hoofdzin en bijzin taal groep 6

Hoofdzin en bijzin 
De leerlingen in groep 6b zijn erg lief, omdat zij goed geluisterd hebben naar de uitleg. 
1 / 16
next
Slide 1: Slide
TaalBasisschoolGroep 6

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 25 min

Items in this lesson

Hoofdzin en bijzin 
De leerlingen in groep 6b zijn erg lief, omdat zij goed geluisterd hebben naar de uitleg. 

Slide 1 - Slide

Wat weet je nog over hoofzinnen en bijzinnen? 



Schrijf het op je wisbordje. Bespreek het met de persoon naast je. Hierna bespreken we het klassikaal. 

Slide 2 - Slide

Even herhalen!

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Hoofdzin + hoofdzin 
- de voegwoorden die je ziet bij een hoofdzin zijn: en, of, want en maar. 
- De zin na het voegwoord zegt niks over de hoofdzin = hoofdzin + hoofdzin. 
- Bijvoorbeeld: De klas gaat naar buiten, maar het regent. 

Slide 5 - Slide

Hoofdzin + bijzin 
- De voegwoorden die je hierbij terug ziet zijn alle voegwoorden behalve; en, of, want en maar. 
- De zin direct achter het voegwoord zegt iets over de Hoofdzin. 
- Bijvoorbeeld:  De kinderen vinden rekenen stom, omdat de sommen erg lastig zijn. 

Slide 6 - Slide

Bijzin + hoofdzin
- Dit is het zelfde als bij hoofdzin + bijzin. 
- De bijzin zegt nog steeds iets over de hoofdzin. 
- Bijvoorbeeld: Doordat het druk is, moet ik lang wachten. 

Slide 7 - Slide

Maak gebruik van het stappenplan
1. Zoek het voegwoord. 
2. Is het voegwoord en, of, want, maar --> dan is het hoofdzin + hoofdzin 
3. Is het een ander voegwoord --> bijzin + hoofdzin of hoofdzin + bijzin. 
De bijzin staat altijd direct achter het voegwoord.  

Slide 8 - Slide

Nu jullie!

Slide 9 - Slide

Wat is in deze zin het voegwoord?
Jan gaat naar de winkel, want hij heeft brood nodig.
A
gaat
B
nodig
C
want
D
Jan

Slide 10 - Quiz

Wat is in deze zin het voegwoord?
Omdat Sanne ziek is, moet zij paracetamol nemen.
A
is
B
omdat
C
moet
D
paracetamol

Slide 11 - Quiz

Wat voor samenstelling is dit?
Hoewel ik hoofdpijn heb, ga ik toch naar het feestje.

A
bijzin + hoofdzin
B
een normale zin
C
hoofdzin + bijzin
D
Hoofdzin + hoofdzin

Slide 12 - Quiz

Wat voor samenstelling is dit?
Ik ga douchen, zodat ik niet meer bezweet ben.
A
bijzin + hoofdzin
B
normale zin
C
hoofdzin + bijzin
D
hoofdzin + hoofdzin

Slide 13 - Quiz

Wat voor samenstelling is dit?
Ik lees de tekst, maar begrijp het niet.
A
Bijzin + hoofdzin
B
normale zin
C
hoofdzin + bijzin
D
hoofdzin + hoofdzin

Slide 14 - Quiz

Snap je nu wat een hoofdzin en een bijzin zijn?
😒🙁😐🙂😃

Slide 15 - Poll

Aan de slag!

- Op je Chromebook met de plusjes van week 4 les 17. 
- Je mond gaat op slot. 

Slide 16 - Slide