Grafieken, tabellen en formules

Vandaag
  • Toets 302 bespreken 
  • LessonUp grafieken
  • Aan het werk
  • Extra uitleg herkansing 302 (voor degene die zich hebben ingeschreven)

1 / 17
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 35 min

Items in this lesson

Vandaag
  • Toets 302 bespreken 
  • LessonUp grafieken
  • Aan het werk
  • Extra uitleg herkansing 302 (voor degene die zich hebben ingeschreven)

Slide 1 - Slide

Grafieken, tabellen en formules

Slide 2 - Slide

Welke grafieken zijn lineair?
A
1, 2
B
2, 3, 4
C
1, 4
D
allemaal

Slide 3 - Quiz


Hoe noem je dit?
A
Tabel
B
Grafiek

Slide 4 - Quiz


Wat is goed?
A
In een assenstelsel kun je meerdere grafieken tekenen.
B
In een grafiek kun je meerdere assenstelsels tekenen.
C
In een assenstelsel kun je slechts 1 grafiek tekenen.
D
In een grafiek kun je slechts 1 assenstelsel tekenen.

Slide 5 - Quiz

Hoe noem je een figuur zoals hiernaast?
A
Diagram
B
Tabel
C
geen van tweeën
D
Grafiek

Slide 6 - Quiz

A : temp = 10 - 0.8 x tijd in uren
B : temp = 10 - 0.9 x tijd in uren
C : temp = 15 - 0.8 x tijd in uren
D : temp = 18 - 0.4 x tijd in uren
Welke 2 grafieken hebben hetzelfde begingetal?
A
A en B
B
B en C
C
C en D
D
D en A

Slide 7 - Quiz


Hoort deze tabel bij een lineaire grafiek?
A
Ja
B
Nee

Slide 8 - Quiz


Wat is hier het startgetal?
A
0
B
-3
C
3
D
15

Slide 9 - Quiz

We kijken naar onderstaande formule.
Stel je wilt hier een tabel bij maken.
Op welke plek in je tabel zet je 'bedrag' en 'aantal'?
Bedrag=3+4×aantal
A
'Bedrag' bovenaan je tabel 'aantal' onderaan je tabel
B
'Aantal' bovenaan je tabel 'Bedrag' onderaan je tabel

Slide 10 - Quiz

Wat zie je hier?
A
lijngrafiek
B
tabel
C
diagram
D
een kolom

Slide 11 - Quiz


Er is negatieve groei bij tabel:
A
A
B
B
C
C

Slide 12 - Quiz

Welke formule hoort bij de tabel?
A
1
B
2
C
3

Slide 13 - Quiz

Welke formule heeft als startgetal 300?
A
Spaargeld € = 230 + 3 x tijd
B
Spaargeld € = 300 + 50 x tijd
C
Spaargeld € = 1500 - 300 x tijd
D
Spaargeld € = 100 + 300 x tijd

Slide 14 - Quiz

Welk getal in de formule is het hellingsgetal?
Aantal kopieën = 35 + 5 x minuten
A
35
B
5
C
Aantal kopieën
D
Minuten

Slide 15 - Quiz

Theorie 7-1

Slide 16 - Slide

Aan de slag
Maken: 7-1 Grafieken aflezen (huiswerk)
301 herkansing: Nyncke, Yannick, Jayden
302 herkansing: Eline, Bas, Dennis, Tim

Klaar?
- Voorbereiden herkansing wiskunde
- Herkansing wiskunde: schrijf je in voor maatwerkuur!
- Huiswerk/leren voor een ander vak

Slide 17 - Slide