herkennen en uitleggen waardoor de Duitse democratie zo zwak was, hoe Nazi-Duitsland werd bestuurd, hoe de Tweede Wereldoorlog ontstond en wat er gebeurde in landen onder Duitse heerschappij

0

Machtingswet 1933

NSDAP bezit 44% van de zetels maar wil meer controle!

• Het parlement stemt in met machtingswet.
• Wetten mogen afwijken van de grondwet 'voor veiligheid'.
• Hitler krijgt volmacht en wordt dictator.

0

Waarom accepteert het parlement de wet?

• Economische situatie
• Politieke chaos (verdeeldheid)
• Verkiezingen
• Terreur/ geweld
• Angst (brand Rijksdag)
• Hoop

 Nationaal-Socialisme

• Met Nationaal-Socialisme wordt het Duits fascisme in de periode 1933-1945 bedoeld
  

• Ook wel: nazisme genoemd

• De aanhangers worden ook wel nazi's genoemd

• De Nederlandse NSB was ook nationaal-socialistisch

Kenmerken van nationaal-socialisme

• Het Duitse ras moet raszuiver worden gehouden.
  

• Rassenleer en antisemitisme

• Het Duitse volk heeft Lebensraum (=levensruimte) nodig.

• Heim ins Reich: alle Duitsers moeten in één groot rijk wonen

concentratiekampen

Bestonden al sinds 1933

Voor wie geen onderdeel was van de volksgemeinschaft:

 communisten, socialisten, homoseksuelen, Roma en Sinti, Jehova's getuigen, "Unerwünschten", en Joden

1933

Hitler aan de macht

Stap voor stap probeert hij Duitsland weer machtiger te maken

In strijd met Verdrag van Versailles!

1938: Heim ins Reich

Oostenrijk wordt bij Duitsland gevoegd

Der Anschluss

Hitler wil Sudetenland

1938

In dit gebied in Tsjechoslowakije woonden Sudetenduitsters, waarvan Hitler vond dat zij bij Duitsland hoorden.

Conferentie van München

1938

Hitler nodigt Frankrijk, Groot-Brittannië en Italië uit om de toekomst van Sudetenland te bespreken.

Appeasementpolitiek

De Geallieerden (F, GB) hoopten dat ze een oorlog konden voorkomen als ze iedere keer iets toegaven aan Hitler.

Hitler krijgt Sudetenland, pikt meteen heel Tsjechië in, en belooft dat het hierbij zal blijven.

1939

Duitsland en de Sovjetunie sluiten een niet-aanvalsverdrag 

Polen wordt verdeeld;

Estland, Letland en Litouwen worden bezet door de SU

Duitsland valt Polen aan

1 september 1939

"Vanaf 5:45 uur wordt teruggeschoten!"

Hitler geeft aan dat hij wel móet reageren op een Poolse aanval op een 

Duits radiostation. De Duitsers hebben deze aanval in scène gezet.

Blitzkrieg in West-Europa

april-juli 1940

• De oorlog lijkt ver weg...
  
• Dat verandert in het voorjaar van 1940 als de Duitsers met een enorme snelheid en grote overmacht, Europa letterlijk 'oprollen'.
• Deze manier van oorlogsvoering wordt ook wel Blitzkrieg genoemd.
  

Operatie Barbarossa

juni - december 1941

• Ondanks het niet-aanvalsverdrag van 1939, valt Duitsland de Sovjet-Unie aan:
• Hitler heeft de 'Lebensraum' en de grondstoffen nodig voor zijn volk.

1942

Wannseeconferentie

"Joodse vraagstuk"

Endlösung

(Eindoplossing)

Vernietigingskampen

Slag bij Stalingrad

augustus 1942 - februari 1943

• Door de ijzige kou en slechte bevoorrading wordt het Duitse leger verslagen. 
• Hitler moet opgeven: Stalingrad blijkt niet te veroveren.
• Het wordt een keerpunt in de oorlog: de Sovjet-Unie begint met het terugdringen van het Duitse leger.

D-Day

6 juni 1944

• Met de landing in Normandië kwam er eindelijk een front in het Westen, iets waar Stalin lang om had verzocht.
• De D in D-Day staat voor Decision (beslissing)
  

Hitler wordt verslagen

april 1945

• In april valt het Rode Leger van Stalin Berlijn aan. 
  
• Het is de genadeklap voor Hitler: hij pleegt zelfmoord.