H4 - Grammar - Present Simple

H4 - English 
1 / 13
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

H4 - English 

Slide 1 - Slide

Today's lesson

Grammar: Present Simple
Refresher
Explanation
Practise time

Slide 2 - Slide

Refresher
  1. I usually (go) to school. 
2. They (visit) us often. 
3. You (play) basketball once a week. 
4. Tom (work) every day. 
5. He always (tell) us funny stories. 
6. She never (help) me with that! 
7. Martha and Kevin (swim) twice a week. 
8. In this club people usually (dance) a lot. 

Slide 3 - Slide

Wanneer gebruik je de Present Simple?
De Present Simple wordt gebruikt bij het beschrijven van een feit of een gewoonte (iets dat regelmatig gebeurt).

De Present Simple kan ook voor de toekomst gebruikt worden (dit komt later)

Slide 4 - Slide

Hoe maak je de Present Simple?

De Present Simple maak je door het hele werkwoord te gebruiken.
Voorbeeld: I look, you kiss, we talk.


Let op! Er zijn wat uitzonderingen

Slide 5 - Slide

Uitzonderingen
Let op! Uitzondering bij he, she en it: dan zet je –s achter het hele werkwoord.
Voorbeeld: she walks, he runs, it falls.

Let op! Uitzondering bij werkwoorden die eindigen op een sisklank of to do / to go:
Na -s, -z, -sh, -ch en -x en bij to do en to go dient een -e toegevoegd te worden bij he, she en it. Je krijgt dus -es.
Voorbeeld: it washes, he misses, she goes, it does, she kisses

Let op! Uitzondering bij werkwoorden die eindigen op -y:
Werkwoorden die eindigen op -y voorafgegaan door een medeklinker vormen he, she en it 
met -ies. Voorbeeld: he flies, she cries. 

Slide 6 - Slide

Signaalwoorden
Er kunnen woorden in de zin staan die aangeven dat het Present Simple is:
Always, never, often, usually, sometimes, rarely, every (day, week, year, etc.).

+Voorbeelden:
• She often walks to school.
• I always jog in the morning.
• It never snows in September.
• They play tennis every Friday evening.
• Water boils at 100 degrees Celsius.

Slide 7 - Slide

De vragende en ontkennende vorm van de Present Simple
Vraagvorm: do/does + hele werkwoord = 
Do I look? 
Does she know?  

Ontkennende vorm: do/does + not + hele werkwoord = 
I do not look.
She does not know.

Slide 8 - Slide

Refresher: adjust your answers
  1. I usually (go) to school. 
2. They (visit) us often. 
3. You (play) basketball once a week. 
4. Tom (work) every day. 
5. He always (tell) us funny stories. 
6. She never (help) me with that! 
7. Martha and Kevin (swim) twice a week. 
8. In this club people usually (dance) a lot. 

Slide 9 - Slide

Put the answers to the Refresher here:
1-8

Slide 10 - Open question

Write a personal sentence using the Present Simple

Slide 11 - Open question

More practise
Open your grammar booklet to page 4
Do the exercises about the present simple

Slide 12 - Slide

Goals reached
You have Refreshed and Renewed your grammar knowledge

You practised the present simple

Well done!

Slide 13 - Slide